10 NOVEMBER 2005
443
quickscan hebben gedaan, terwijl het voor de gemeente helemaal geen plicht is om dat te doen, om
duidelijk te hebben over welke orde van grootte wij spreken. Wij hebben dat voor eigen rekening ge
daan, terwijl het normaliter altijd voor rekening van de initiatiefnemer komt.
De VOORZITTER
Tweede termijn. Wie van u? Het woord is aan de heer Hendrickx, CDA.
De heer HENDRICKX
Dank u wel, voorzitter. Allereerst, u bent nogal ingegaan op de planschade. Onze vraag was: hebt u
daarover met de familie Mathijssen gesproken? Meer hoefden wij daarvan niet te weten, want
De heer POSTHUMA
Voorzitter, mag ik even bij interruptie? Er is tijdens de commissievergadering toen mevrouw Mathijs
sen kwam inspreken aan haar gevraagd, om precies te zijn door mevrouw Kokx, of zij bereid was om
de planschade voor haar rekening te nemen. Zij heeft daar verder overigens niet op gereageerd, maar
de vraag is heel duidelijk aan haar gesteld.
De heer HENDRICKX
Die is wel gesteld, mijnheer Posthuma, dat klopt, maar wij gaan niet over de planschade. Wij gaan er
niet over of wij die planschade moeten vaststellen, en ook gaan wij er niet over wat voor planschade
eraan zit. Dat is aan de familie die de aanvraag doet, en niet aan ons als politieke partijen. Waar wij
over gaan, is wat wel en wat niet kan, of we dit toestaan of niet. De gevolgen die daaruit voortvloeien,
zijn niet voor ons. Die zijn niet voor ons, want daarin is de wethouder duidelijk geweest. Zij heeft dui
delijk aangegeven dat de planschade verhaald gaat worden
Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS
Voorzitter, ter interruptie
De heer HENDRICKX
bij de aanvrager.
Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS
Voorzitter, ter interruptie. Dat is natuurlijk zo, de heer Hendrickx heeft wel gelijk, maar ik vind toch als
je als partijen een bestemmingsplanwijziging voorstelt, dat je aan de mensen kenbaar moet maken
wat de gevolgen zijn. Ik bedoel, ze moeten toch weten waar ze aan toe zijn? Ik vind het te gemakkelijk
om dat gewoon aan de wethouder over te laten.
De heer HENDRICKX
Dat laten wij ook aan de wethouder over. Wij verdiepen ons daar
De heer BOER
Mevrouw Van Hasselt, bij zoiets hebben wij dit soort zaken nog nooit ondernomen.
Mevrouw VAN HASSELT-BLANKERS
Maar, mijnheer Boer, dit is geen gewone zaak. Dit is toch een speciaal geval en iedereen heeft zijn
eigen relatie met de familie Mathijssen, dus
De heer BOER
Het begint in ieder geval een heel speciale zaak te worden. Dat ben ik met u eens.
De heer HENDRICKX
Bij projectontwikkelaars handelen we ook zo niet. Laten we het zo maar houden.
De VOORZITTER
Goed, aan de orde is hier een aantal voorstellen die u vanuit uw opvattingen moet voorzien van idee-
en. Het woord is aan de heer Posthuma, Partij Was u nog niet uitgesproken, mijnheer Hendrickx?
De heer HENDRICKX
Het amendement handhaven wij.