5 JANUARI 2006
13
brandonveiligheid. Dat had gekund. Natuurlijk had dat gekund, maar ik zal u ook zeggen waarom ik
dat toch niet heb aangeraden aan het college. Ik had niet de zekerheid dat de bewoners al die zaken
die wij brandonveilig vonden op de kortst mogelijke termijn naar buiten zouden dragen. Die zekerheid
had ik gewoon niet. De situatie was dermate onveilig dat we ook niet het risico konden nemen dat we
in een lang onderhandelingsproces zouden geraken waarin steeds een beetje werd toegegeven en
men daarna zou zeggen: dit lijkt ons wel genoeg, want dit lijkt ons niet brandgevaarlijk. Ik kan u
zeggen dat de brandgevaarlijkheid wat mij betreft ononderhandelbaar was. Daarbij zijn er strenge
eisen en ik vind dat je als gemeente daaraan moet willen voldoen. Ook de mensen die het betreft
moeten daaraan voldoen. Bovendien waren er zoveel slechte punten aangetroffen in de kerk dat het
absoluut noodzakelijk was dat door deskundigen een en ander op het gebied van gas en elektra
enzovoort zou worden afgesloten. Wat betreft al de bouwwerken die daar op de grond stonden, kan ik
meteen wel het volgende aangeven. Je kunt zeggen: wat maakt het nou uit, zo'n houten schuttinkje
waar je achter ligt te slapen? Het was natuurlijk wel zo dat hoog in de kerk een aantal bouwwerken
was neergezet die redelijk wiebelig waren. Daar stonden overigens ook kachels op. Die hadden we
nooit kunnen weghalen als de vloer niet vrij was om de grote apparaten die dat moesten doen de
gelegenheid te geven dat te doen. Dat de mensen daar allemaal niet vrolijk van werden, dat kan ik me
heel goed voorstellen. En dat ook menigeen teleurgesteld is over het feit dat er een aantal
persoonlijke bezittingen verloren is gegaan, dat kan ik me ook goed voorstellen. Maar het is niet
anders. Nogmaals, ik vond dat over de hele gang van zaken rondom de brandveiligheid en de normen
die wij daarvoor stellen niet te marchanderen viel. Dit waren in het algemeen de vragen die het meest
gesteld zijn. Ik kijk nu nog even of er bij de verschillende inbrengen nog vragen zijn blijven liggen. De
heer Boer heeft een opmerking gemaakt over de Ipg-tank. Daarvan zegt hij, en dat is toch wat
makkelijk, dat die tank, als hij open was geraakt tijdens andere werkzaamheden van de krakers, door
hen wel weer op tijd dichtgedraaid zou zijn. Ik kan u wel zeggen dat zij zelf niet wisten dat die tank
daar lag. En als je onoordeelkundig daar aan de gang was gegaan Ik weet niet of u weet wat het
gevolg is van een ontploffende Ipg-tank? Ik kan u zeggen dat menig omwonende dat niet had kunnen
navertellen. Dus dat was op zich al een reden om te zorgen dat deze tank verwijderd kon worden. Wij
wisten overigens ook zelf als inspectieteam niet dat die tank daar lag, dus ook voor ons was dit een
complete verrassing.
De heer BOER
Ik heb dat niet zo gezegd en ik vind dat de brandweer dat al vele jaren had moeten weten.
Wethouder VAN BLERCK-WOERDMAN
Dat is absoluut
De VOORZITTER
Ik vind dat we tot de tweede termijn moeten wachten, maar het is gebeurd. Geen tweede keer.
Wethouder VAN BLERCK-WOERDMAN
Er lagen zoveel andere - hoe zal ik dat zeggen? - 'elementen' opgestapeld boven op die tank, dat
niemand heeft kunnen weten, ook de brandweer niet bij de inspectie, dat die tank daaronder lag.
Daarom is het maar goed dat die is weggehaald. Dan nog even iets over het gas, water en licht. Ik wil
eerst iets zeggen over de brandblussers en de brandslang, waarover een aantal opmerkingen is
gemaakt. Ik heb dat later nog een keer doorgelezen. Ik vind zelf dat wij het, gezien datgene waarop
het uiteindelijk is uitgedraaid, en dat was voornamelijk de brandveiligheid - wat wij dus zelf ook niet
verwacht hadden, laat dat duidelijk zijn - natuurlijk voor onze rekening zullen nemen om daar vier
nieuwe brandblussers af te leveren, want dat is iets wat in het kader van de brandveiligheid absoluut
noodzakelijk is. Wij zullen ook de brandslang aan de linker voorzijde repareren, omdat dat in hetzelfde
kader een belangrijke rol speelt. De deuren. Daarover heeft, geloof ik, de heer Scheltens vragen
gesteld. Ik weet niet of u bekend bent met de situatie in de kerk en de toegang tot de kelder waar die
houseparty's worden gehouden. Ik zal het even voorlezen, dan is het misschien duidelijker. Er zijn in
opdracht van de gemeente twee deuren dichtgezet door middel van het aanbrengen van een houten
beplating op de kozijnen. Er is geen sprake van dichtgelaste deuren. De betreffende deuren betroffen
beide toegangen tot de kelder. Achter aan de linkerzijde van de kerk bestond de mogelijkheid om de
kerk via een trap te verlaten. Het onderste gedeelte van deze trap was niet meer aanwezig. Door de
bewoners was ter plaatse door middel van een pallet een mogelijkheid gemaakt om het laatste deel
van deze trap te overbruggen met een sprong. Deze mogelijkheid werd als gevaarlijk bestempeld. De
andere deur bevond zich aan de rechterzijde van de kerk en fungeerde als toegang tot de kelder.
Besloten werd om de kelder af te laten sluiten vanwege het feit dat er in de kelder houseparty's met