493
10 NOVEMBER 2005
Mevrouw OVERBOOM
ben ik positief over het voorstel.
De VOORZITTER
Een korte vraag.
De heer AKINCI
Bij interruptie, een heel korte vraag. Is mevrouw Overboom het dan ook met mij eens dat het mis
schien zinvol was geweest als er eerst een advies was gevraagd, bijvoorbeeld over dat binnenplein,
en dat dit als voorwaarde was meegegeven aan de architect, en dat dan pas tot een voorlopig ont
werp en een definitief ontwerp gekomen was?
Mevrouw OVERBOOM
Neen, dat advies over het binnenplein stond in het tweede advies van de Rijksdienst, dat stond niet in
de reactie op de eerste adviesaanvraag. Ik heb indertijd wel gevraagd, want dat advies van de Rijks
dienst was inderdaad wat dubbel, om aan de Rijksdienst een duidelijker advies te vragen dan nu het
geval was, en dat is inderdaad in een later stadium gekomen. Daarom zeg ik nu wel dat het me heel
wat waard zou zijn als dit alsnog enigszins zou kunnen.
De VOORZITTER
Het woord is aan wethouder Adank.
Wethouder ADANK
Dank u wel, voorzitter. Dames en heren, laten we duidelijk zijn. Als het gaat om de lange geschiedenis
en u terugduikt in de geschiedenis - ik ga dat overigens niet doen vanavond, zeker niet gelet op de
tijd - van kadernota's, begrotingen en politieke beleidsbeslissingen, dan heeft u natuurlijk met de prin
cipiële keuze voor het bouwen van een Nationaal Grafisch Museum - een NMGV, voor de duidelijk
heid noemen we het daarom een Museum voor de Grafische Vormgeving, met de status, zoals me
vrouw Boidin terecht zegt, door de rijksoverheid erkend, ook financieel vertaald in ruim 5 miljoen euro,
en daarmee heb je de rijksstatus in twee opeenvolgende cultuurperioden wel degelijk bereikt - in rui
me meerderheid, en vanavond is dat, heb ik net even uitgerekend, ruim 69 procent van de volksverte
genwoordiging, want daar besluit u als volksvertegenwoordiging over, ook in die periode was het een
vergelijkbaar aantal raadsleden, de ontwikkeling van dit cultuurgebeuren in gang gezet, met een daar
op betrekking hebbende investeringsopdracht en een opdracht aan het toenmalige college in de vori
ge bestuursperiode, ook ten aanzien van de exploitatie, de collectie en een zes- of zevental ontwikke
lingsterreinen die we in het rapport-Bakkenist hebben vastgelegd over hoe je een project managet.
Dat is iets wat in de vorige periode is besloten en waaraan deze raad op basis van hartstikke duidelij
ke afspraken in het Programakkoord zich politiek en bestuurlijk gebonden heeft. Dat betekent ook dat
we elkaar in de ambitie hebben gevonden. Wat betreft enkele suggesties die in de richting van dit
college komen over overschrijdingen bij grote projecten. Die zijn sinds we het projectmanagement op
deze wijze vorm hebben gegeven in ieder geval in deze raadsperiode bij dit college niet aan de orde.
Het zou ook een belediging zijn, als ik de opmerking hoor van de heer Boer dat er in projecten voort
durend erg grof wordt overschreden. Dat is in ieder geval, als ik de afgelopen vier jaar even snel de
revue laat passeren, niet aan de orde geweest. Ik ga dus ook geen toezegging doen dat ik konijnen of
kippen of wat dan ook ga houden als dit museum om welke reden dan ook aan het end van de rit voor
een andere financiële verantwoording komt te staan. Ik zal overigens de verantwoording waarmee we
erin zijn gegaan natuurlijk wel goed voor mijn rekening nemen, maar garanties daarover afgeven,
voorzitter, is echt slecht. Mijn dank in de richting van mevrouw Boidin. Dat geldt ook voor de heer
Braat en voor de heer Snier van de Partij van de Arbeid. Ik denk dat zij heel nadrukkelijk hebben aan
gegeven, met de aanvulling die mevrouw Overboom heeft gegeven, vanaf het eerste uur een groot
voorstander te zijn geweest van de ambitie die je met een nationaal museum in deze unieke setting en
met deze unieke collectie kunt toevoegen aan het totale cultuurpalet van de stad. Dit is in ieder geval
een prima ontwikkeling waar we zeer snel met alle mogelijkheden die we hebben, maar wel zorgvul
dig, op door zullen pakken. Vandaar dat we ook na al die stappen, en u heeft ze even kort geschetst,
ik ga dat niet herhalen, vanaf het eerste program van eisen tot aan het definitief ontwerp, de aanbe
steding en de gunning waarvoor u nu de ruimte geeft, zullen werken aan de vervolgstappen als het
gaat om hoe je omgaat met het archeologisch onderzoek dat we serieus gaan houden en met de start
van de bouw. Ik begrijp de woorden van de heer Schoenmakers van Breda '97. Hij kent mijn stand
punt, ik ken zijn standpunt. We hebben vele malen in de commissie gedebatteerd. Ook onze debatten,