55
12 JANUARI 2006
zegeningen van het dualisme volledig deelachtig zal worden. Zoals de raadsvoorzitter vier jaar gele
den zei: vernieuwen is een continu proces. Jij hebt de start gemaakt en voor het vervolg een stevige
basis gelegd. Het is aan de volgende raad, je medewerkers en je opvolger om het in gang gezette
proces onverminderd voort te zetten. Als een van je laatste wapenfeiten heb je het eerder genoemde
plan van aanpak dat ik zojuist noemde, gemaakt samen met de fractievoorzitters. Dat is een heel ste
vig pakket van activiteiten waarover de meningen soms nog sterk uiteenlopen. Dus is er ook in de
komende raadsperiode nog veel werk te doen. Wie jouw opvolger ook mag worden, Annelies, ik hoop
dat deze de raad met hetzelfde enthousiasme en met dezelfde kritische houding zal ondersteunen. Ik
sluit af met je te danken voor alles wat je voor ons hebt gedaan, je succes te wensen in je toekomstige
werkzaamheden, en dat in de wetenschap dat de leden van de raad als afscheidscadeau gul zullen
bijdragen aan het door jou gekozen goede doel. Annelies, bedankt.
De VOORZITTER
Tot slot is het woord aan de scheidend raadsgriffier, mevrouw De Wit.
Mevrouw DE WIT-VAN HERPEN
Mijnheer de voorzitter, leden van de raad, leden van het college, dames en heren genodigden. Ik wil
beginnen met zowel de voorzitter als de nestor van deze raad heel hartelijk te danken voor de loven
de, heel vriendelijke woorden. Ik kom op een aantal punten zodadelijk terug. U kunt zich voorstellen,
mij kennende, dat ik op deze stoel heel vaak gezeten heb met het idee van: jezus, wat zou ik nou
graag wat willen zeggen. Dat mocht ik niet, en terecht, dat is heel logisch. Dus ik ben daarom zeer
vereerd dat u mij vanmiddag de gelegenheid geeft om nu één keer het woord tot u te mogen richten.
Ik ben ook blij dat ik dat mag doen in aanwezigheid van een aantal genodigden, waarbij ik in het bij
zonder oud-burgemeester Frans Feij en zijn echtgenote zou willen noemen. Weliswaar heb ik met
hem niet gewerkt in het kader van het dualisme, maar vooral in het begin van mijn carrière is hij voor
mij een heel groot voorbeeld in mijn functioneren geweest. De laatste dagen heb ik me geregeld afge
vraagd wat ik vanmiddag tegen u zou gaan zeggen. Praten over het verleden of juist over de toe
komst. Eén ding was duidelijk. Het kon niet anders dan over dualisme gaan. Immers, zonder de invoe
ring van het dualisme had ik hier vandaag niet gestaan. En dat roept onmiddellijk de vraag op of dat
zo belangrijk is. Niet dat ik hier sta natuurlijk, maar de invoering van dat dualisme. En daarvoor zou ik
toch graag wat terug in de tijd willen gaan. De afgelopen jaren werd de roep om bestuurlijke vernieu
wing steeds luider. Niet alleen door de partij die zich in eerste instantie daarvoor het sterkst maakte,
maar door de tijd heen ook door anderen. De vitaliteit en de herkenbaarheid van de in dit geval lokale
democratie werden en worden nog steeds bedreigd. Het zogenaamde 'Huis van Thorbecke' paste niet
meer in de veranderende omgeving. Het vorige kabinet besloot voortvarend, althans zo leek het, de
veranderingen ter hand te nemen. Professor Elzinga bracht zijn adviezen uit. Overal in het land wer
den, zoals dat bestuurlijk en ambtelijk Nederland betaamt, stuurgroepen, werkgroepen, adviesgroe
pen, en ga zo maar door, opgericht. Niet iedereen stond te juichen bij de ideeën. Sterker nog, ik geloof
dat niemand juichte. Burgemeesters hadden problemen, wethouders voelden zich bedreigd en ge
meenteraden hadden over het algemeen geen idee wat er van hen werd verwacht. En last but not
least, de gemeentesecretaris. Zij zagen hun functie, althans dat dacht men, uitgehold omdat er een
functionaris zou worden benoemd die een aantal van de wettelijke taken uit het takenpakket van hem
zou overnemen, een zogenaamde griffier. Zo niet in Breda. De toenmalige gemeentesecretaris, Ber
nard Ouwerkerk, besloot aan deze cultuur niet mee te doen. Hij was van mening dat, hoewel het dua
lisme volgens hem niets zou toevoegen, nu de wetgever daartoe eenmaal besloten had, een en ander
alleen zou werken als men positief zou inzetten. Hiermee behoorde hij landelijk in ieder geval tot de
minderheid. Later zou blijken hoe verstandig dat was. Op 14 maart 2002 werd als gevolg van het dua
lisme de aanstelling van de griffier, zoals gezegd, verplicht. De wettelijke taken, het ondersteunen van
de voorzitter en het ondersteunen van de voorzitters van de commissies, werden concreet genoemd,
maar daar bleef het bij. En wat dualisme was Dames en heren, wat dualisme betekende, was abso
luut niet duidelijk en de zin ervan voor velen al helemaal niet. Maar velen begrepen wel dat er iets
moest veranderen. De burger voelde zich totaal niet betrokken bij de lokale politiek en hoewel als
reden daarvoor wel werd en ook nog wordt gegeven dat de burger niet geïnteresseerd is omdat er
geen zorgen zijn en omdat alles zo goed gaat, lijkt me dit op z'n minst wel de gemakkelijkste uitleg. De
taak en de verantwoordelijkheden van de raad en van het college waren volstrekt diffuus; het bestuur
en de controle daarop waren vermengd geraakt. En daarenboven, en dat was naar mijn mening de
belangrijkste oorzaak, was de raad veel te veel intern en te weinig extern gericht. De bekendheid van
de raadsleden was schrikbarend laag. Wat er dus moest veranderen, was allereerst de ontvlechting
van de raad en het college door de scheiding van posities en bevoegdheden. De wethouders zijn niet
langer lid van uw raad. En dat is goed. De bestuursbevoegdheden zijn geconcentreerd bij het college,