GROENLINKSBREDA
Begrotingsbehandeling 2006, eerste termijn
Breda, 2 november 2005
Veiligheid
Daar waar het gaat om veiligheid bepleit GroenLinks een andere inzet van middelen. Het huidige
beleid met veel repressie leidt tot de verplaatsing van het probleem en pakt het probleem niet
structureel aan. Waar overtredingen van de regels worden geconstateerd, moet worden gehandhaafd.
Bij probleemjongeren of jongeren die dreigen af te glijden, moet dan wel direct een traject ingezet
worden om een mogelijke vicieuze cirkel te doorbreken. Daarnaast moeten onder jongeren
probleemgevallen veel eerder gesignaleerd worden.
Een fatsoenlijk jongerenwerk kan daaraan een bijdrage leveren. GroenLinks constateert echter dat de
afgelopen jaren helaas alleen maar gesneden is in het aantal uren jongerenwerk en maatschappelijk
werk dat er per buurt nog valt in te zetten.
Veiligheid, zowel objectief als preventief, is gebaat bij een goed ingerichte leefomgeving. Dit heeft
onder meer met verlichting te maken, onderhoud van stoepen, pleinen en groenstroken. Het is treurig
om te zien dat wijken met een lagere OZB-opbrengst minder goed onderhouden lijken te worden.
Jarenlang heeft de wethouder stadsbeheer proberen vol te houden dat dat beeld slechts ontstond
door toeval. Dat is in onze ogen niet langer vol te houden. Dit vond bijvoorbeeld ook de burgemeester,
tijdens zijn bezoeken aan de wijk Westeinde.
GroenLinks blijft zich verzetten tegen het zero-tolerancebeleid van dit college. In park en station wordt
elke brave burger met een blikje bier of een jointje steevast opgepakt. Of zij nu overlast veroorzaken
of niet. Het meest schrijnende voorbeeld was dat van die zestienjarige jongen die van zijn ouders niet
op zijn slaapkamer mocht blowen. Rustig wandelend door het dorp werd hij door de politie ingerekend.
Ga toch boeven vangen, is dan onze eerste, primaire reactie. Of, iets politieker, wellicht dat de
prioriteitsstelling gewijzigd moet worden. In de APV staat het blowverbod op straat immers in relatie
met overlast: alleen bij overlast zou de politie optreden, zo werd ons bij de invoering van deze regel
door de burgemeester plechtig beloofd.
Cultuur
Al jarenlang lijkt cultuur het ondergeschoven kindje van de stad. Geld is er genoeg als het gaat om
een nationaal museum voor Grafische Vormgeving of een grootschalig evenementencomplex op de
Bavelse Berg.
Tegelijkertijd worden kleinschalige evenementen en initiatieven niet of nauwelijks ondersteund en
wordt er fors bezuinigd op het centrum voor kunstzinnige vormgeving De Nieuwe Veste. En ook de
bibliotheek bleef in de afgelopen periode niet buiten schot. Ook dansgezelschap De Stilte kan niet
rekenen op voldoende financiële steun van de gemeente, terwijl in buurgemeente Tilburg een nieuw
opgericht dansgezelschap van de gemeente Tilburg wel meteen de jackpot krijgt.
Grote bedrijven vestigen zich graag in een stad waar een mooi theater staat en ze een dure skybox bij
de plaatselijke eredivisieclub kunnen huren. Het Bredase cultuurbeleid is er dan ook op gericht de
stad zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor bedrijven. Daar is op zich niets mis mee. Het huidige
gemeentebestuur vergeet alleen dat voor een bruisend cultureel leven meer nodig is dan een theater,
een museum en een evenementencomplex. Zonder kleine, vernieuwende initiatieven vanuit de
bevolking valt de ontwikkeling van het Bredase leven immers stil. Het cultuurbeleid is te belangrijk om
te verworden tot onderdeel van het economische beleid van een stad. Helaas is dat wel precies wat er
op dit moment in Breda aan de hand is. De zelfstandige dienst cultuur is aan het begin van deze
bestuursperiode ondergebracht bij de dienst RME, die zich bezighoudt met onder andere
economische zaken en ruimtelijke ordening. Vanuit GroenLinks is er ook veel kritiek op het aantal
beleidsambtenaren dat werkzaam is bij de vakdirectie cultuur. In vergelijking met andere gemeenten is
het aantal ambtenaren dat zich in Breda bezig houdt met cultuur erg hoog. Gevolg is dat een
aanzienlijk deel van het cultuurbudget opgaat aan de salarissen van ambtenaren die zelf niets
organiseren. Volgens GroenLinks kan er op de vakdirectie efficiënter gewerkt worden, zodat minder
geld aan de strijkstok blijft hangen. Daarnaast is de vakdirectie erg veel tijd kwijt aan het intensief
controleren van de activiteiten van subsidieontvangers. Hoewel ook GroenLinks dat belangrijk vindt,
kan die controle best wat minder gedetailleerd. Organisaties hoeven dan ook minder tijd te besteden
aan lange en ingewikkelde verantwoordingen waar niemand op zit te wachten.