5 JANUARI 2006 35
tweeën een. Of er is een acute, urgente, brandgevaarlijke situatie, en dan had de brandweer de
burgemeester op 12 december moeten bellen en had de burgemeester onmiddellijk moeten ingrijpen.
Of die situatie is er niet, en dan kun je negen dagen wachten en is er geen reden om zo in te grijpen
als nu is gebeurd. U had ook gewoon bij de krakers kunnen aanbellen en zeggen: het is hier
brandgevaarlijk, overmorgen komen we controleren, dit en dit moet veranderd worden, en dit en dit is
te gevaarlijk, dat nemen we alvast mee. Zo had het ook kunnen gebeuren, zo móét het ook gebeuren.
En als u zegt: het was zo gevaarlijk dat we acuut moesten ingrijpen, dat we het gedaan hebben zoals
we het moesten doen, dan is dat niet geloofwaardig. Wethouder Van Blerck gaf in het voorbeeld dat
zij aanhaalde heel duidelijk aan waar nou het probleem precies zat. De heer Boer speelde daar al op
in. Het voorbeeld van die bewoner die een levensbedreigende situatie in huis heeft, een buurman die
dat constateert, waarna je vervolgens langs komt, aanbelt en zegt: het is onverstandig wat u daar
doet, daaraan moet u eigenlijk maar eens een eind maken en dat kunt u maar beter doen. Dat is
inderdaad iets anders dan met twintig man met breekijzers die persoon zijn huis verruïneren en alles
wat maar kan fikken eruit te halen. Voorzitter, er is door verschillende fracties ook gesproken over een
vergelijking met de horeca na de ramp in Volendam. Maar hoeveel tijd is er niet overheen gegaan na
die ramp, totdat alles hier in Breda en in Nederland op orde was? En wat als daar in de tussentijd wat
was gebeurd? Waarom kon dat daar wel, waarom kon je daar wel mensen aanschrijven en zeggen: dit
en dit deugt niet, doe er iets aan, en waarom kon dat nu niet? Voorzitter, een ander voorbeeld als we
het hebben over handhaven en over de horeca. Mag ik u even restaurant De Drie Gezusters in
herinnering brengen? Voorzitter, als ik die dingen samenvoeg: a. een ongeloofwaardige
beantwoording, b. onbehoorlijk bestuur, c. een volkomen verkeerde inschatting van de situatie en d.
ook de misleidende informatie aan de fractievoorzitters en in het persbericht, dan is dat wat ons betreft
vier keer genoeg voor een motie van afkeuring. Als je dan nog erbij neemt de mate van arrogantie die
het college in zijn beantwoording uitstraalt namelijk: wij hebben absoluut niets fout gedaan, die
brandslangen, daar kan niemand omheen, maar voor de rest hebben we het gedaan zoals we het
moesten doen, we zouden het morgen weer doen, dan denk ik dat zelfs een motie van wantrouwen
wel op zijn plaats was geweest. Goed, we zullen maar zeggen net als een voetbalcommentator: laat
het geel met een rood randje zijn. Het is een motie van afkeuring met een (rouw)randje van een motie
van wantrouwen. Tot zover.
De VOORZITTER
(tot de publieke tribune) U moet zich wel proberen te beheersen. Het woord is nu aan mevrouw
Overboom van D66.
Mevrouw OVERBOOM
Voorzitter, zoals de heer Scheltens al aangaf, gaat het vanavond niet over de noodzaak of er al dan
niet iets moest gebeuren en of er sprake was van een onveilige situatie. Ik denk dat dat in zijn
algemeenheid wel wordt onderschreven. Het gaat, en dat heb ik in de eerste termijn al aangegeven,
om de wijze waarop de ontruiming heeft plaatsgevonden. Is er vooroverleg geweest met de krakers,
had dat gekund of niet, en hoe is vervolgens de actie uitgevoerd? Uit de reactie van het college krijg ik
geen steekhoudende argumenten waarom er voorafgaand aan de actie tussen 12 en 21 december
geen overleg met de krakers had kunnen plaatsvinden. De heer Haarhuis heeft zelfs een argument
gegeven dat er met deze krakers in redelijkheid valt te praten over de situatie waar ze verblijven
De heer HAARHUIS
Voorzitter,
Mevrouw OVERBOOM
De pastorie is op orde, heeft hij aangegeven, en daar zitten dus ook krakers.
De heer HAARHUIS
Voorzitter, ik denk dat je de twee complexen en de bewoners niet door elkaar moet halen.
Mevrouw OVERBOOM
Als u constateert dat in de pastorie de zaken op orde zijn, dan had die situatie met de groep krakers
die in de kerk zit ook gerealiseerd kunnen worden. Blijkbaar zijn daartoe in de tijd daarvoor geen
pogingen ondernomen, ook niet in de periode tussen 12 en 21 december. Mevrouw Boidin geeft ook
aan contacten te hebben met de heer Skip. Dat onderschrijft voor mij nog een keer dat er in
redelijkheid met deze krakers te praten valt. Feitelijk geeft het college dat ook al aan als het zegt dat
de krakers in het vervolg een lijst krijgen waarop staat waaraan in deze kerk voldaan moet worden.