16 FEBRUARI 2006
106
De heer AKINCI
Ik doe het even vanuit mijn plek. Ik heb de moties nog niet, maar ik probeer op deze manier toch al
even daarop te reageren. Ik denk dat het ten eerste belangrijk is dat de wethouder in zoverre hierop
reageert dat wij, als het gaat om het bewaren en het beschermen van archeologisch erfgoed, nog
altijd met het verdrag van Malta zitten. Het is ook gebruikelijk dat, indien mogelijk, archeologisch erf
goed dusdanig wordt bewaard dat eigenlijk gewoon de grond er weer overheen gaat, want de beste
manier om dergelijke vondsten te bewaren, is om er aarde terug op te gooien. Dat wordt in dit geval
wat lastig op het moment dat er een museum bovenop gebouwd wordt. Maar in die zin denk ik dat we
eerst goed moeten weten wat op dit moment de stand van zaken is als het gaat om het bewaren en
veiligstellen van die archeologische vondsten, waarbij het verdrag van Malta natuurlijk de eerste en
belangrijkste eis is waaraan we moeten voldoen.
De VOORZITTER
Dat was het, mijnheer Akinci?
De heer AKINCI
Dat was een vraag aan de wethouder die volgens mij ook een termijn heeft in een interpellatiedebat.
De VOORZITTER
Ja. Dat heb ik ook geschetst in het begin.
De heer AKINCI
Dat klopt.
De VOORZITTER
De heer Kwisthout, SP.
De heer KWISTHOUT
Voorzitter, onze vraag is min of meer vergelijkbaar, in die zin dat onze vraag is: is het mogelijk om
deze motie uit te voeren, dus de vondsten zichtbaar te maken, en daarbij ook te voldoen aan de eisen
die aan de bewaring worden gesteld? Er zijn natuurlijk twee belangen die misschien vechten om voor
rang, namelijk dat mensen kennis kunnen nemen van hetgeen daar opgegraven is en dat het ook
bewaard blijft voor latere generaties. Is het zo dat die belangen vechten om voorrang, en zo neen, kan
deze motie dan ook goed uitgevoerd worden?
De VOORZITTER
Mevrouw Overboom.
Mevrouw OVERBOOM
Voorzitter, wij hechten er ook aan dat de archeologische vondsten, als dat kan, zichtbaar blijven. Dat
is gebeurd bij de stadsmuur, maar bij de Mark is dat helaas misgegaan. Ik denk dat we tot het uiterste
moeten proberen om ze zichtbaar te houden. Alleen, aansluitend op de vraag van GroenLinks en SP,
moeten we wel even weten wat mogelijk is.
De VOORZITTER
Het woord is aan wethouder Adank.
Wethouder ADANK
Voorzitter, als het gaat om de planontwikkeling van De Beyerd, zoals die door een meerderheid van
de raad is vastgesteld, was een van de volgende stappen daarbij, en dat hebben we ook ruimschoots
aangegeven, om drie maanden uit te trekken om de archeologen de gelegenheid te geven te kijken
wat het bodemarchief zoal oplevert. En er zijn inderdaad interessante vondsten gedaan. Dat we kon
den gaan graven, was nou juist het aardige. Overigens wisten we wel, maar de heer Boer deed net
alsof het onbekend was, dat het daar op die plek buiten de toenmalige stadswallen - waar we overi
gens opgravingen hebben gedaan in het kader van de Vlaszak, zoals u weet, en ook aan de kant van
de Artotheek - heel logisch was dat we ook ter plekke onder de vloer van de bijgebouwtjes achter het
echte monument De Beyerd zaken zouden aantreffen die de stadsgeschiedenis anders zouden gaan
bepalen. Nou, dat is op zichzelf uniek en dat is een vondst. Het is juist het aardige van deze archeolo
gische opgravingen dat daarmee een stukje van onze stadsgeschiedenis weer gaat veranderen, met