1 JUNI 2006 189 mijn fractie zich in de toekomst op dit punt zonder voorbehoud zal uitspreken. Bij het bepalen van de aanvaardbaarheid van deze Mer is sprake van een bepaalde bandbreedte waarbinnen gewerkt zal kunnen worden. Gezien de lange horizon van het plan, twintig jaar zo ongeveer, biedt dat de nodige ruimte, met name waar het gaat om de bedrijventerreinen. Ik kom daar nog heel even op terug. De planning van de woningbouw, waarover zojuist ook wat is gezegd, stuit niet op essentiële bezwaren. De onderbouwing daarvan is, gezien de huidige stand van zaken, logisch. Hoewel de bevolking min der zal groeien, de heer Scheltens gaf dat al aan, zal de gezinsverdunning - nietwaar, mevrouw Hak? - vast nog wel even doorgaan, dus het aantal te plannen woningen zal echt niet zoveel van de werke lijkheid afwijken, mede gezien het grote tekort dat we in Breda en omgeving hebben. Cijfers zijn be trekkelijk en we zullen zien hoe het uitpakt. De onderbouwing van het aantal hectaren bedrijventerrein stoelt op aanzienlijk meer onzekerheden. De wethouder gaf in zijn reactie in de commissie al aan dat er sprake is van diverse slagen in de lucht. Wat gaat er gebeuren met Moerdijkse Hoek, wat worden de gevolgen van de opvattingen van VROM dat het afgelopen moet zijn met de kantlijn van bedrijven langs de snelwegen, wat zijn de gevolgen van de opwaardering van onze eigen bestaande en vaak verouderde bedrijventerreinen, wat zullen op termijn de effecten zijn van Via Breda voor de aldaar gevestigde en te vestigen bedrijven? Kortom, veel onzekerheden waarop de antwoorden vanavond niet gegeven kunnen en ook niet hoeven te worden. Ik kom terug op mijn uitgangspunt. De richtlijnen die zijn opgesteld ten behoeve van deze Mer zijn gevolgd. Aan alle hoofdpunten zoals u ze in de toe lichting op het besluit nog eens verwoordt, is tegemoetgekomen. Dat rechtvaardigt dus de conclusie. Met het besluit dat u ons nu voorlegt, kan onze fractie leven, maar we behouden ons duidelijk ons oordeel voor over de te zijner tijd aan de orde zijnde ruimtelijke plannen. Dank u wel, voorzitter. De VOORZITTER Dank u zeer, mevrouw. Het woord is aan de heer Arbouw, VVD. De heer ARBOUW Dank u wel, voorzitter. Even kort. De VVD is van mening dat de Mer ruimschoots voldoet aan de aan vaardbaarheidsbeoordeling. Zoals de vorige sprekers, willen wij graag aandacht vragen voor de com municatie. Zowel de Dorpsraad Bavel als de klankbordgroep wil natuurlijk graag serieus genomen worden en dat vraagt nogal wat in de komende procedures. Met name de verkeersontsluiting van Bavel zal een sleutel zijn om tot een breedgedragen plan te kunnen komen. Daarnaast, voorzitter, is bij de discussie rond de behoefte aan de bedrijventerreinen van belang dat die inventarisatie gekop peld gaat worden aan de economische impulsnota van de wethouder Economische Zaken. Misschien dat door het college op het laatste punt nog even gereageerd kan worden. Dank u wel. De VOORZITTER Ik dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Boelema, D66. Mevrouw BOELEMA Ik wil even inhaken op het punt van de bedrijventerreinen, waarop ook al door mevrouw Vossenaar is ingegaan. De discussie over het hoe, het wat en het aantal hectaren moet nog gevoerd worden, maar toch wil D66 daarbij nu alvast een aantal kanttekeningen plaatsen. We moeten kijken naar de regiona le afwegingen bij het aanleggen van bedrijventerreinen. De Provincie gaat daarin steeds meer een coördinerende rol spelen en D66 wordt in deze opvatting, en ook in de opvatting dat oude bedrijven terreinen eerst opgeknapt dienen te worden, gesteund door een rapport van het Ruimtelijk Planbu reau. Er moet dus kritisch gekeken worden naar de omvang en naar de noodzaak van terreinen op deze plek, zeker ook gezien de taakstelling in dit licht. Het Streekplan Breda-Tilburg schrijft voor dat ongeveer 229 hectare nieuw bedrijventerrein ontwikkeld mag worden, waarbij 90 hectare bij Bavel. Nu weet ik wel dat het wat betreft het maximum van 170 hectare in de voorkeursvariant natuurlijk niet zo is dat dit ook werkelijkheid wordt, maar toch vragen wij ons af, ook gezien de rest van de bedrijventer reinen die nog ontwikkeld gaan worden, waarom hier voor zo'n ambitieus niveau gekozen wordt. Daarnaast stroken de woningen in dit gebied ook niet helemaal met de ambities die het Streekplan voorschrijft. Wat dat betreft zetten wij hier onze vraagtekens bij en ik denk dat we hier nog een stevige discussie over kunnen voeren. Wij verwachten dat de landelijke commissie-Mer ook zal kijken naar de kanttekening die wij hier plaatsen. Het alternatief Bavel-Zuid is eigenlijk het enige wat lijkt op wat in het Streekplan min of meer is afgesproken. We wachten met zorg af wat de landelijke commissie-Mer ons brengt. Dank u. De VOORZITTER Dank u zeer, mevrouw. Het woord is aan de heer Spapens, SP. De heer SPAPENS

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 35