126
16 MAART 2006
De heer SNIER
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
De heer SPAPENS
Dat verklaar en beloof ik.
De heer SZABLEWSKI
Dat verklaar en beloof ik.
De heer TAKS
Dat verklaar en beloof ik.
De heer ÜQERLER
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
De heer VERGROESEN
Dat verklaar en beloof ik.
Mevrouw VERKUIJLEN
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
De heer VAN YPEREN
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
De VOORZITTER
Leden van de raad, dames en heren, geachte aanwezigen. U bent nu beëdigd als lid van de gemeen
teraad van Breda en samen vertegenwoordigt u de 168.000 inwoners van onze gemeente. Ik feliciteer
u van harte met deze eervolle benoeming. Ongeveer de helft van u was ook in de vorige periode lid
van onze gemeenteraad, maar daarnaast treden vandaag negentien nieuwe leden aan. Vijftien echte
nieuwe raadsleden en een viertal wethouders, die ook teruggekeerd zijn als lid van de gemeenteraad.
Ik wens u allen, en in het bijzonder natuurlijk de nieuwe raadsleden, veel succes en wijsheid toe, en ik
verheug mij op een samenwerking met u in het bijzonder, maar ook met die raadsleden die vandaag
weer voor de continuïteit getekend hebben. Zoals ik al zei, samen vertegenwoordigt u meer dan
168.000 Bredanaars. Het zal niet meer lang van ons af zijn of de 170.000ste zal verwelkomd gaan
worden. Iets meer dan 50% van de kiesgerechtigde Bredanaars heeft vorige week zijn stem uitge
bracht. Dat percentage, en ik moet dat toch vermelden, ligt nadrukkelijk onder het landelijk gemiddel
de. Dat dit percentage vergelijkbaar is met vele grote gemeenten, mag zeker niet als geruststellend
argument worden gebruikt om tevreden te zijn. Als bijna de helft van onze inwoners geen gebruik
maakt van zijn stemrecht, moet u dat aansporen om het contact met onze inwoners te verstevigen, en
ik kom daar zodadelijk nog op terug. Gisteren heb ik vanaf deze plaats de gemeenteraad in de oude
samenstelling bedankt en ik heb daarbij in het kort de voorbije periode gememoreerd: het was zonder
meer een enerverende periode. De toekomst is ongewis, maar één ding is zeker, ook nu zal het ener
verend zijn. U zult zonder meer voor moeilijke keuzes worden gesteld, en dat is eigenlijk ook wel het
wezen van de politiek. En om die keuzes te maken, maar ook te kunnen verantwoorden, wordt veel
van u gevraagd, erg veel: vaardigheden, tijd en kennis. In een nog niet zo ver verleden werden
raadsleden, volksvertegenwoordigers, vooral beoordeeld op hun dossierkennis. Zij kenden de feiten,
dus zij konden aangeven wat er moest gebeuren. Zij wisten wel wat goed was voor onze gemeente,
en de inwoners namen dat ook aan. Maar de maatschappij is enorm veranderd. Burgers zijn mondiger
en mondiger geworden. Zij willen meedenken, meepraten en meebeslissen. Eén maal per vier jaar
stemmen en vervolgens stilzwijgend wachten op een goede afloop, dat is voor hen zeker niet meer
genoeg. We zeggen tegen elkaar dat de burgers geen interesse meer hebben voor de politiek, maar is
dat ook wel zo? Je bent ook politiek actief als je een ingezonden brief schrijft, als je je stem laat horen
op een inspraakavond, als je je buurt vertegenwoordigt in een wijkraad, en ga zo maar door. Er zijn
natuurlijk vele mogelijkheden om invloed uit te oefenen op die besluitvorming, en mensen laten op
vele momenten ook hun stem horen. En daarom worden tegenwoordig meer dan ooit van volksverte
genwoordigers op de eerste plaats vele sociale maar ook communicatieve vaardigheden verwacht. U
heeft het mandaat gekregen om gedurende vier jaar in alle wijsheid deel te nemen aan de besluitvor-