16 FEBRUARI 2006 109 Wethouder ADANK Ze zijn allebei niet terzake, voorzitter, gelet op de eerdere besluitvorming van de planontwikkeling van het grafisch museum. De VOORZITTER Wie heeft behoefte aan een stemverklaring? De heer Akinci, de heer Kwisthout en de heer Schoen makers. De heer Akinci, GroenLinks. De heer AKINCI Voorzitter, ik probeer het heel kort te doen. Hoewel ik het woord 'sympathiek' niet wil gebruiken, kan ik me aan de ene kant best voorstellen dat je inderdaad denkt: wij willen zoveel mogelijk van onze histo rie zichtbaar maken. Maar voorzover dat al kan, en ik begrijp uit de beantwoording dat dat heel erg lastig is, denk ik ook dat het omhoog halen en het zichtbaar maken van eventuele sporen die er nog zijn, en voorzover niet geconserveerd, de bodem nog verder zou verstoren. Ik denk dat dat helemaal niet in het belang is van het bewaren van onze historie. Dus in die zin geldt voor beide moties dat wij niet akkoord zullen gaan. De heer BOER Dat is een pure drogreden. Dat De VOORZITTER De heer Kwisthout, SP. De heer KWISTHOUT Voorzitter, van de motie waarin gezegd wordt dat de vondsten van een dusdanig belang zijn, enzo voort, denken wij dat die te breed is, omdat niet alle vondsten van een dergelijk belang zijn dat je daarin geld moet investeren zodat ze zichtbaar bewaard blijven, los van het feit dat dat ook weieens niet goed voor die vondsten kan zijn. Wij vinden wel dat het wenselijk is om in ieder geval iets te laten zien van wat daar op die locatie geweest is. Vandaar dat wij de motie-'waterput' wel zullen steunen. De VOORZITTER De heer Schoenmakers, Breda '97. De heer SCHOENMAKERS Mijnheer de voorzitter. Het is u allen bekend dat mijn fractie een tegenstander is geweest van de af braak van het achterdeel van De Beyerd. Nu daartoe eenmaal bij raadsmeerderheid is besloten en er archeologische vondsten zijn gedaan, ben ik het helemaal eens met datgene wat de wethouder naar voren heeft gebracht, dat op een wetenschappelijke manier datgene wat gevonden is in allerlei publi caties naar voren zal komen. Wij zullen de twee moties van Leefbaar-Breda daarom niet steunen. De VOORZITTER Mevrouw Overboom van D66. De heer Van der Westerlaken vraagt het woord. Ga uw gang. De heer VAN DER WESTERLAKEN Voorzitter, mij is uit het antwoord van de wethouder niet helemaal duidelijk gebleken wat nou eigenlijk mogelijk is. Ik kan me voorstellen dat alles De VOORZITTER Het gaat om een stemverklaring over de beide moties, mijnheer Van der Westerlaken. De heer VAN DER WESTERLAKEN Ja, De VOORZITTER Ik vind het heel vervelend, maar u heeft met elkaar een reglement van orde geformuleerd, tot in detail heeft u geformuleerd als raad hoe u dat wenst te beschouwen. Het enige wat ik u vraag, is om u bin nen die context op te stellen. Als u daar een bijstelling in wilt, denk ik dat het goed is om mogelijk in een nieuwe periode met elkaar te overleggen over welke wijze. Nu is aan de orde het afleggen van de stemverklaringen. De heer Van der Westerlaken?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 51