1 JUNI 2006 190 Dank u wel, voorzitter. Ik heb hier de prachtige presentie mogen meemaken over de Mer, het ka der waarbinnen zich nog van alles kan ontwikkelen. Kortom, wij concluderen dat het een duidelijk rap port is. In dit rapport wordt uitgegaan van een maximale milieubelasting, zodat verrassingen achteraf kunnen uitblijven. Wij hopen dat dat inderdaad ook zo blijft. Toch zijn wij, en ik sluit mij aan bij de sprekers voor mij, niet helemaal gelukkig met dit plan, omdat wij vinden dat er erg veel hectaren op geofferd worden aan bedrijven. En dat kunnen dan ook nog eens bedrijven uit niet enkel categorie 1 of 2 zijn, zeg maar het blokfluit maken, maar ook gewoon zwaardere categorieën en daar hebben wij ernstige bedenkingen bij. ledereen die de SP kent, zal ook weten dat wij strijden voor toch iets meer dan de 33 procent die ik hier regelmatig hoor. 50 procent aanvaardbare, instapbare woningen, daar zijn wij een groot voorstander van. Dus wat minder industrie en wat meer woningbouw vinden wij fan tastisch in dat gebied. Wij gaan met voorbehoud toch voor de meest milieuvriendelijke variant. Het groen achten wij hoog. Dank u wel. De VOORZITTER Ik dank u zeer, mijnheer. Het woord is aan de heer Boer, Leefbaar-Breda. De heer BOER Mijnheer de voorzitter, ik blijf maar zitten want voordat ik daar ben, ben ik misschien al uitgesproken. Wij vinden in wezen dat inspraak helemaal aan het begin moet gebeuren. Je kunt zeggen dat dit een voorzet voor de Mer is, maar uit ervaring weten wij dat dit dan toch meesleept. Dat betreuren wij en daarom zijn wij niet zo blij hiermee. Aan de andere kant hebben we begrepen dat aan de overkant van de A58 door de andere dorpen eventueel een bedrijventerrein ontwikkeld zou worden. Waarom is daar geen relatie tussen gelegd en waarom zijn er geen mogelijkheden gezocht om tot een synergie te komen? De VOORZITTER Dank u zeer. Andere leden van uw raad? Het woord is aan wethouder Willems. Wethouder WILLEMS Dank u wel, voorzitter. Dit wordt mijn tweede maidenspeech in deze raad. In de commissie was er al sprake van een redelijke steun voor deze Mer, ook omdat die natuurlijk met name moet worden be oordeeld in het licht van de door de raad zelf vastgestelde richtlijnen. Al die aantallen heb ik niet ver zonnen, die hebt u zelf verzonnen. Het vorige college en de vorige raad hebben die vastgelegd in de startnotitie, de strategische notitie die daaraan vooraf ging, en vervolgens in de richtlijnen die uitge sproken zijn en vastgelegd zijn. Op het ogenblik is het resultaat te zien van wat dat heeft opgeleverd aan milieu-inzichten over de verschillende varianten. Iedere politicus heeft misschien iets van een leraar in zich, zeker als je zelf destijds betrokken bent geweest bij het ontwikkelen van de wetgeving over de milieueffectrapportage. Daarom heb ik er behoefte aan, zeker ook naar de bevolking van Ba- vel, om nog even duidelijk te maken wat de status is van deze Mer, want ook in deze discussie, en dat bleek ook in de discussie in de commissie, wil dat nog weieens een misverstand oproepen. De Mer geeft alleen maar milieueffecten van mogelijke varianten. De Mer doet geen uitspraak over wat het moet worden. Meerdere sprekers hebben daar ook op gewezen. Wij zeggen niet dat wij voor de ene of voor de andere variant gaan, wij zeggen niet dat wij vierduizend woningen willen, wij zeggen alleen: als je vierduizend woningen zou willen bouwen, dan zijn dat de milieueffecten. Als je er minder wilt bouwen, duizend, dan zijn dat de milieueffecten. En als je er iets tussenin wilt, zijn dat de milieueffec ten. Raad, kiest u maar. College, gaat u met deze milieu-informatie uit deze Mer straks maar uw keu zes maken. U hebt, zowel de raad als de bevolking, en dat is vrij uniek, niet alleen de komende zes weken de mogelijkheid om in te spreken, maar bij elk bestemmingsplan dat een uitwerking is van het grote structuurplan, in ieder geval nu Bavel-Zuid en Lijndonk-Tervoort, krijgt u opnieuw de kans om de uitgangspunten van de Mer te toetsen aan het bestemmingsplan dat wij u gaan voorleggen. Daar krijgt de bevolking dus ook de kans. Dus u krijgt niet één keer zes weken, maar misschien wel drie keer zes weken of vier keer zes weken, afhankelijk van het aantal plannen dat straks nog ontwikkeld gaat wor den. Bij elk plan gaan we opnieuw weer kijken: wat zegt de Mer daarvan, past het daarin, voldoen we aan de milieucriteria waarvoor we gewaarschuwd zijn, zodat we ook weten wat er gebeurt met het water, het groen, de woningen en de werkgelegenheid. Dus dat is de status van het plan: ons waar schuwen. Ik zou zeggen dat het CDA toch ook een groene partij is en dat dit soort groene informatie ontzettend belangrijk is om zelf elke keer die afweging straks te kunnen maken. De eerste afweging maken we natuurlijk nu bij het plan dat zojuist besproken is. Dat over de status van het plan. Dan nog even een inhoudelijke opmerking over de aantallen. Ik zou kunnen verwijzen naar mijn vorige opmer king. Wij doen geen uitspraak over aantallen, dat komt allemaal nog. Maar ik kan u al wel verklappen dat ook in de Mer staat dat het waarschijnlijk uit milieuoogpunt niet verstandig is om een aantal van vierduizend woningen te ambiëren. Ga wat lager zitten, op 3600 maximaal. Dat is milieuvriendelijker,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 36