15 DECEMBER 2005
553
gan van deze regering, waar te maken, en dus zal voor deze categorie eerder de grens bereikt zijn
van het te besteden budget. Mijnheer de voorzitter, mevrouw Knipscheer zei dat zij geen doemdenker
is, en dat is ze ook niet, daar ken ik haar te goed voor. Maar dat ben ik ook niet. Ik heb veel vertrou
wen in datgene wat wij hier in Breda tot stand kunnen brengen samen met de zorgaanbieders en sa
men met de zorgvragers, maar ook weet ik dat dit college en zijn medewerkers een krachtsinspanning
zullen leveren om deze wet zo goed mogelijk in het belang van onze burgers uit te voeren. En als ik
grote zorgen heb over de financiële haalbaarheid van het een en ander, dan ben ik ook voorstander
om de bedragen die daarvoor bestemd zijn te oormerken. Wij moeten na de verkiezingen daar goed
naar kijken. Ik vind dat door de inspraak deze startnotitie aan waarde heeft gewonnen en mijn fractie
zal die dan ook graag ondersteunen. Ik wil u nog even wijzen op een zorg die ik onlangs las in Binnen
lands Bestuur, namelijk dat het welzijn een ondergeschoven kindje dreigt te worden. De wethouder
heeft dat ook in haar antwoord in de commissie aangegeven, en ik hoop wel dat wij kunnen constate
ren en bij de evaluatie kunnen zien of de bestedingen aan welzijn gelijk zijn gebleven na de invoering
van de WMO. Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat deze WMO voor de burgers van onze stad die dat
nodig hebben datgene zal brengen wat wij er op dit ogenblik van verwachten. Dank u wel.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Het woord is aan de heer Scheltens, GroenLinks.
De heer SCHELTENS
Voorzitter, zoals u weet, is GroenLinks absoluut geen enthousiast voorstander van deze nieuwe Wet
maatschappelijke ondersteuning. En alhoewel het begrip 'meer keuzevrijheid' als een van de voorde
len wordt genoemd, geldt dat niet voor deze wet zelf. We moeten haar accepteren als lokale overheid,
ons min of meer opgedragen door de overheid in Den Haag. Naast die keuzevrijheid wordt als een
ander voordeel van deze nieuwe wet genoemd meer beleidsvrijheid voor de lokale overheid. Daarvan
zeggen wij: gemeente, grijp die kans en durf daarbij je nek uit te steken. Maar, en dat brengt ons bij
het eerste kritiekpunt, een echte nieuwe maatschappijvisie daaronder ontbreekt. Deze wet gaat name
lijk uit van een heel andere kijk op de zorgzame samenleving. Zelfredzaamheid, simple society en dat
soort termen, daarover hadden we in feite allang met de hele Bredase samenleving in gesprek ge
moeten. Nu zijn we al verder, veel verder, want wij gaan toch met deze startnotitie als basis binnenkort
al beleidskeuzes maken en verordeningen opstellen. Een ander punt dat het gevolg is van die andere
kijk op de samenleving is de behoefte aan nog meer vrijwilligers, mantelzorgers. Terwijl om ons heen
blijkt dat steeds minder mensen vrijwilligerswerk willen doen, doen wij als samenleving juist een
steeds groter beroep op hen. Nog even als reminder, ik heb die getallen ergens gelezen, Nederland
telt op dit moment 1,6 miljoen mantelzorgers en 80% daarvan is vijfenzestigplusser. Over vergrijzing
gesproken. Straks moeten we mensen gaan verplichten om vrijwilligerswerk te gaan doen. Als dat
geen tegenstrijdigheid is. Een simple society kan en mag je niet van bovenaf opleggen, die moet ont
staan en die moet groeien, en dan mag je best wel een beetje helpen bij de randvoorwaarden. Een
grote vrees is dat de kosten te hoog worden, bijvoorbeeld door het stapeleffect van de eigen bijdra
ges. Wat ons betreft moet alles zo sterk mogelijk inkomensafhankelijk gemaakt worden. Want als je
niet uitkijkt, werkt deze wet sociale uitsluiting juist in de hand in plaats van die tegen te werken. Juist
als de gemeente een terugtrekkende beweging maakt, bestaat het risico dat deze aantallen alleen
maar verder toenemen. Wat ons erg belangrijk lijkt, is dat de financiën en de voorzieningen voor lan
gere tijd vastgelegd worden en niet telkens met een nieuwe raad of een nieuwe staatssecretaris weer
gewijzigd kunnen worden. Continuïteit in dezen geeft wat zekerheid voor de doelgroep. Wat het zorg-
loket betreft, dat lijkt steeds meer op het door ons gewenste reisbureauloket, een klantvriendelijke
intermediair en dus niet een stofzuigerverkoper met dollartekens in de ogen. Wat ons 15-puntenplan
betreft, ik heb het daar in de commissie over gehad en diverse fracties zeiden: laat die nu eens zien.
Daarover wil ik helemaal niet geheimzinnig doen, maar ik heb wat problemen met de automatisering
en dat is een understatement. Ik heb op dat gebied met mijn computer zoveel meegemaakt, ik zou er
echt wel een zwartboek over kunnen schrijven, maar daar heb je weer een computer voor nodig. Dat
zijn vrij concrete punten en die komen straks echt wel aan de orde als wij komen tot het opstellen van
de verordeningen. En zodra mijn computer weer werkt, krijgt iedereen, elke fractie, een exemplaar van
ons 15-puntenplan toegestuurd. Ik heb hier het blaadje Karakteristiek bij me dat ik toevallig vandaag in
de bus zag glijden. Dat is een blaadje van Onderzoek en Informatie, een heel leuke naam ook Karak
teristiek, en daarin stond dat er een onderzoek gaande is over een inventarisatie van doel- en risico
groepen vraagzijde. Dat lijkt mij een bijzonder nuttige exercitie en ik zie dat met heel veel spanning
tegemoet.