498
15 DECEMBER 2005
laken is ons bekend als commissielid niet-raadslid voor de fractie D66 en ik wil de heer Taks vragen
verslag uit te brengen van het onderzoek. Het woord is aan de heer Taks.
De heer TAKS
Mijnheer de voorzitter, de commissie onderzoek geloofsbrieven heeft de geloofsbrief en de andere bij
de Kieswet gevorderde stukken, ingezonden door J.C. van der Westerlaken, roepnaam Jan, onder
zocht en in orde bevonden. De commissie adviseert de raad te besluiten tot toelating van de heer Van
der Westerlaken, want alle genoemde stukken die zij heeft onderzocht, voldoen volledig aan de ge
stelde vereisten.
De VOORZITTER
Mag ik de heer Van der Westerlaken vragen naar voren te komen om de eed af te leggen en mag ik u
allen vragen te gaan staan. De heer Van der Westerlaken heeft te kennen gegeven de eed af te willen
leggen. Ik lees de volgende tekst voor: Ik zweer dat ik om tot lid van de raad benoemd te worden
rechtstreeks nog middellijk onder welke naam of welk voorwendsel ook enige gift of gunst heb gege
ven of beloofd. Ik zweer dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten rechtstreeks nog middellijk enig
geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de
Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad naar eer en gewe
ten zal vervullen.
De heer VAN DER WESTERLAKEN
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
De VOORZITTER
Daarmee bent u benoemd tot volwaardig lid van de gemeenteraad. Van harte proficiat. Ik wil u graag
namens de raad een bloemetje aanbieden. (De voorzitter overhandigt een boeket bloemen. Applaus).
Ik weet dat het voor u geen nieuwe benoeming is. De heer Van der Westerlaken heeft al een rijke
traditie als raadslid en wethouder. We hebben samen deel uitgemaakt van een college, samen in een
gemeenteraad mogen samenwerken, ik heb u mogen ontmoeten als een zeer actief burger
commissielid en u bent een man met een grote kennis op het gebied van het cultureel-historisch erf
goed, u beijvert zich daarvoor, maar u voelt zich vooral betrokken bij Breda en zijn ommelanden. Ik
hoop dat de tijd, een korte tijd mogelijkerwijs, die u zult vervullen als raadslid u mag bevallen en ook
ons allen. Maar eigenlijk heb ik daar geen twijfel over. Nogmaals proficiat, en ik ben blij dat u van ons
deel mag uitmaken. Dank u wel.
De heer VAN DER WESTERLAKEN
Dank u wel, voorzitter.
II. MEDEDELINGEN.
De VOORZITTER
Dames en heren, de mededelingen. Ik heb niet veel mededelingen, slechts één punt. Op uw bureau
heeft u een folder gevonden over het burgerinitiatief. De griffie heeft het werk uitgevoerd waartoe u
verzocht heeft en ik denk dat er een mooi product gepresenteerd is. Woensdag zal dat verspreid gaan
worden in de richting van de wijk- en dorpsraden en de burgers. Het wordt ook aangekondigd via in
ternet en andere mogelijkheden. Ik denk dat het goed is dat u een product ziet van uw nijvere en
noeste arbeid. Daarmee is dit, denk ik, een goed moment om te kijken hoe we daarmee kunnen om
gaan.
De heer BOER
Mijnheer de voorzitter, toch even een opmerking. De achterste rij is vergeten, vrees ik.
De VOORZITTER
Dat wordt nu onmiddellijk goedgemaakt. Bij dezen.
III. VASTSTELLEN VAN DE AGENDA.
De VOORZITTER
Ik stel aan de orde het vaststellen van de agenda. U kunt instemmen met de agenda? Waarvan akte.