10 NOVEMBER 2005 437 mingsplan Buitengebied Prinsenbeek en wij vinden het niet wenselijk om voor een klein gedeelte van dit gebied de bestemming aan te passen. Op de eerste plaats zijn wij bang voor precedentwerking. Als je op dit perceel de bestemming verandert, waarom dan niet bij een andere aanvraag? En op de tweede plaats is er het punt van de planschade die ongetwijfeld zal worden ingediend. De VVD heeft een heel helder standpunt. De planschade die voortvloeit uit deze bestemmingsplanwijziging zal nooit mogen worden verhaald op de gemeente, omdat je dat dan als een verkapte subsidie zou mogen beschouwen ten gunste van één bedrijf, maar die zal opgebracht moeten worden door de familie Ma- thijssen zelf. Ik vraag me af of zij zich realiseren wat hiervan de financiële consequentie is. De heer Hendrickx heeft het ook daarover en vraagt de wethouder of deze daarover heeft gesproken met de familie Mathijssen. Ik weet dat de CDA-fractie ook op bezoek is geweest bij de familie Mathijssen, ikzelf ook. Ik heb het daar in ieder geval aan de orde gesteld en zij hadden er eigenlijk geen idee van. Het was voor hen nieuw. Ik heb het idee dat zij niet goed kunnen inschatten wat hiervan de risico's zijn. Ik zou graag willen dat ook het CDA zich zou uitspreken dat de planschade in ieder geval door de aanvrager dient te worden betaald, want in de commissie SOV hebben wij afgesproken om zo met dit soort aanvragen om te gaan. Wij hebben deze week een brief ontvangen van de wethouder waarin zij vraagt aan te geven op welke manier het bestemmingsplan gewijzigd zou moeten worden. Moet de agrarische functie behouden blijven of moet die geheel worden omgezet in een recreatieve functie? De VVD-fractie is, zoals gezegd, niet voor een bestemmingsplanwijziging en daarom zullen wij ons nu hierover ook niet uitspreken. De VOORZITTER Ik dank u zeer. De heer Posthuma, Partij van de Arbeid. De heer POSTHUMA Voorzitter, er is de afgelopen tijd nauwelijks een vergadering van de commissie SOV voorbijgegaan of er is wel gesproken over een verzoek van de familie Mathijssen. Zo ook de afgelopen vergadering, en die voorstellen liggen nu hier ter tafel. Ik wil vooraf een ding heel duidelijk stellen. In de commissie bestaat geen verschil van mening over de vraag of het de familie Mathijssen gegund is om de door haar gewenste activiteiten te ontwikkelen. Wat verschillend wordt beoordeeld, is of we, gezien de hui dige regelgeving, daartoe mogelijkheden kunnen bieden. De Partij van de Arbeidfractie is daarin steeds heel duidelijk geweest. Volgens ons kan dat niet. In een brief van de portefeuillehouder wordt nu aan de raad een uitspraak gevraagd over de wenselijkheid van een bestemmingsplanherziening, maar er staat nog meer in die brief. Op grond van dat meerdere trekken wij toch de conclusie dat u in feite op dit ogenblik die uitspraak niet aan de raad kunt vragen, want we zullen eerst van de familie Mathijssen moeten horen welke keuze wordt gemaakt inzake het al dan niet behouden van de agrari sche functie van haar perceel. Daarnaast zal de aanvrager zich bereid moeten verklaren om garant te staan voor de betaling van eventuele planschade. Een aanvullende vraag naar aanleiding van het zojuist ingediende amendement. Wat is de consequentie voor de betaling van planschade, mocht dit amendement zo meteen worden aangenomen? Wie is er dan aansprakelijk? Ik vrees dat we van avond geen definitieve uitspraken zullen doen en dat we het onderwerp dus nog minstens een keer terugkrijgen in de commissie SOV. De VOORZITTER Het woord is aan de heer Stubenitsky, Leefbaar-Breda. De heer STUBENITSKY Voorzitter, er is al een aantal keren inhoudelijk op ingegaan, ook in andere vergaderingen. Het is zelfs zo dat we niet meer spreken van de familie Mathijssen, maar van Corrie. Zo vaak is het al behandeld. Deze mensen zitten al lang genoeg te wachten. Het moet nu toch eens een keer mogelijk gemaakt worden. We hebben een dreigende brief gehad over planschade en allerlei toestanden. Zulke brieven hebben we ook gehad toen het ging over locatie De Zon en over de Markendaalseweg - miljoenen aan schadevergoedingen - en zo zie ik deze brief ook een beetje. Laten we wel zijn, het is niet onze taak om te bepalen of de familie Mathijssen planschade moet betalen. Dat is haar pakkie-an. Het is onze zaak of we het mogelijk willen maken, en hoe de familie Mathijssen dan beslist, moet zij zelf weten. Wordt die planschade ook niet een beetje overdreven? Als ik kijk wat er af en toe aan plan schade wordt uitbetaald, bijvoorbeeld bij IKEA, dan zeg ik dat die bedragen helemaal niet zo hoog zijn. En die worden pas achteraf vastgesteld. De familie zou dus nu een bankgarantie moeten geven, terwijl er helemaal niets bekend is van een bedrag? Nogmaals, wij vinden dat dat de verantwoording is van de familie Mathijssen. Wij steunen uiteraard het amendement.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 10