458 10 NOVEMBER 2005 kunnen er natuurlijk uitvoerig over gaan discussiëren hoe verstrekkend die maatregelen zouden moe ten zijn. De Partij van de Arbeidfractie kiest daar nu niet voor. We gaan liever zo snel mogelijk aan de slag. Dat is, denk ik, ook wat de Bredase woningzoekenden van ons verwachten en ook mogen ver wachten. Uit toekomstige evaluatie en monitoring zal moeten blijken of de genomen verkeersmaatre gelen toereikend zijn en eventueel zullen dan aanvullende maatregelen moeten worden genomen. Wat betekent het Mer nu voor de verdere planontwikkeling op het terrein van woningbouw? Het colle ge stelt voor om het aantal bereikbare woningen te handhaven op 28 procent, 100 woningen extra te bouwen in de Stadsdonken en het totaal aantal woningen terug te brengen tot 2.770. Ik wil over alle drie die dingen toch iets zeggen. Wij zijn tevreden over het percentage bereikbare woningen. Het mag wat ons betreft natuurlijk altijd meer zijn, maar wij leggen ons neer bij het haalbare in deze situatie. Wat het tweede punt betreft, die 100 extra woningen in de Stadsdonken. Dat is nogal een forse ver dichting in dat gebied. Tijdens de commissievergadering heeft de portefeuillehouder ons verteld dat hij diezelfde week of de week daarop daarover een gesprek zou hebben met de opdrachtgever, de woonstichting Singelveste. Ik zou heel graag van de portefeuillehouder willen horen hoe dat gesprek is verlopen en hoe de woonstichting Singelveste heeft gereageerd. Het college baseert zich voor wat betreft het terugbrengen van het aantal woningen op twee dingen: de milieueffectrapportage en een woningmarkttoets. De markttoets verschaft volgens ons te weinig inzicht in de ontwikkeling van de woningvoorraad op wat langere termijn. Het is typisch de kortetermijnbenadering van een projectont wikkelaar: wat moet ik vandaag bouwen om dat zo snel mogelijk weer in de markt te kunnen slijten? Voor een projectontwikkelaar is dat overigens een legitieme benadering. Daar gaat het per slot van rekening om het zo snel mogelijk behalen van rendement. Van een gemeente mag wat meer worden verwacht. Woningen gaan gemiddeld tussen de vijftig en honderd jaar mee. Wat we nu bouwen, be paalt niet alleen voor lange tijd het beeld in Teteringen, maar zal ook gedurende langere tijd moeten voorzien in de woonbehoefte. Ik zal niet weer Intratuin erbij halen, maar er zijn zeker woningzoeken den voor wie een appartement aantrekkelijk is. Natuurlijk moeten er in Teteringen in hoofdzaak een gezinswoningen met tuin worden gebouwd, maar het rigide afwijzen van alle appartementenbouw gaat ons te ver. Opvallend is overigens dat op grond van marktoverwegingen het bouwen van appar tementen in Teteringen wordt afgewezen, maar dat er tegelijkertijd in de Stadsdonken 100 extra wor den gebouwd. Dat is toch wel het meten met twee maten. Uit het Mer kan volgens ons niet recht streeks worden afgeleid hoeveel woningen er in Teteringen kunnen worden gebouwd. Ook wij vinden dat Teteringen na de uitbreiding nog steeds datgene moet zijn wat het nu is, namelijk een aantrekke lijk dorp om te wonen. Maar volgens ons heeft dat meer te maken met een kwalitatief hoogwaardige stedenbouwkundige en architectonische invulling dan met de vraag of er enkele woningen meer of minder zullen worden gebouwd. Wij dringen er dan ook bij het college op aan om de voornemens op dit punt te heroverwegen. In onze opvatting kan de definitieve vaststelling van het aantal te bouwen woningen pas plaatsvinden bij de vertaling van het Structuurplan Teteringen in bestemmingsplannen. Daar wil ik het in eerste termijn bij laten. De VOORZITTER Misschien even voor de orde. Ik stel vast dat de vorige sprekers allemaal de twee punten al min of meer behandelen. Ik zou willen vragen of de andere sprekers dat ook trachten te doen. Daarmee ma ken we agendawinst en het bevordert ook, denk ik, de integraliteit. Ja? We pakken deze twee punten dus samen. Dan geef ik graag het woord aan de heer Van Yperen. De heer VAN YPEREN Mijnheer de voorzitter, dames en heren. Napoleon keert zich om in zijn graf als hij hoort wat er met de Oosterhoutseweg gaat gebeuren. Dit is het einde van een 180-jarig historisch beeld richting Ooster hout. Jammer, maar helaas. Het is waarschijnlijk niet te voorkomen. Breda '97 heeft altijd gesteld dat bouwen in Teteringen afhankelijk moet worden gesteld van de oplossing van het verkeer op de Oos terhoutseweg. Nu ligt de Mer er en nu de Mer voor ons op tafel ligt, lijkt het net of alle problemen van Teteringen uit de wereld zijn. Maar natuurlijk is dat niet zo. Met betrekking tot de ontsluiting van Tete ringen blijft alles bij het oude. Geen nieuwe visie, geen nieuwe plannen. De oude afspraak dat er pas doorgegaan wordt met het bouwen van nieuwe woningen als blijkt dat het verkeer op de Oosterhout seweg beheersbaar blijkt te zijn, een afspraak voordat burgemeester Van der Velden hier zijn plek innam en ook voordat wethouder Arbouw aan deze tafel plaatsnam, is verdwenen. Die afspraak is er niet meer, die komen we in zijn geheel niet meer tegen. De meest milieuvriendelijke oplossing voor de Oosterhoutseweg wil nog niet zeggen dat deze oplossing milieuvriendelijk is. Integendeel. Rijdende, remmende, stoppende en weer optrekkende diesels bezorgen de Oosterhoutseweg bepaald geen ideaal milieu. Dit wordt nog erger door het extra moeten stoppen voor de HOV, die overal voorrang krijgt. De HOV kunnen we eigenlijk beter een andere route geven. Dat scheelt al een heel stuk in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 31