1 JUNI 2006 201 heeft natuurlijk geen enkele relatie met elkaar - is ook het huidige college in navolging van het vorige college van mening dat er ten aanzien van de rechtmatigheid niets mis was en dat de ingreep volledig rechtsgeldig was. Dat al die emoties in december in het raadsdebat zijn voorgekomen, is te recht. Uit alle argumenten die uitgewisseld zijn, heeft in ieder geval het oude college begrepen, en daarop hebben wij voortgeborduurd, dat we in goed overleg met de krakers moesten kijken of we overeenstemming konden bereiken over een bedrag. Wij waren vanuit die rechtmatige daad niet ver plicht te betalen, maar om niet in ellenlange juridische procedures van jaren te gaan lopen, die vele malen tienduizenden euro's zouden gaan kosten, zijn wij in overleg met de krakers tot dat bedrag gekomen. Wij hebben dat juridisch afgewikkeld in goed overleg met de krakers, en de raad heeft hier over onmiddellijk een brief gekregen. Wat ons college in navolging van de besluitvorming van decem ber heeft gedaan, is op dit moment de ontwikkeling van het rijksmonument aan te pakken. Vanaf het begin van dit jaar zijn wij in overleg met de eigenaar, de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en het Brabants Fonds voor de Monumenten om te kijken of er een ontwikkeling mogelijk zou kunnen zijn. Daarvoor is het wel nodig dat die kerk ten aanzien van het onderhoud nog enige kwaliteit houdt - zeg ik dan maar eufemistisch. Vandaar dat de eigenaar heeft toegezegd voor eind mei met een onder houdsplan te komen, en alsdan zullen we kijken, en dat zal ik uw raad ook melden, wat voor plannen we dan zouden kunnen gaan ontwikkelen. Het is inmiddels eind mei geweest, het is 1 juni, dus dat zou er nu moeten liggen. Het zal niet makkelijk worden, maar de ambitie van dit college is, als het mogelijk is daar een ontwikkeling te realiseren, dat we dat dan niet moeten nalaten. Anders denk ik dat het een heel sombere geschiedenis wordt met dat voormalige kerkgebouw aan de Baronielaan. Ik ben het ten principale oneens met de suggesties die u wekt in uw opvattingen om dit interpellatiedebat aan te vragen. Ik ben benieuwd naar de reacties van de fractievoorzitters. Ik denk dat ik het hierbij laat, omdat ons college verplicht is om naar de toekomst te kijken. De VOORZITTER De heer Boer. De heer BOER Mijnheer de voorzitter. Ik kan niet eens zeggen dat ik het flauw vindt, ik vind het gewoon onterecht dat de wethouder zegt dat we betaald hebben om ervan af te komen. Dat zou betekenen dat iedere bur ger op een gegeven moment een advocaat kan inhuren, de gemeente kan aanklagen voor wat dan ook en dan meteen 15 duizend euro krijgt. Er moet toch een reden zijn geweest waarom u dat gezegd hebt. Het kon eventueel geld gaan kosten. Wij denken dat het rechtvaardiger is om het gewoon direct toe te geven en te betalen. Ik heb nog steeds het gevoel dat gewoon geweigerd wordt te erkennen dat datgene wat er gebeurd is niet helemaal juist is geweest, en dat er grotere schade is aangericht dan de bedoeling was. Zelf denk ik dat u het van tevoren niet zo goed heeft ingeschat. Een excuus zou op zijn plaats zijn. Dat lijkt mij aan u zelf te zijn, want dit is, vinden wij, toch eigenlijk niet de juiste weg om te bewandelen. U betaalt niet zomaar 15 duizend euro, omdat iemand een advocaat inschakelt. Daar zit gewoon wat meer achter. De VOORZITTER Goed. Andere leden nog? De heer Akinci en de heer Vergroesen. De heer Akinci. De heer AKINCI Voorzitter, heel kort. U kent ons standpunt over wat er toen gebeurd is. Ik weet al niet eens meer of het 23 of 24 december was. Het was 23 december. Wat er daarna gebeurd is, na een vrij emotionele raadsvergadering, is dat twee partijen met een advocaat in de arm met elkaar zijn gaan onderhande len over een eventuele schadevergoeding. Los van of de bewoners van de kerk dit bedrag misschien wat aan de lage kant vinden, sommigen vinden dat in ieder geval, zijn zij samen met de gemeente tot dit bedrag gekomen. En dat is dus een afspraak. Zij zijn er kennelijk tevreden mee, anders zouden de bewoners van de kerk doorgegaan zijn met procederen. Ze hebben dat om hun moverende redenen niet gedaan. Ik ben blij dat de wethouder zegt dat hij naar de toekomst wil kijken en dat er een bouw plan ligt, omdat het allerbelangrijkste voor die kerk is dat er straks voegen dichtgemaakt worden, er weer leien op het dak komen en er geen water tussen de stenen gaat bevriezen zodat het monument inderdaad, de wethouder noemde het al, straks in de winter kapot vriest. Het mooie is dat de bewo ners van de kerk ook dat zien, want een groot gedeelte van het geld dat zij als schadevergoeding hebben gekregen, gaan zij zelf ook, weliswaar kleinschalig en voor de binnenkant, investeren in dat pand. Daar word ik alleen maar vrolijk van. De VOORZITTER De heer Vergroesen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 47