10 NOVEMBER 2005 441 duidelijk gemaakt dat het financiële consequenties heeft. Ik heb inmiddels een indicatie van het be drag via het bureau Arcadis, en die financiële consequenties liggen tussen de 80 duizend en 200 dui zend euro. Dat is een indicatie van het bedrag. Wat betreft de opmerkingen die u over dit punt heeft gemaakt, denk ik dat dit in ieder geval duidelijk is. Wat betreft het antwoord op een aantal vragen van uit de commissie en dat wat mevrouw Van Hasselt inbracht, wil ik nog zeggen dat het natuurlijk prece dentwerking heeft. Je moet dan ook aan anderen die een dergelijke vraag stellen hetzelfde antwoord kunnen geven. Mij is in ieder geval in de afgelopen tijd wel heel erg duidelijk geworden dat de be stemming glastuinbouw voor dat gebied in Prinsenbeek bijna een open zenuw is voor de ontwikkelin gen in dat gebied. Als het gaat om de opmerking van de heer Posthuma dan heb ik inderdaad ook gezegd dat door de familie de bedrijfsmatige activiteit moet worden aangetoond om überhaupt die weg te kunnen volgen. Ook over zijn opmerking over de planschade heb ik duidelijkheid gegeven. De heer Stubenitsky heeft het over het feit dat het nooit grote bedragen kunnen zijn - maar het is natuur lijk maar net wat je groot noemt, daarover kun je van mening verschillen - en waarom mevrouw Ma- thijssen van tevoren een bankgarantie zou moeten afgeven. Het is bestendig gebruik bij dit soort vra gen dat die bankgarantie in het algemeen wordt afgegeven en dat, als het proces verder loopt, de mensen ook inderdaad het bedrag gaan betalen dat aan planschade wordt aangevoerd. Ik moet u ook zeggen dat de belangen van de glastuinbouw, want dat is dus de hoek waar de planschadeclaims vandaan zullen komen, groot zijn. Dat kan ik u wel zeggen, want ook die geluiden hebben mij inmid dels bereikt. De heer Van Yperen geeft aan dat er in feite juridisch geen mogelijkheden zijn. Daarover ben ik het dus volstrekt met hem eens. Ik denk dat ik daarin ook duidelijk ben geweest. Maar met zijn opvatting dat er vanuit de kant van de gemeente verwachtingen zijn gewekt, kan ik het niet eens zijn. Ik heb hier, ik zal het niet doen in verband met de lengte van de vergadering, een hele lijst met activi teiten vanuit de familie Mathijssen en datgene wat de gemeente daartegen altijd heeft gedaan vanuit een positie van duidelijkheid. Mevrouw Overboom heeft het erover dat de maïsdoolhof niet bij de Raad van State is geweest. Dat heb ik ook niet gezegd. Een van de vorige zaken die gediend hebben, is bij de Raad van State geweest. Dit is bij de plaatselijke commissie geweest. Dus daarin heeft u volkomen gelijk. Overigens, als u zegt dat het zou moeten kunnen, dan is het zo dat de gemeenteraad van Breda dat ook vond, maar er is een handhavingsverzoek gekomen en wij moeten handhaven. Ik bedoel, ook dat is onderdeel van de juridische procedure waar wij niet omheen kunnen. Dus wat ons betreft is het natuurlijk prima, maar als er vanuit belanghebbenden een handhavingsverzoek komt, moeten wij daaraan voldoen. De opmerking van de heer Scheltens over arbitrage. Dat is natuurlijk ook een aardige opmerking, maar met arbitrage kom je in juridische procedures op dit vlak niet ver. Be zwaarmakers zullen daar geen genoegen mee nemen, als er ook gewoon een gerechtelijke weg is om te volgen. Dus daarin zie ik geen oplossing. Ik denk dat het vooral aan uw raad is om duidelijk te ma ken hoe u, en dat is ook mijn wens, dit probleem wilt oplossen. Ik denk overigens dat het misschien goed is om te zeggen dat de planschade zoals die in het amendement staat via een aparte besluit vorming moet plaatsvinden. Dat gaat dus niet bij wege van dit voorstel. Dat komt er dus los achteraan. De heer BOER Mijnheer de voorzitter, nu ik waarschijnlijk niet kan interrumperen en voordat u naar een tweede ter mijn verwijst, wil ik toch vragen of de wethouder de planschadebedragen die zij net heeft genoemd hard kan maken. We zijn die nergens tegengekomen en het is heel essentieel in het verhaal. Het gaat om die 80 duizend tot 200 duizend euro. U heeft het over een rapport dat er zou zijn, en Wethouder VAN BLERCK-WOERDMAN Er is een quickscan geweest De heer BOER En waarom heeft de raad die niet? Wethouder VAN BLERCK-WOERDMAN Omdat u daar niet om gevraagd heeft. De heer BOER Maar is dit dan niet informatieplicht van uw kant? Wethouder VAN BLERCK-WOERDMAN Het is geen onderzoek zoals je dat zou moeten doen als je het heel gedegen doet, maar je kunt een quickscan laten maken waarin indicatief wordt aangegeven wat het ongeveer aan consequenties zou

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 14