1 JUNI 2006 170
ring als je kijkt naar de mogelijkheden die het oude plan bood en wat dit plan te bieden heeft. Ik
zou u nog kunnen gaan uitleggen hoe de situatie van de vierkante meters in het oude plan en in het
nieuwe plan is, maar ik weet niet of dat nou zo belangrijk is, want dat houdt volgens mij alleen maar
op. Wat ik wel aan u kan toezeggen, is dat ik, op het moment dat zich een wijzigingsbevoegdheid bij
het college aandient, namens het college die aangediende wijziging met u in de commissie Bouwen
en Wonen verder zal bespreken. Ik kijk even naar mijn collega's en ik zie dat ze daar geen bezwaar
tegen hebben. Dus dat zeg ik u bij dezen toe. In de richting van
De heer BOER
Even een vraagje, als het mag, mijnheer de voorzitter. U wilt het in de commissie bespreken, maar wilt
u het ook daarna in de raad brengen? Of wilt u de beslissingsbevoegdheid niet laten gaan?
Wethouder OOMEN
Neen, daar loop ik niet op vooruit. Misschien mag ik zo meteen even uitspreken met betrekking tot
onze visie op de motie en het amendement. Nogmaals, ik zou dat graag willen en zal dit, als het zich
aandient, in de commissie ter bespreking voorleggen. Daar kunnen we natuurlijk nog over allerlei fa
cetten spreken. Bijvoorbeeld, als u zegt er positief tegenover te staan, over hoe de inpassing plaats
vindt. Maar, mijnheer Boer, ik zeg ook bewust 'ter bespreking', want wij hebben als college afgespro
ken, en dat is trouwens ook kabinetsbeleid, dat wij tempo willen houden in de planvorming, als die zich
aandient. Wij willen de snelheid bevorderen. De Provincie zelf heeft al een voorschot genomen door in
een bepaald artikel, ik dacht artikel 19, lid 1, de termijn met twaalf weken in te korten. Dus dat is alle
maal om tempo te maken in het beleid. Daar willen wij als college geen afbreuk aan doen, maar gelet
op het prachtige gebied, gelet op het gevoelige karakter, want dat ontken ik niet, ben ik bereid namens
het college om dat in de commissie te bespreken. Voorzitter, mevrouw Schokker stelt dat het geen
kernrandzone is, maar het is ook geen buitengebied. We hebben het niet opgenomen in het buitenge
bied Zuidoost. We komen hiervoor met een apart bestemmingsplan, dus in onze ogen valt het niet in
het buitengebied. Met betrekking tot de rood-voor-groenregeling heb ik u ook in de commissie gezegd
Mevrouw SCHOKKER
Voorzitter, zou ik een vraag mogen stellen? Ik zou de wethouder willen vragen welke definitie hij dan
toepast voor kernrandzones, want dan weten we of we het over hetzelfde hebben.
Wethouder OOMEN
Ik heb u al in de commissie gezegd, want wij waren het ook niet eens over de definitie van de rood-
voor-groen- en de ruimte-voor-ruimteregeling, dat het gemeentebestuur, het college aan dit gebied
een eigen interpretatie geeft. We hebben het niet buitengebied genoemd, wel kernrandzone. Dat is
wat dit college daaraan verbindt. Dat geldt ook voor de ruimte-voor-ruimteregeling. Het is niet de ruim-
te-voor-ruimteregeling, denk ik, die een-op-een correspondeert met wat de Provincie eronder verstaat,
maar het is wel zo dat er ook gelden in het gebied worden geïnvesteerd dóórdat er gebouwd wordt, en
die komen ten goede aan het groene karakter om dit althans verder te optimaliseren, te beheren en
verder te onderhouden. Voorzitter, met betrekking tot het amendement weet ik dat dit een zaak is
waar uw raad over gaat, maar u zult uit mijn woorden wel begrepen hebben dat het college niet en
thousiast daarover is. Evenmin zijn wij enthousiast over de motie. Gelet op wat ik u namens het colle
ge heb toegezegd, om veranderingen die zich eventueel voordoen met u te bespreken, denk ik dat er
ook geen aanleiding meer voor is. Maar goed, ik begrijp dat u daarover gaat. Voorzitter, ik denk dat ik
in een kort betoog de belangrijkste punten heb neergezet, en daarom zou ik het in eerste termijn hier
bij even willen laten.
De heer AKINCI
Mijnheer de voorzitter, een heel korte interruptie, als dat mag. Ik hoorde de wethouder aan het eind
van zijn betoog zeggen dat hij niet zo enthousiast is over de motie, terwijl ik hem aan het begin van
zijn betoog de motie praktisch heb horen overnemen, dus ofwel heb ik niet goed geluisterd, ofwel
heeft u het dictum niet goed gelezen. Zou u daarop nog even kort willen reageren?
Wethouder OOMEN
Ik had het misschien anders moeten formuleren. Gelet op wat ik heb gezegd in het begin is de motie
ook overbodig.
De VOORZITTER
Akkoord. Tweede termijn. Wie van u?