15 MAART 2006
114
De VOORZITTER
Bericht van verhindering in verband met ziekte is ontvangen van mevrouw Overboom. Het spijt haar
zeer, maar zij is niet in de gelegenheid vanavond hier aanwezig te zijn.
III. VASTSTELLEN VAN DE AGENDA.
De VOORZITTER
Dan het vaststellen van de agenda. Kunt u instemmen met de orde? Dan is dat duidelijk.
Akkoord met de agenda.
IV. INGEKOMEN STUKKEN.
Bij de raad ingekomen stukken worden apart vermeld op een bij deze agenda behorende bijlage. Bij
ieder stuk wordt een procedureel voorstel gedaan over de wijze waarop het moet worden afgehan
deld.
De VOORZITTER
Dan kom ik bij de ingekomen stukken. Kunt u instemmen met de ingekomen stukken?
Akkoord met de stukken onder A., C. en E.
V.
1. INTREKKEN REGLEMENT REKENINGSCOMMISSIE BREDA 1997.
De VOORZITTER
Aan de orde stel ik het intrekken van het Reglement Rekeningscommissie Breda 1997. Uw raad heeft
bij gelegenheid van de instelling van het zogenoemde Auditcomité, maar ook met het oog op de instal
latie van de lokale Rekenkamer, besloten dat er in de nieuwe raadsperiode geen behoefte meer is aan
een afzonderlijke Rekeningscommissie. De overige werkzaamheden van deze commissie zullen in het
vervolg worden uitgevoerd door de raadscommissie belast met het werkterrein financiën. En aldus
wordt voorgesteld het Reglement Rekeningscommissie Breda 1997 in te trekken, met dankzegging
aan de leden voor hun werkzaamheden gedurende de afgelopen periode. Kunt u daarmee instem
men? Dan is aldus besloten.
Akkoord.
2. BESLISSING OVER TOELATING VAN DE OP 7 MAART 2006 GEKOZEN NIEUWE RAADSLE
DEN.
De VOORZITTER
Aan de orde is de beslissing over de toelating van de op 7 maart 2006 gekozen raadsleden. Ten be
hoeve daarvan heeft de commissie Onderzoek Geloofsbrieven onderzoek gedaan. Ik wil graag de
voorzitter van de commissie, de heer Taks, het woord geven om verslag uit te brengen. De commissie
is mede compleet gemaakt door mevrouw Boidin en de heer Haarhuis. Het woord is aan de heer
Taks.
De heer TAKS
Mijnheer de voorzitter, de commissie Onderzoek Geloofsbrieven heeft hedenmiddag het onderzoek
verricht van de geloofsbrieven en de overige bij Kieswet gevorderde stukken zoals die zijn ingezonden
door de personen die bij besluit van de voorzitter van het centraal stembureau op donderdag 9 maart
zijn benoemd tot lid van de raad van de gemeente Breda. Dankzij de voortreffelijke ambtelijke onder
steuning van de medewerkers van de afdeling Burgerzaken is dat onderzoek met grote voortvarend
heid geschied, voorzitter, en wij hebben de conclusie kunnen trekken dat alle benoemd verklaarde
personen aan de wettelijke eisen voldoen. Dat betekent dat de commissie de raad adviseert die per
sonen toe te laten als lid van de gemeenteraad. Het gaat om de volgende personen, ik zal ze u even
noemen: de heer A.C.A.M. Adank, de heer O.S. Akinci, de heer A.L.E. Arbouw, de heer J.N. Augen-
broe, mevrouw S.M. Boelema, de heer J.O.E. Boer, mevrouw M.J. Boidin-van Hoeve, mevrouw S. van
der Bruggen, de heer B.J. Driehuijs, de heer P.J.L. Ernst, de heer J.H. Gouka, mevrouw M. Haagh-
Reijne, de heer H.J.M. Haarhuis, mevrouw E.T.C. Hak, de heer A. Hardorff, mevrouw E.P.M.M. van