1 JUNI 2006 180
Maar dat betekent wat de VVD-fractie betreft ook dat de planning niet moet ophouden met alleen
Breda-Oost. De WD vraagt het college dan ook om met spoed het overleg met Gedeputeerde Staten
over het naar voren trekken van het middengebied Lijndonk-Tervoort ter hand te nemen. Wat de WD
jammer vindt, voorzitter, is dat, en de heer Hendrickx verwees er al naar, op het laatste moment door
het college nog een wijziging in het programma is gemaakt door nog snel vijf woningen toe te voegen
om te komen tot die elf bereikbare woningen. En dat zonder enig merkbaar overleg met betrokken
bewoners en eigenaren van percelen, noch met de Dorpsraad Bavel. Wat dat betreft is de reactie van
de voorzitter van de Dorpsraad tekenend. Die wijziging, en ik ben wat dat betreft blij met de reactie
van de heer Hendrickx, komt inderdaad op ons over als een heel snel politiek gebaar zonder eigenlijke
wezenlijke inhoud. En loze gebaren, voorzitter, windowdressing, daar houdt de WD niet zo van. Uit
eindelijk gaat deze wijziging ten koste van de kwaliteit van het plan, van de kwaliteit van die ruimtelijke
invulling, en dus uiteindelijk ten koste van Bavel. En dat terwijl die wijziging feitelijk helemaal niet nodig
is, aangezien er voldoende bereikbare woningen in het woningprogramma van Bavel zijn opgenomen.
Voorzitter, de WD hoopt wel dat het college de toezegging die het in de commissie heeft gedaan,
vanavond tegenover de gemeenteraad nogmaals wil herhalen, namelijk dat dit politiek gebaar niet
betekent dat voortaan in Breda coute que coüte vastgehouden wordt aan een percentage van 33 pro
cent bereikbare woningen, die zogenaamde eenderde-regeling, en dat dit dus niet als dogma is be
doeld. Ik wil het voor de eerste termijn hierbij houden. Voorzitter, dank u wel.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Het woord is aan de heer Spapens, SP.
De heer SPAPENS
Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, in de commissie is het al gezegd, maar voor ons is dit een goed
begin van het duale stelsel voor een nieuwe raad en een nieuw college, want in tegenstelling tot de
spreker hiervoor zijn wij blij met elke woning die in het lage segment wordt gerealiseerd, en in onze
ogen hebben wij hier een bijstelling naar boven gezien. Daarnaast is het een goed voorbeeld van ge
mêleerd bouwen waarvan wij een groot voorstander zijn. Wij zijn blij met de invulling van het plan tot
nu toe. Dank u wel.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Vossenaar, Breda '97.
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Dank u wel, voorzitter. In de commissie hebben we al uitgesproken dat we niet helemaal gelukkig zijn
met de gang van zaken rond deze artikel 19-procedure. Het is een ingrijpende wijziging van bestem
ming die toch tot op zekere hoogte vooruitloopt op het gereedkomen van de Mer. We vinden dat een
ongewenste manoeuvre, ondanks het feit dat er haast geboden is met het realiseren van nieuwe wo
ningen. Het gevolg daarvan is zeker ook dat bewoners zich verzetten tegen deze ontwikkeling. Een
goede begeleiding bij dit soort processen kan mogelijk commotie voorkomen, want, voorzitter, wij
hebben al verschillende malen begrepen en ook mogen vaststellen dat de bevolking van Bavel in zijn
algemeenheid alle begrip heeft voor het feit dat daar woningen gebouwd moeten worden. Veel Bavel-
se maar ook andere starters willen immers ook graag een huis en dat is uiteindelijk ook de reden dat
Breda '97 zich niet zal verzetten tegen de ontwikkeling op deze locatie op dit moment. De mogelijkheid
wordt immers nu geboden om naast woningen in het duurdere segment ook woningen in de bereikba
re sfeer te verwerven. Het eerste zal hopelijk wat doorstroming op gang brengen, het tweede geeft ten
minste elf gezinnen de kans om een wooncarrière te starten. Dat dat plan er zowel stedenbouwkundig
als inhoudelijk minder op zou worden, zoals de WD in de commissie reeds beweerde en zojuist ook
en zoals wij ook hoorden van het CDA, moet ik toch als volstrekte onzin terzijde leggen. Ik nodig de
VVD en ook het CDA dan toch nog maar eens uit om goed op hun eigen woonplek, en anders in de
randgemeenten, te kijken, waar we tal van dit soort plannetjes hebben met gemengde bebouwing en
waar het uitstekend wonen is. Conclusie
De heer ARBOUW
Mevrouw Vossenaar, het gaat natuurlijk ook om de kwaliteit van de ruimtelijke invulling op die locatie.
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Dat begrijp ik uitstekend, mijnheer Arbouw, maar u kunt mij niet van het feit overtuigen dat de kwaliteit
van de ruimtelijke invulling door het verdichten van deze kern van het plannetje aanzienlijk of zelfs
maar enigszins minder zou worden. Daarover verschillen we kennelijk van mening.
De heer BOER