382 3 november 2005 gerealiseerd, zonder dat daarbij afbreuk werd gedaan aan de hoofdpunten van het Programakkoord en zonder dat aan de burgers en het bedrijfsleven onevenredige lasten moesten worden opgelegd. Dat is eigenlijk de grote verdienste van de coalitie. Er was inderdaad een uitstekende samenwerking tussen CDA, VVD en PvdA. Daar heeft de heer Dubbelman volledig gelijk in. Dat doet mij dan verlan gen naar nog zo'n toekomst, zou ik zeggen. De heer DUBBELMAN Bijna. De heer TAKS Bijna. Ja, nou goed, u heeft nog uw twijfels. Ik ga even door, misschien zijn we het straks helemaal eens, mijnheer Dubbelman. Voorzitter, het strakke tarievenbeleid van Breda is een belangrijke bijdra ge aan de woonlastenproblematiek. Dat heeft de gemeente voor een deel zelf in de hand. De VVD zou overigens heel graag zien, maar dat is uiteraard een zaak van de landelijke wetgever, dat de on- roerendezaakbelasting, de OZB, op termijn volledig zou worden afgeschaft. Het is een buitengewoon impopulaire belasting vanwege vooral de onduidelijkheid rond de heffingsgrondslag, de voortdurende waardeontwikkeling van het onroerend goed. Dat geeft elke keer weer groot ongenoegen. Het aantal bezwaarschriften neemt keer op keer toe. Er zou een beter alternatief gevonden moeten worden. Naar mijn mening zou dat een heffing van opcenten op de inkomstenbelasting kunnen zijn. Dat betekent dat gekozen wordt voor het draagkrachtbeginsel, en dat lijkt ons in sociaal opzicht toch een stuk recht vaardiger dan de huidige onroerendezaakbelasting. Waar de VVD landelijk consequent voor ijvert, is de afschaffing van de OZB. We laten ons niet hinderen door dogmatische beschouwingen over de gemeentelijke autonomie. Het financiële meerjarenperspectief is duidelijk verbeterd, ook voor de ko mende raadsperiode. Het betekent in ieder geval dat er geld beschikbaar is, meer dan aanvankelijk gevreesd werd. Het is te weinig, gelet ook op het bedrag dat vier jaar geleden beschikbaar was. Het is aan de nieuwe gemeenteraad om te kijken of straks dat geld uitgebreid zal moeten worden. De VVD zal het in elk geval niet willen realiseren door extra belastingverhogingen. Dat is voor ons geen be gaanbare weg, ook na de verkiezingen niet, mijnheer de voorzitter. In ieder geval is het van belang vast te stellen dat de huidige bestuursperiode wordt afgesloten met een gezond financieel perspectief voor de opvolgers. Dat was ook de afspraak. Het was ook een duidelijke wens in de richting van het college en de wethouder Financiën. Daar is de wethouder in geslaagd, dankzij ook de royale steun van de raad bij dat beleid. Voorzitter, onze bezorgdheid over de risico- en reservepositie is ook door anderen verwoord. Ik hoef er echt niet meer uitgebreid op in te gaan. Die leeft, denk ik, vrij breed in de gemeenteraad. De bezorgdheid wordt er uiteraard niet minder om, maar de waakzaamheid is duidelijk gesignaleerd door allerlei rijen van de raad en we hopen dat het college daar ook nog extra aandacht aan geeft. Onze wens blijft overigens wel dat we voorzieningen treffen ten behoeve van de infrastruc- tuurkosten in verband met de milieueffectrapportage Teteringen. Dat zou beter zijn dan die kosten door te schuiven naar de toekomst. Ik heb nog een beperkte tijd over, voorzitter? Ik denk niet dat ik in mijn algemene beschouwingen op alle onderdelen ben ingegaan. Dan kom ik inderdaad in de proble men. Even een aantal hoofdpunten. Ik duid met name op het belang van de voortzetting van het inte grale veiligheidsbeleid met een wethouder Integrale Veiligheid in de volgende periode. Ik wijs op het belang van de versterking van de invloed van de gemeenteraad op het optreden van de politie, on danks de tendens tot centralisatie die helaas weer duidelijk waar te nemen is op het ogenblik. Nog een opmerking over het veiligheidsbeleid. De heer Dubbelman heeft er niet over gesproken, maar in zijn algemene beschouwingen heeft hij een opmerking gewijd aan de discussie in de VVD. Het is altijd goed als ook buitenstaanders de debatten binnen de VVD volgen. Soms tot lering en vermaak, soms kunnen ze er ook hun voordeel mee doen. Voorzitter, ik denk dat ik de heer Dubbelman moet waar schuwen voor een mogelijke illusie als hij meent dat de VVD op termijn gaat kiezen voor de nuloptie - met alle respect overigens voor de VVD-leden die de nuloptie nastreven. Dat was, voor de duidelijk heid, wel een duidelijk achterhoedegevecht. Een drietal leden, zeer respectabele leden, maar drie in een volle vergaderzaal. U weet wat de recente landelijke ontwikkelingen zijn ten aanzien van de VVD en de problematiek van de achterdeur van de koffieshops. De landelijke VVD heeft daar ook een dui delijke opvatting over die eigenlijk de weg naar de nuloptie volstrekt afsluit. Ook is de VVD wel degelijk voorstander, dat is in uw richting, van een aanscherping van het koffieshopbeleid. Koffieshops moeten worden geweerd uit woonwijken en de nabijheid van scholen, maar wij willen wel, wat wij indertijd hebben gezegd, een ruimere overgangstermijn hebben voor koffieshops die op zich geen overlast veroorzaken, maar alleen verkeerd gesitueerd zijn. Mijnheer de voorzitter, ik heb nog enkele minuten de tijd. Ik zal het toch niet onnodig rekken. De meeste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 9