1 JUNI 2006 165 stander van. Echter, grote bedrijvenpanden vinden wij in mindere mate oké. Dus ook wij verzoe ken het college, mochten daar planmatige ontwikkelingen plaatsvinden, om ons daarvan op de hoogte te stellen. Dank u wel. De heer AKINCI Voorzitter, bij interruptie. Ik wist niet dat de SP zich zorgen maakte om een woningtekort op de villa- markt. De VOORZITTER Het woord is De heer SPAPENS Het is wat eraan toegevoegd kan worden op de andere sector. De VOORZITTER Het woord is aan mevrouw Vossenaar, Breda '97. Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, iedere verandering van een bestemmingsplan doet stof opwaaien, soms heel veel stof. Zo ook hier. Mensen zien hun uitzicht en hun bekende en zeer gewaardeerde leefomgeving veranderen en dat roept begrijpelijkerwijs emoties op. We zullen dat vanavond nog meer aan de orde hebben. Daarom is ook een zeer zorgvuldige afweging op zijn plaats, een afweging waar in alle argumenten een plek vinden. Een nauwkeurige bestudering van het voorliggende planontwerp leert ons dat hier weliswaar sprake is van verdichting van bebouwing, maar dat op een heel creatieve wijze is omgegaan met de rood-voor-groenmogelijkheden. Een bestaand natuurgebied in ontwikkeling krijgt meer ruimte en er wordt aangehaakt bij omliggende groenzones. De aanleg en de invulling van houtwallen is voorzien. Het gaat mijn fractie dan ook te ver om hier te spreken van een verstedelij- kingsmodel. Op dit moment is het gebied te kenmerken als een kernrandzone. Naar ons idee komt daarin geen verandering. Er blijft een interessante wisselwerking tussen bebouwd en open gebied. Het planontwerp dat vanavond aan de orde is, is een verbetering ten opzichte van het oude bestem mingsplan, al is daar, zoals eerder al gezegd, niet in volle mate gebruik van gemaakt. Het aantal ont wikkelingslocaties is nu gelimiteerd. Nadrukkelijk wordt de aandacht gericht op de ontwikkeling van de natuurwaarde. Dat de te zijner tijd op te richten beperkte bebouwing zeer zorgvuldig zal moeten wor den ingepast qua vormgeving en uitstraling willen we hier uiteraard meegeven. In dat opzicht sluiten wij ons aan bij datgene wat al eerder is gezegd. Daar komt nog wat bij. Voor diverse bezwaarmakers lijkt het meer voor de hand te liggen om ter verplaatsing van de bestaande industriële activiteiten de bebouwing elders te situeren. Maar die optie gaat ten enenmale voorbij aan de financiële mogelijkhe den die de gemeente op dit punt heeft. De gemeente is noch eigenaar van alle gronden noch van die bestaande vestigingen. Wat wij als gemeente echter wel kunnen regelen, is dat op het gedeelte waar op nu een agrarische bestemming rust de voorgestelde wijzigingsbevoegdheid een zodanige inhoud krijgt dat de toekomstige bestemming past in het nieuwe plan en in het karakter en de sfeer van het gebied. Om dat te bewerkstelligen zal GroenLinks dadelijk mede namens Breda '97 een amendement indienen dat wil vastleggen dat in het betreffende gebied alleen vestigingen met maatschappelijke doeleinden kunnen worden opgericht. De woordvoerder van GroenLinks zal een en ander dadelijk zeker nader toelichten. Tot slot, voorzitter, handhaving. Handhaving is in dit soort gevoelige gebieden een belangrijk punt en momenteel schort daar het een en ander aan. Wethouder Oomen heeft in de commissie al toegezegd dat hij het gebied zal laten controleren op overlastgevende situaties en op ergerlijke rommel. Wij houden hem daar graag aan. Wij willen direct na het zomerreces van hem ho ren wat er mogelijk niet klopt en wat hij van plan is daar dan aan te laten doen, want bij zorgvuldig beheer hoort ook zorgvuldige handhaving. Voorzitter, onze conclusie kan dus zijn dat dit ontwerpbe- stemmingsplan onder deze voorwaarden de toets der kritiek zal kunnen doorstaan. De VOORZITTER Dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Schokker namens GroenLinks. Ga uw gang, mevrouw. Mevrouw SCHOKKER Voorzitter, het plangebied is het laatste stukje beekdal in het buitengebied voordat de Aa of Weerijs het stedelijk gebied instroomt en heeft daarom een belangrijke ecologische functie voor de stad. Ook wij hebben het gebied bezocht en wij hebben het bekeken vanuit de situatie zoals het nu is, de na tuurwaarde zoals die nu is en wij constateren dat dit gebied geen kernrandzone is. Wij vinden dat er geen extra verstedelijking in het gebied zou moeten komen. Door dit gebied te bestempelen als kern randzone wordt als het ware een vrijbrief gegeven voor verdere verstedelijking. Wij vinden dat hier niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 11