10 NOVEMBER 2005
438
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. De heer Van Yperen, Breda '97.
De heer VAN YPEREN
Mijnheer de voorzitter, dames en heren. Burgemeester en wethouders en mevrouw Van Hasselt heb
ben gelijk. Binnen het huidige bestemmingsplan is er geen ruimte voor agrarische/recreatieve be
stemmingen. Zoals de voorstellen hier liggen, doen zij heel duidelijk recht aan het bestemmingsplan
Buitengebied van Prinsenbeek. Dat hebben we nog pas vastgesteld. We zitten er kort achteraan. Bre
da '97 kan niet anders dan concluderen dat ze gewoon gelijk hebben. Maar, en dan komt het, door het
dan wel, dan weer niet toestaan van agrarische/recreatieve activiteiten is een mate van verwachting
gewekt. Dat zou bij u ook zo zijn. Tevens is daar al sinds jaar en dag een voetbalveld aanwezig, waar
menig Bekenaar een keer tegen een bal heeft getrapt. Jeu de boules spelen, dan weer binnen, dan
weer buiten, dan weer binnen en buiten met kennissen. U weet het, de Bekenaren zijn allemaal ken
nissen van elkaar. Als we het bestemmingsplan, maar ook de beleidsnotitie Functieverruiming Buiten
gebied bekijken, dan is het bewuste perceel van de familie Mathijssen gelegen naast de rand waar
wel mogelijkheden zijn gecreëerd. Ze zit er net naast. Aan de andere kant van de straat is wel het een
en ander mogelijk, maar net aan haar kant niet. Breda '97 vindt dat hier verwachtingen zijn gewekt en
vindt het gesol tot nu toe niet goed. Er zijn verwachtingen gewekt, en dan moeten we ook meewerken
aan wat volgens de regels mogelijk is. Als we dat willen, maar dan ook via de koninklijke weg, met alle
gevolgen van dien, dan betekent dit concreet dat er een voorstel tot wijziging van het bestemmings
plan Buitengebied Prinsenbeek moet komen met alles erop en eraan, met alle consequenties van
dien. Dus wij hebben het amendement meeondertekend om dit in gang te zetten. Breda '97 stelt wel
heel duidelijk: volgens de koninklijke weg. Dank u wel.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Het woord is aan de heer Meeusen, SP.
De heer MEEUSEN
Voorzitter, voor ons ligt de affaire-familie Mathijssen, ook wel door ons ooit eens genoemd Peytonpla-
ce in de Polder. We mogen hopen dat aan dit feuilleton eens een keer een eind komt. De familie Ma
thijssen koestert al jarenlang, zoals de heer Van Yperen zegt, de verwachting om daar andere activi
teiten te kunnen en mogen ontplooien. Soms doen ze het een beetje te vroeg. Dan mag het wel met je
kennissen, en weer niet met mensen die betalen. Als ze voor de camping betalen, mogen ze wel jeu
de boulen. Het is een gedraai en gekonkel. Je wordt er eigenlijk niet goed van. Dus wij zijn blij met het
amendement zoals het door het CDA is ingediend en wij zullen het amendement ook steunen. De
planschade. We hebben afgesproken dat, mocht er planschade zijn, de familie Mathijssen daarvoor
moet opdraaien. Wij denken dat dit best mee kan vallen. In onze optiek, we zijn er niet helemaal zeker
van, maar daarover kan de wethouder ons wel antwoorden, is het niet noodzakelijk om voor het totale
oppervlak het bestemmingsplan te wijzigen, maar alleen voor een deel van de percelen van de familie
Mathijssen. Dat zal maar een klein stuk betreffen en dan zal de planschade waarschijnlijk wel heel erg
meevallen, voorzover daarvan überhaupt dan nog sprake zou kunnen zijn. Het belet in de toekomst
zelfs niet eens glastuinbouw, als je alleen het stukje pakt waarover het zou gaan. Dan kan er op de
andere plaatsen nog steeds glastuinbouw komen, als de familie Mathijssen besluit haar grond te ver
kopen. Voorzitter, wij hopen dat het amendement het zal halen. Wij zullen het in ieder geval steunen.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Mevrouw Overboom, D66.
Mevrouw OVERBOOM
Het dossier-familie Mathijssen is, denk ik, een heel dik dossier geworden in de afgelopen tweeënhalf
jaar. Van het begin af aan dat dit onderwerp aan de orde kwam, heeft de D66 het gesteund. Wij von
den het te gek voor woorden dat de maïsdooihof gesloten moest worden. Er wordt flink het terrein op
gereden om daar bestuurshandhaving toe te passen. Als ik kijk naar het Wagemakerspark, waar van
alles en nog wat wordt geprobeerd om die 180e woning mogelijk te maken, dan vind ik het wat dat
betreft geen vergelijk. Als je langs de locatie rijdt, zoals laatst tijdens een busexcursie, dan denk je:
waar hebben we het toch eigenlijk over? Bovendien is het maar vier maanden per jaar. Dus daarom
ben ik altijd van mening geweest dat de jeu-de-boulesbaan en de maïsdooihof gewoon moeten kun
nen. Vervolgens is de vraag: kan het juridisch? Daarmee zitten we heel de tijd te steggelen. Ik heb
hierover in de commissie aan de wethouder een vraag gesteld, omdat de wethouder aangaf dat bij
voorbeeld de maïsdooihof ook door de Raad van State onmogelijk was gemaakt en dat de artikel 19