5 JANUARI 2006
11
De VOORZITTER
Dan is nu het woord aan het college. Ik heb begrepen dat de burgemeester als eerste wil spreken?
Het woord is aan de heer Van der Velden.
Burgemeester VAN DER VELDEN
Dank u wel, voorzitter. Ik zal in eerste instantie een korte eerste reactie geven. Daarna zal wethouder
Van Blerck antwoorden, mogelijk gevolgd door wethouder Adank. Tot slot zal ik ook nog een aantal
aan mij gestelde vragen beantwoorden. Toch heb ik behoefte aan een aantal algemene opmerkingen.
Dames en heren, de veiligheid van deze stad is een groot belang, maar ook een buitengewoon
gezamenlijk belang, en de eindverantwoordelijkheid voor deze veiligheid heb ik als burgemeester van
deze stad. Die verantwoordelijkheid zal ik moeten nemen, hoe moeilijk en weerbarstig dat soms ook
kan zijn, maar als burgemeester van Breda vind ik tevens dat ook burgers hun eigen
verantwoordelijkheid moeten kennen en die verantwoordelijkheid óók moeten nemen. Bij de Heilig-
Hartkerk bleek uit de onderzoeken dat het moeilijk was erop te vertrouwen dat de bewoners hun eigen
veiligheid konden waarborgen. Daarmee brachten ze niet alleen hun eigen veiligheid maar ook die
van omwonenden en, in geval van calamiteiten, zelfs die van de hulpverleners in gevaar. Op basis
van informatie van zowel de brandweer als de afdeling Bouw- en Woningtoezicht heeft het college
unaniem en niet anders kunnende, besloten om te handelen en dat leidde tot de zorgvuldig geplande
maar ook weloverwogen actie van woensdag 21 december. De eindverantwoordelijkheid die ik als
burgemeester van Breda voor deze spoedeisende actie heb, neem ik in volle omvang. Uiteraard vind
ook ik het van groot belang om tijdens en na de actie goed voor betrokkenen te zorgen en om de
gevolgen zoveel mogelijk te kunnen beperken. Maar geen enkele actie is zonder gevolgen. Het lag
ook absoluut niet in de bedoeling om de kerk permanent te ontruimen. Daarom is de kerk zo snel
mogelijk weer ter beschikking gesteld aan zijn tijdelijke bewoners. Als er persoonlijke bezittingen bij de
actie zijn verdwenen of beschadigd, dan moeten we dit naar goed gebruik maar ook volgens de
daarvoor geldende procedures uiteraard herstellen. Ik houd me voor dat het onze bestuurlijke
verantwoordelijkheid is om de veiligheid van de medewerkers, de omwonenden maar ook de
bewoners te garanderen tijdens de actie. Want één ding is nadrukkelijk duidelijk. Op basis van alle
rapportages en adviezen moest er snel een einde gemaakt worden aan de zeer brandgevaarlijke
situatie in de Heilig-Hartkerk. Daarbij heeft niemand, ook ik niet, zich laten leiden door de bewoners
die in die kerk wonen. Absoluut niet. Ik vind die opmerking buitengewoon misplaatst, want daar ging
het niet om. Het ging om de onaanvaardbare veiligheidssituatie die uit alle rapporten bleek. Op die
dag zijn de werkzaamheden terdege zorgvuldig met deskundigen verricht. De conclusie dat de ernst
van het verhaal nog groter was dan gedacht, bleek ook uit de vervolgrapportage. Voor de
beantwoording van de inhoudelijke vragen, hoe de actie is voorbereid en verlopen, geef ik als eerste
het woord aan wethouder Van Blerck.
De VOORZITTER
Mevrouw Van Blerck, ga uw gang.
Wethouder VAN BLERCK-WOERDMAN
Dank u wel. Vooraleer ik begin met de beantwoording van de vele vragen die zijn gesteld, wil ik
eigenlijk toch even iets rechtzetten. Dat was de opmerking van mevrouw Bos, dat het een slechte
zaak was dat deze wethouder niet aanwezig is geweest. Ik kan stellen dat ik er wel geweest ben. In de
loop van de middag heb ik daar na mijn andere verplichtingen uitgebreid rondgekeken. Ik heb niet met
de krakers gesproken, omdat mij was gemeld dat daaraan absoluut geen behoefte was, dus ik heb dat
ook niet gedaan. Dat gesprek is later gevolgd op een ander tijdstip. Dat wilde ik even rechtzetten,
voordat er een misverstand over dat punt bestaat. Ik zou eigenlijk willen beginnen met u in een
chronologische volgorde te laten horen hoe het precies is gegaan, ook qua data. Medio november
2005 worden er van een aantal omwonenden en de Vereniging Behoud Heilig-Hartkerk schriftelijk en
digitaal een aantal klachten casu quo meldingen gedaan met betrekking tot de toestand in en om de
kerk en vervolgens worden daarover ook door de CDA-fractie in de gemeenteraad artikel 41-vragen
gesteld. Deze klachten en deze vragen waren aanleiding om de kerk te onderwerpen aan een
integrale controle van Bouw- en Woningtoezicht en de brandweer, dus niet alleen een controle door
de brandweer, maar een integrale controle die mede te maken had met de bouwkundige staat van
een en ander. De bevindingen daarvan van de brandweer zijn opgenomen in een rapport van de
brandweer van 16 december 2005. Dit rapport is vervolgens aan Bouw- en Woningtoezicht gezonden
en daarna heeft Bouw- en Woningbouwtoezicht op 19 december haar eigen bevindingen en
conclusies getrokken. Die conclusies waren overduidelijk. Er was sprake van een onaanvaardbare en
levensbedreigende situatie voor de bewoners van de kerk alsmede voor de direct omwonenden. Ook