VI. INGEKOMEN STUKKEN. 16 FEBRUARI 2006 74 De VOORZITTER Goed. Daarmee is in twee termijnen gesproken. Aan de orde zijn de ingekomen stukken. Ik stel eerst aan de orde De heer BOER Eerst de notulen, mijnheer de voorzitter. V. VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE RAAD VAN DE GE MEENTE BREDA VAN 10 NOVEMBER 2005, 15 DECEMBER 2005, 5 JANUARI 2006 EN 12 JA NUARI 2006. De VOORZITTER De notulen worden eerst vastgesteld uiteraard. Wie van u over de notulen? De notulen van 10 no vember, 15 december, 5 januari en 12 januari. Niemand? Aldus besloten. Akkoord met de notulen van 10 november 2005, 15 december 2005, 5 januari 2006 en 12 januari 2006. A. INTERPELLATIEVERZOEK LEEFBAAR-BREDA/DE PAREL VAN HET ZUIDEN BETREFFENDE ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN OP HET BEYERD-TERREIN; B. INGEKOMEN STUKKEN; C. ARTIKEL 41-VRAGEN REGLEMENT VAN ORDE. A. INTERPELLATIEVERZOEK LEEFBAAR-BREDA/DE PAREL VAN HET ZUIDEN BETREFFENDE ARCHEOLOGISCHE VONDSTEN OP HET BEYERD-TERREIN. De VOORZITTER Eerst is aan de orde de behandeling van het interpellatieverzoek. De heer Boer. De heer BOER Dank u, mijnheer de voorzitter. Wij hebben een interpellatieverzoek gedaan aan het college. Het is een ondervraging over de vondsten op het Beyerd-terrein. Wij zijn hiervan zeer onder de indruk ge raakt en wij zijn ook ter plekke geweest en hebben met de stadsarcheoloog gesproken. Het is toch een heel bijzondere, unieke vondst die daar gedaan is. Het erge is dat daarvoor gewaarschuwd was, in die zin dat was aangegeven dat daar belangrijke vondsten zouden plaatsvinden. Wij zijn op het terrein geweest waar straks eventueel een kelder zal komen. Wij vinden het een heel slechte zaak. Wij zouden het college graag vragen hierover willen stellen en daarom verzoeken wij de interpellatie door te laten gaan. De VOORZITTER Kan de raad instemmen met dit interpellatieverzoek? Wie wil het woord? De heer Dubbelman, CDA. De heer DUBBELMAN Voorzitter, de CDA-fractie is altijd zeer geneigd om interpellaties toe te staan. Alleen vinden wij wel dat het begrijpelijke interpellaties moeten zijn. Wij begrijpen eigenlijk dat u de sloop betreurt, en dat begrij pen wij, daar hebben wij respect voor. Maar dankzij die sloop is er blijkbaar iets waardevols gevonden. Zegt u nu eigenlijk: er moet meer gesloopt worden, zodat er meer waardevols gevonden kan worden? De heer BOER Neen. Ik denk toch dat u niet ter plaatse bent geweest. Anders had u kunnen zien dat het meest be langrijke niet onder Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE De CDA-fractie is zeker ter plaatse geweest De VOORZITTER Ik stel voor dat eerst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 16