10 NOVEMBER 2005 449 De VOORZITTER De wethouder gaat verder. Wethouder VAN BLERCK-WOERDMAN De heer Meeusen had het over het veranderen van een klein stukje van het perceel. Je kunt dit soort activiteiten volgens het bestemmingsplan alleen doen als de hoofdfunctie agrarisch is. Als je het gaat scheiden, dan is de hoofdfunctie van dat kleine stukje niet meer agrarisch, dus in die zin kan ik u, denk ik, niet tevreden stellen. Mevrouw Overboom heeft haar oplossing. Als het zo zou kunnen, dan zou ik u zo volgen, dan zouden wij dat ook zo hebben voorgesteld. Helaas is deze oplossing met de bezwaarmakers in de omgeving juridisch gewoon niet haalbaar. Dus in die zin, denk ik, datje Mevrouw OVERBOOM Dan blijven wij met elkaar in discussie, denk ik, over wat de bezwaar- en beroepcommissie daarover heeft gezegd, want ik lees dat totaal anders dan u. Wethouder VAN BLERCK-WOERDMAN Misschien is het goed om nog even in te gaan op wat er nu qua volgorde het beste zou kunnen ge beuren. Dat is 1: is de gemeente bereid de planologische procedure te volgen, dus de herziening die wordt voorgesteld? En 2: zo ja, vragen we of er bereidheid bestaat tot het betalen van de planschade? In die volgorde, dat is dus de gebruikelijke. Maar wij zijn punt 1 nog niet voorbij. Het gaat dus op de eerste plaats over de bereidheid om de planologische procedure te volgen, en de planschade als randvoorwaarde in ieder geval expliciet hier ook aan de orde te stellen. Het is op de eerste plaats de bedoeling om dat te vragen en dan vervolgens met de initiatiefnemer, en dat is de familie Mathijssen, te kijken of zij überhaupt bereid is om in die planschade mee te gaan. Dat is de volgorde die ik u kan voorstellen. Als ik dat nu kan horen, dan kan ik ook weten wat er met de andere voorstellen zou moe ten gebeuren, want het zit planologisch nogal ingewikkeld in elkaar. De heer VAN YPEREN Mag ik even een interruptie De VOORZITTER Goed, een korte interruptie. De heer Van Yperen. De heer VAN YPEREN Ik heb nog geen antwoord gehad op de kwestie van onbehoorlijk bestuur die ik naar voren heb ge bracht. Wethouder VAN BLERCK-WOERDMAN Kunt u dat nog een keer herhalen? De heer VAN YPEREN Ja, met gemak. Als een zaak een aantal jaren geleden is aangekaart en in die tijd was er een bepaal de wetgeving, dan geldt de wetgeving van dat moment. We hebben nu een nieuwe wetgeving waarbij de planschade gedragen moet worden door projectontwikkelaars en anderen die deze in wezen heb ben veroorzaakt. Als een zaak daarvóór heeft gespeeld, dan heb je kans dat de rechter zegt: luister eens, die zaak speelde toen en het arrest van de Hoge Raad nü over planschade telt nog niet. Dat telt nu wel, maar toen nog niet, dus ik verklaar de planschade nog voor kosten van de gemeente. Wethouder VAN BLERCK-WOERDMAN Ik kan u alleen maar zeggen dat de weg die ik u heb geschetst op dit moment juridisch volkomen haalbaar is. Het verzoek van de familie Mathijssen dat voorligt, is van juni of juli, dus dat is niet een verzoek dat al jaren geleden is gedaan. Het was een van de verzoeken die op de agenda staan. De heer VAN YPEREN Daar verschillen wij dan van mening over, maar goed, dat zoekt de rechter dan wel uit. De VOORZITTER Goed, er is in twee termijnen gesproken. We gaan over tot de stemming. Eerst is aan de orde het amendement. Wie is voor het amendement? 18 leden. Wie is tegen het amendement? Het amende-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 22