1 JUNI 2006 174
halen met, zoals mevrouw Boelema zegt, later eventueel nog de mogelijkheid van een artikel 19-
procedure, en stel dat daar dan een meerderheid voor zou zijn, dan zou ik u toch erop willen attende
ren dat de Provincie nu positief tegenover dit plan staat en dat de Provincie naar de toekomst toe niet
gecharmeerd is, om het woord van de heer Hendrickx over te nemen, van artikel 19-procedures. We
zullen daarmee dan ook in de toekomst, denk ik, als onze bestemmingsplannen op orde zijn, een
beetje terughoudend, in positieve zin, moeten omgaan. Dus die opmerking die u maakt, zie ik namens
het college niet zo zitten. Met betrekking tot rood-voor-groen wil ik nog één opmerking maken.
Mevrouw BOELEMA
Ik denk dat u bedoelt: terughoudend in positieve zin voor het college, of wat moet ik daaronder ver
staan?
Wethouder OOMEN
Nu is het zo, als de wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan gehandhaafd blijft, dat wij als col
lege, met de toezegging die ik u gedaan heb, wat slagvaardiger kunnen werken. Ik blijf erbij dat het
plan zoals het nu is, mét de toezegging dat ik namens het college naar de commissie kom, voldoende
garanties biedt. Als de commissie Bouwen en Wonen in meerderheid zou vinden dat het college van
burgemeester en wethouders zich op een dwaalspoor bevindt, dan gelooft u toch niet dat wij dat door
zullen zetten? Voorzitter, wat betreft het amendement dat nu is ingediend. Ik wil dat graag aan de raad
overlaten, maar ik zou u namens het college willen adviseren om niet verder daarop in te gaan. Ik kan
er eigenlijk geen nieuwe argumenten meer aan toevoegen omdat die al gewisseld zijn. De mensen die
nou eenmaal een andere visie op het gebied hebben, kan ik, en dat snap ik ook, niet bereiken met
mijn betoog namens het college.
De heer AKINCi
Voorzitter, een korte nadere vraag met betrekking tot de motie waarover de heer Oomen het heel
even had. Als we nou in plaats van 'revitalisering' - dat is zo'n prachtig duur woord - gewoon in het
Bredaas tegen elkaar zeggen: "n bietje op laten kalefateren', en u heeft ook al gezegd dat u dat in de
commissie nog een keer zult laten weten, dan hebben we het volgens mij over hetzelfde. Stel dat we
nou in die woorden met elkaar zouden praten, dan kunt u met de geest en het dictum van die motie
toch eigenlijk best goed leven? Zeg nou ja, dan kunnen we
Wethouder OOMEN
Ik begrijp dat, maar in de negende stad van het land mag men dit taalgebruik niet hanteren, want an
deren kijken mee. Dus met andere woorden: ik wil het toch houden op datgene wat hier staat en ik blijf
bij datgene wat ik eerder namens het college heb gezegd.
De heer AKINCI
Ik vraag dat omdat op het moment dat u die vraag met ja zouden kunnen beantwoorden, u wat mij
betreft, in ieder geval qua gevoel en geest van die motie, gewoon gezegd heeft: ja, daar ben ik al mee
bezig en dat ga ik doen. Dan hoeven we daarover in ieder geval niet meer te stemmen.
Wethouder OOMEN
Ik denk toch dat u daaraan een iets bredere strekking geeft dan ik namens het college heb gezegd. Ik
heb gezegd dat wij bezig zijn met de revitalisering door daar dat gemeenschappelijke complex van
Rijkswaterstaat, gemeente Breda en Provincie te zetten. Dat is een. Ten tweede heb ik toegezegd dat
we de zaak handhaven voorzover dat mogelijk is. Wat u bedoelt, gaat verder. Dat gaat meer over de
totale revitalisering met ook het gebruik van de gemeentelijke beurs. Ik heb u gezegd dat wij daarvoor
de middelen niet hebben. Daar moeten we eerlijk in zijn. We moeten geen dingen beloven die we niet
kunnen betalen, en nu spreek ik even namens de wethouder van Financiën, maar zo zit de zaak nu in
elkaar. Dus, mijnheer de voorzitter, ik ben met betrekking tot dit dossier zeer vasthoudend.
De heer AKINCI
Voorzitter, één laatste vraag van mij komt nog, want ik ben heel toegeeflijk. Heeft u gezegd dat u in de
commissie nog een keer terugkomt met een verhaal waarin u zegt: dit is de stand van zaken rond dat
gebied, dit is er aan de hand, en zus en zo zitten we daarin?
Wethouder OOMEN
Ik heb de raad gezegd, als er zich een wijzigingsbevoegdheid in welke vorm dan ook aandient bij het
college, dat ik dan namens het college naar de commissie Bouwen en Wonen kom waar dit ter be
spreking wordt opgevoerd. Dat heb ik toegezegd.