1 JUNI 2006 198
over moet hebben. In het verleden was de WD daar toch ook een voorstander van, zou ik bijna
willen zeggen, maar wij zijn in ieder geval als college nog steeds van mening dat datgene wat wij als
risicobedrag blokkeren verantwoord is waar het gaat om de risico's die zich op dit moment zouden
kunnen voordoen. En om een heel klein beetje een tipje van de sluier op te lichten in de richting van
de kadernota, zou je kunnen zeggen dat bij ons in ieder geval de verwachting bestaat dat de omvang
van de risico's ook zelfs al in de nabije toekomst zal teruglopen. Dan spreken we over het jaar 2007.
Verschillende mensen hebben iets gezegd over het niet meten in de begroting. Voor alle duidelijkheid,
het college is zelf trouwens al begonnen met een discussie over het verbeteren van de programma
begroting. Daar hoort natuurlijk ook de jaarrekening bij, want dat is een sluitstuk dat hier achter die
begroting past. Nogmaals, we onderstrepen dat verhaal volledig. Daaraan moeten de nodige zaken
verbeterd worden en wij willen dat graag samen met de raad actief oppakken. Daarbij spreek ik wel de
hoop uit dat de raad zo snel mogelijk de leden van het auditcomité benoemt, want dat is het orgaan
dat daarmee aan de slag zou moeten gaan. Over het meten sec zou ik graag nog één ding willen
zeggen. Het feit dat we dingen niet meten, betekent niet dat we dingen niet doen, en betekent zelfs
niet dat we dingen niet goed doen. Dat staat natuurlijk helemaal los van het feit dat je moet proberen
zo goed mogelijk te meten, maar het feit dat je het niet meet, nogmaals, wil niet zeggen dat het niet
gebeurt en dat het niet goed gebeurt. Af en toe lijkt het wel dat die indruk op een bepaald moment
gaat overheersen. Ik denk dat het belangrijk is om die constatering expliciet te doen. Risico's van het
Grondbedrijf zijn genoemd door de SP, de heer Vergroesen. Ook in de commissie Bestuur heb ik
daarover al gezegd dat dit als je kijkt naar het meerjarenperspectief van het Grondbedrijf in ieder geval
wat betreft het college geen aanleiding tot zorgen is. Doorkijkjes tot 2010. U bent altijd gewend om
meerjarenperspectieven te krijgen. Die krijgt u dus ook dit keer weer en u zult dus ook zien in de ko
mende kadernota en ook in de begroting dat we in ieder geval voor deze coalitieperiode tot 2010 met
een meerjarenperspectief zullen werken.
De heer AKINCI
Even per korte interruptie, want ik geloof dat u daarbij naar mij keek. Ik heb het idee dat dit een iets
ander antwoord is op een iets andere vraag, namelijk of dat meerjarenperspectief ook in doelstellingen
geformuleerd kan worden. Dus niet alleen met de bedragen doorkijken naar 2010, maar ook de doel
stellingen die je hebt niet alleen voor het volgende jaar, maar ook voor de wat langere termijn - na
tuurlijk in wat vagere bewoordingen omdat het een langere periode betreft - al zichtbaar maken. Dan
weet je waar je naartoe werkt.
Wethouder SNIER
Ik begrijp wat u bedoelt. Ik zal uw vraag over dat model er ook meteen bij betrekken. Ik denk dat de
vraag over het toepassen van zo'n resultatenmodel alsook de vraag die u stelt ten aanzien van die
doorkijkjes nou typisch van die vragen zijn die we met elkaar eens moeten bespreken. Als dat zou
betekenen dat u bijvoorbeeld een begroting zou willen voor vier jaar, dan zou ik u dat ten sterkste
afraden, omdat er in een paar jaar een hoop zaken kunnen gebeuren. We zouden het niet zover zó
gedetailleerd moeten willen vastleggen. Dus daar zit volgens mij dan ook een element dat we met
elkaar moeten bediscussiëren als we praten over hoe we die programmabegroting zouden willen in
richten. Een ander en laatste element dat ik toch nog even wil noemen, is de controll op de grote pro
jecten. Ook dat zullen we nader moeten betrekken in de discussie. Wel vindt dit college in ieder geval,
en dat wil ik nog een keer benadrukken, waar het gaat om het echt verbeteren van de beheersing van
de grote projecten, dat je dat niet met name aan de achterkant moet doen, maar dat je naar de voor
kant moet kijken, en datje dus in eerste instantie moet gaan proberen om de sturing op die projecten
te verbeteren. Als je die sturing verbetert, pas dan ben je in staat om ook de controll en de beheersing
van die projecten verder te verbeteren. Dus dat zal in ieder geval de insteek van het college zijn waar
het gaat om het verbeteren van de controll op de grote projecten. Maar wat ik ook herhaal, is wat ik in
de commissie heb gezegd, namelijk dat u die opmerking volgend jaar niet meer in het accountants
rapport gaat aantreffen.
De VOORZITTER
Wie van u heeft nog behoefte aan een tweede termijn? De heer Van Overveld, de heer Akinci en de
heer Boer. Mijnheer Van Overveld.
TWEEDE TERMIJN
De heer VAN OVERVELD
Dank u wel. Ik zou graag het non-verbale gedrag van wethouder Heerkens willen meten. Terwijl ik zo
bezig was over het duidelijk benoemen van meetbare doelstellingen knikte u zo enthousiast ja, dat ik