20 APRIL 2006 143 argusogen zal volgen. Het coalitieakkoord is ook in een ander opzicht bijzonder. Het is duidelijk op hoofdlijnen geformuleerd. Daarom ga ik ook niet in op alle detailonderwerpen. Een dergelijk akkoord biedt ruimte voor alle partijen in de raad om actief deel te nemen aan de beleidsontwikkeling. Een goede zaak in het licht van de duale verhouding tussen raad en college, anderen hebben daar ook al over gesproken, en dat is hoopgevend. Het zal de stad ten goede komen als coalitie en oppositie re gelmatig de handen ineenslaan en daar waar ze elkaar op de inhoud kunnen vinden in openheid met elkaar een discussie willen aangaan. Maar een akkoord op hoofdlijnen draagt ook risico's in zich. De raad zal zichzelf bij de te nemen besluiten steeds moeten afvragen of hij handelt in de geest van de afspraken van vandaag. Het college zal als voorbereider en als uitvoerder van het beleid kunnen re kenen op alerte grensbewakers. Een akkoord op hoofdlijnen is geen vrijbrief. Het schept meer ver plichtingen dan een overeenkomst waarin alles tot in detail toe is vastgelegd, en dat moeten we ons goed bewust zijn. Dat zijn we ons ook bewust. We staan immers allemaal voor dezelfde opgave. Ik heb het eigenlijk van alle sprekers gehoord. We willen deze stad de komende vier jaar steviger, beter en menselijker maken. De wegen die we daartoe in gedachten hebben, zullen niet allemaal parallel lopen. We willen ook allemaal onze inwoners beter betrekken bij de dingen die we doen en de dingen die we laten, maar om deze twee doelstellingen te bereiken, is een échte oprechte openheid nodig. Bereidheid tot luisteren en bereidheid tot eerlijk argumenteren, dat is de lijn die Breda '97 de komende periode zal inzetten. Dank u wel. De VOORZITTER Dank u zeer, mevrouw. Is er nog behoefte aan een korte reactie? Mevrouw Heerkens. Ik stel voor om korte reacties te geven en daarmee ook tot een afronding te komen. Ga uw gang. Mevrouw HEERKENS Voorzitter, ik zal proberen er zo goed mogelijk op in te gaan en het daarbij kort te houden. Allereerst ben ik natuurlijk heel blij met de felicitaties van de heer Arbouw. Die neem ik graag in ontvangst. U heeft op een constructieve manier kritiekpunten geuit. Ik vind het toch ook wel zorgvuldig om daar zo goed mogelijk op in te gaan. U zegt aan de ene kant dat u met gepaste trots terugkijkt naar het resul taat van het vorige college. Dat kan ik onderschrijven. Wat ik er een beetje vreemd aan vind, is dat ik me de verkiezingsstrijd herinner, ik wil die niet overdoen, waarin u toch namens de VVD ook nogal afstand heeft genomen van datzelfde coalitiebeleid. En dat was, denk ik, net een verschil van mening tussen ons. In het akkoord ziet u een rode draad. Dat beschouw ik, en ik denk ook mijn partij, als een compliment. Die verkiezingsuitslag hebben wij zo geïnterpreteerd dat er in ieder geval linkser is ge stemd is, alhoewel ik de gevoelens van de SP best kan begrijpen. Maar er is linkser gestemd en ik vind het heel plezierig dat ook een VVD-collega hier die rode draad ontdekt. Concrete doelstellingen. Een aantal mensen heeft gezegd dat die niet zo duidelijk geformuleerd zijn, maar in de inleiding heb ben wij gezegd het ook samen met de stad te willen doen. Dat is heel belangrijk. Kijkt u alleen maar eens naar de ideeën die bijvoorbeeld mevrouw Overboom in relatie tot het fonds Maatschappelijke Ontwikkeling hier al naar voren heeft gebracht. Dus dan denk ik dat wij er met elkaar goed aan ge daan hebben om niet alle ideeën die wij voor zo'n fonds zouden kunnen bedenken alvast in het ak koord op te nemen. Het moet samen met de stad. Er zijn zoveel zorgvragers die met ons de discussie willen aangaan over hoe wij dat fonds willen inzetten. Maar als je geen geld hebt, dan is het toch moeilijk discussiëren. De economische kansen die zich voordoen, zullen wij zeker grijpen. Mevrouw Overboom had het over een selectief tempo. Wij hebben gesproken over een verantwoord tempo. Ik denk wel dat we met elkaar ook echt oog moeten blijven houden voor de kwetsbare groepen, want wat voor economische ontwikkelingen er ook zijn - een aantal mensen hier in deze zaal loopt lang genoeg mee - er zullen altijd kwetsbare mensen zijn die afhankelijk blijven van ondersteunende maat regelen van de overheid. Een paar opmerkingen over het Grondbedrijf. Ook uit gesprekken met ande re gemeentes blijkt dat het heel normaal is om bij grote bouwlocaties te kijken naar wat dan zo mooi heet: een integrale planexploitatie. In de Heuvel doen we het bijvoorbeeld al, maar waarom doen we dat niet op meer locaties? Als er op grote woningbouwlocaties gebouwd gaat worden, dan weet je dat naast de woningen en verkeersontsluitingen er ook scholen gebouwd moeten worden, dat er ook in groen geïnvesteerd moet worden, en dat het om onderhoud gaat. Als coalitie hebben wij nu gezegd dat we dat dus, als we ergens rond het bestemmingsplan zitten, ook goed in beeld brengen. Ook voor maatschappelijke doeleinden zou je kunnen kijken, als er functies verschoven worden, of je de her- ontwikkelingsopbrengst zou kunnen inzetten. We moeten gewoon verstandig kijken, want nu verdient het Grondbedrijf er geen rooie cent aan, want je verschuift niks, die gebouwen blijven gewoon staan. Via Breda. De heer Arbouw spreekt zijn teleurstelling erover uit dat hierin niet extra geld voor de Drie Hoefijzers is opgenomen. Hij heeft het over de ontsluitingsweg. Daar is al spaargeld voor opgenomen, maar hij en ik weten dat die weg ruim na 2010 in beeld komt, dus er is nog ruim voldoende tijd om ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 13