15 DECEMBER 2005 509 Wethouder VAN BLERCK-WOERDMAN Dank u wel, voorzitter. Mij is opgevallen dat het onderwerp verkeer altijd heel veel belangstelling krijgt, omdat het iedereen toch ergens wel direct raakt. Dat blijkt ook vanavond weer. Als ik zo de wensen links en rechts hoor, dan zou ik zeker willen dat het budget enige malen groter was dan het nu is, maar wij moeten roeien met de riemen die we hebben en, zoals de heer Adriaansen ook terecht zei, weinig geld maximaal benutten. Dus die keuze hebben wij gemaakt en ligt nu voor. En dan zou ik ook eigenlijk willen zeggen tegen degenen die kennelijk andere keuzes hadden willen maken: dan moet je ook zichtbaar maken welke andere keuzes, want anders kan ik daar natuurlijk niet zo heel erg veel mee. Op de eerste plaats de verkeersregelinstallaties. Daar is de heer Adriaansen mee begonnen en bijna alle anderen hebben daar ook iets over gezegd. Het onderhoud daarvan, zoals u ook hebt kun nen lezen, is beneden de maat die wij onszelf hebben gesteld. Als je dat een aantal jaren doet, dan kan dat op zich nog net, maar veel langer dan deze jaren moet je dat niet laten voortduren. Dat is de boodschap die in het stuk stond, en die wil ik hier vanavond nogmaals even herhalen. Aan het ver zoek om in de volgende commissievergadering SOV nog een overzicht aan u te presenteren, kan ik uiteraard tegemoetkomen. Wij zullen daar zorg voor dragen. De heer Adriaansen zei ook nog iets over de 30-kilometergebieden en hij haalde aan een pilot in IJsselmonde dat daar met name succesvol is, omdat er gehandhaafd wordt. Ik wil er uiteraard best naar kijken hoe men dat daar heeft gedaan. U weet ongetwijfeld allemaal dat het handhaven een probleem is, omdat de politie op basis van de richt lijnen van het Openbaar Ministerie dat niet als prioriteit heeft. Dat is niet alleen in Breda zo, dat is in het hele land zo. En als in de Kamer een wetsvoorstel geamendeerd wordt dat de bestuurlijke boetes ook wat betreft de verkeershandhaving aan de gemeenten worden toebedeeld, dan zijn we überhaupt van het probleem af, want dan kunnen we het zelf doen. Dan zei de heer Adriaansen ook nog iets over de Oosterhoutseweg, en daar wil ik natuurlijk ook wel even iets over zeggen, want hij deed dat op een nogal uitdagende manier. Ik heb het dan alleen over de communicatie. Over de inhoud hebben we het op dit moment nog even niet, dat komt ongetwijfeld op een ander moment aan de orde. Hij had het over een slechte communicatie, ofwel een gebrek aan communicatie, en dat er via de media werd gecommuniceerd. Nou, niet wat ons betreft in ieder geval. Ik kan u zeggen: ik heb geen conflict met de gemeente Oosterhout en het college ook niet. We hebben in de afgelopen jaren, en dat is begonnen met het convenant dat is gesloten en het raadsbesluit in 2002 om het definitief ontwerp van het herin richtingsplan vast te stellen, zeer frequent contact gehad met de gemeente Oosterhout. We hebben tijdens het voorbereiden van de MER-rapportage, zeker ook als het gaat om de Oosterhoutseweg, frequent contact daarover gehad en we hebben zeer onlangs aangeboden aan de gemeenteraad van Oosterhout om de plannen die er bestaan met de gemeenteraad van Oosterhout door te nemen, zo dat iedereen weet waar het over gaat. Dat voorstel is niet aanvaard. Jammer, maar helaas. En dan houdt het ook even op, wat mij betreft. Als het gaat om de verdere plannen, ik ben te allen tijde bereid tot communicatie, geen enkel probleem. En nogmaals, ik heb geen conflict en zij hopelijk ook niet met ons, en ik hoop dat wij op een prettige wijze verder kunnen gaan met de discussie over de toekomst van de Oosterhoutseweg. Mevrouw Hak had een opmerking over de fietsers. Ik denk dat ook hier, als je dus meer geld in de richting van de fietser zou willen schuiven, u dan ook moet zeggen waar het dan niet naartoe gaat. Dan moet je ook die keuzes willen maken. Gelukkig zei ze ook wel dat in het Luchtkwaliteitsplan daarvoor ook een aantal voorziening staat, en dat is ook zo. Veel substantiëler nog dan in het Verkeer- en Vervoersplan. Dus daar kunnen we toch echt heel wat voor doen. Als het gaat om de inzet van de reserves van het openbaar vervoer, daarvan heeft zij een aantal voorbeelden ge noemd, en ongetwijfeld zullen we daar in de komende periode op terugkomen. De onderwerpen lijken mij zeer zinvol. Dan de heer Stubenitsky. Hij denkt dat die 50.000 euro in het wegdek van de Claudius Prinsenlaan verdwijnt. Maar dat is niet het geval. Het is voor onderzoek hoe de aansluiting op de Zui delijke Rondweg daar beter kan dan nu, omdat dat probleem zich natuurlijk dagelijks voordoet. Dus in die zin is dat geld gewoon nodig om ervoor te zorgen dat die ontsluiting daar op enig moment verbe terd kan worden. Hij vindt dat aan verkeersveiligheid eigenlijk te weinig wordt gedaan. Ja, op zich is dat natuurlijk zo. Het kan altijd meer, het kan altijd beter. Maar dit is de keuze die wij u voorleggen. Dan de heer Scheltens. Ik ben bang dat ik hem vanavond niet tevreden kan stellen, want hij vindt dat de keuzes die gemaakt zijn verkeerd zijn. Hij zou het liefste het autoverkeer uit de binnenstad van Breda willen halen en iedereen op de fiets zetten. Ik vrees voor hem dat dat een vrome wens blijft. We hebben gekozen in Breda voor een goede bereikbaarheid van de stad, daar zijn alle infrastructurele voorzieningen ook op gemaakt. Dat je op een gegeven moment gaat reguleren, daar kan ik me iets bij voorstellen, maar dat je alles op de fiets moet gaan doen, daar kan ik me niet veel bij voorstellen, hoe belangrijk het fietsverkeer ook is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2005 | | pagina 14