16 FEBRUARI 2006 68 De heer DUBBELMAN Dat was de laatste zin. U had het over één zin. Die heeft u uitgesproken. De VOORZITTER Ik denk dat u het toch Mevrouw OVERBOOM te bezien. De VOORZITTER Mevrouw, ik geef nu het woord aan de wethouder. Ik kan mij voorstellen dat u niet gelukkig bent met de afspraak, maar die afspraak is wel democratisch tot stand gekomen De heer BOER Mijnheer de voorzitter, De VOORZITTER en dan is dat de norm. Daar kan men best enigermate in schuiven, maar het moet wel redelijk blij ven, ook om de procedure en de aard van de vraagstelling geen geweld aan te doen. Het woord is aan de wethouder. De heer BOER Mijnheer de voorzitter, even, als het mag De VOORZITTER Neen, neen. Het woord is aan De heer BOER Ze sprak ook namens ons. De VOORZITTER Akkoord. Het woord is aan de wethouder. Wethouder VAN BLERCK-WOERDMAN Voorzitter, ik wilde een uitgebreid antwoord op de vragen geven, maar nu moet ik mij dus ook gaan beperken. Naar aanleiding van de brief die is binnengekomen, is door een inspecteur Toezicht en handhaving een inspectie uitgevoerd. Hierbij is in eerste instantie ervan uitgegaan dat de interne wij zigingen bouwvergunningvrij waren. Ook de uitbreidingen aan de achterzijde van de woningen betref fen vergunningvrije bouwwerken. Voor de voorgevels is men vergunningsplichtig. De nieuwe interne wijzigingen die inmiddels hebben plaatsgevonden, zijn dermate ingrijpend van aard dat deze aange merkt dienen te worden als vergunningsplichtige bouwactiviteiten. Dat geldt dus niet voor de achter gevel. Dat wilde ik even duidelijk stellen. Op grond van het huidige bestemmingsplan is het alsnog verlenen van een bouwvergunning voor de interne wijzigingen niet mogelijk. Alvorens tot handhavend optreden wordt overgegaan, dient onderzocht te worden of legalisering tot de mogelijkheden behoort. Dat moet altijd eerst gebeuren en dat ligt op dit moment voor bij de afdeling Ruimtelijke Ordening. U heeft in uw vraag met name gesproken over het aantal van vijf personen. Dat aantal van vijf is afkom stig uit de Bouwverordening 1993. Daar staat dat in en dat is afgeleid van de model-Bouwverordening waarin zelfs een aantal van tien personen is opgenomen. De gemeente is vrij om daar haar eigen invulling aan te geven, mits ze maar binnen die tien blijft. Breda heeft gekozen voor vijf personen en dat is een doodgewoon aantal in Nederland. Het kan lager zijn en ook hoger, maar een aantal van vijf is heel gewoon. Zoals in de Bouwverordening is aangegeven en ook in de Verordening op de logeer- en kamerverhuurinrichtingen, is dat getal van vijf met name bestemd om te controleren op de brand veiligheid qua gebruik van de panden - en u weet inmiddels dat wij daar heel strikt in zijn. De vergun ning op grond van die verordening heeft als doel om in die huisvestingssfeer een situatie te scheppen of te waarborgen die voldoet aan de gangbare normen die je daarvoor kunt stellen. Die ziet dus niet toe op stedenbouwkundige en/of ruimtelijke aspecten die bij de bewoning in de vorm van kamerver- huur aan de orde kunnen komen, zoals bijvoorbeeld de parkeerproblematiek of andere zaken. Daar voor is het bestemmingsplan het geijkte middel. Zoals ik al aangaf, is het verlagen van de grens van vijf personen wat ons betreft niet aan de orde, want dat heeft nogal wat gevolgen, met name als het gaat om de vergunningverlening en de handhaving, met in het achterhoofd het aantal personen dat je

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 10