20 JUNI 2006 230 De heer ARBOUW Ik snap uw verhaal, maar de afgelopen vier jaar zijn wij de wijken ingegaan en hebben met al die mensen gesproken. Mijn gevoel is in ieder geval niet dat die drempels nou zo geweldig groot zijn. Maar goed, daar komen we inderdaad over te spreken. Voorzitter, bij het CDA vinden wij wat meer aansluiting, zeker als het gaat over het fonds Maatschappelijke Ontwikkeling en over het investeren in arbeidsparticipatie en werkgelegenheid. Dat kan zowel aan de onderkant van de markt, maar ook op een aantal andere punten zeer stimulerend werken in een stad. Het project Ouderenproof is voor ons zeer herkenbaar als een goed voorbeeld voor IJpelaar, maar ook voor Ulvenhout. Daar is ook door de dorpsraad om gevraagd. De Ginnekenweg-Noord. Ook daarover komen wij met een voorstel dat iets anders luidt dan dat van het CDA. Daarin vragen wij een plan van aanpak te maken waarin je dat, niet alleen voor de fietspaden, gefaseerd kunt doen. Over datgene wat ze gevraagd hebben, hebben we als raad een motie aangenomen. Wij vinden dat voor dat soort punten geldt: afspraak is afspraak. Als de raad unaniem zegt: dat gaan we doen, dan moeten we er ook voor zorgen dat dat ergens gestalte krijgt. Dat is wat ons betreft de motie over de Ginnekenweg-Noord. Als je praat over afspraak is af spraak, koppelen wij daaraan ook de vraag van Princenhage. Wij hebben nog eens nadrukkelijk uitge zocht hoe het in de tijd van de HSL-compensatie allemaal is gelopen en wat er allemaal tegen het dorp Princenhage is gezegd. Ook daarover zeggen wij dat het een terecht appél is. Natuurlijk kan het niet in één keer, dus je zou dat ook planmatig en gefaseerd moeten aanpakken. Ook daar geldt: raad, afspraak is afspraak. Daarover hebben wij dus een motie ingediend. Breda '97. Ik was ook wat ver baasd, en de heer Lips gaf het net in zijn opmerking al aan, over uw toonzetting over Teteringen. Ik zou dan eigenlijk aan het college willen vragen: bent u het nou ermee eens dat wij de afgelopen tijd, maar ook bij de eerste start in deze maanden, zó over de dorpen dachten, in de zin van: het zijn de dorpen maar? Dat we op zo'n manier ook in de communicatieslag met hen gewerkt hebben de afgelo pen tijd in de lastige discussie over de Oosterhoutseweg? Ik kan me toch niet voorstellen dat het col lege het helemaal eens is met uw stellingname. Ik vond het ook te ver gaan en ik heb een scherpe vraag. Ik heb u wel horen zeggen dat we die communicatie anders moeten doen, maar een oplossing over hoe u dan wél op dezelfde golflengte denkt te kunnen te komen met dat dorp heb ik eigenlijk niet gehoord. Ik ben benieuwd naar wat u daarover voorstelt. Wat betreft GroenLinks heb ik er één punt uit gehaald, en dan gaan we het niet over de landelijke politiek hebben, maar er zit wel een raakvlak De heer VAN YPEREN Voorzitter, ik wilde graag even interrumperen op datgene wat u zegt. Hoe komt het dat we Teteringen een paar jaar stil hebben moeten leggen? Hoe komt het dat we de Mer niet aan wilden gaan? Hoe komt het dat we nu weer niet verder kunnen, omdat er wéér een blokkade ligt met betrekking tot het verkeer? Zijn dat dan de feiten? U heeft niet geluisterd naar de burger, en daar waarschuwen wij weer opnieuw voor. Het is echt geen zaak om weer opnieuw dezelfde weg te gaan die u de laatste vijf jaar bent ingeslagen. Dank u wel. De heer ARBOUW Ja, maar dan verschillen we toch van mening, mijnheer Van Yperen, want De heer BOER Toch even, als ik wat mag zeggen, mijnheer de voorzitter. Wat de heer Van Yperen zegt, verbaast me, want hij verwijt het college iets gedaan te hebben tegen de burgers in, maar ze gaan vervolgens wel in dat college zitten om dat verder uit te werken, wat ze nu, wat de heer Arbouw zegt, ontkennen. Dus wat hier aan de gang is, verbaast mij buitengewoon. De heer VAN YPEREN Mijnheer Boer, nieuwe meesters nieuwe regels. Dat is het uitgangspunt en dat betekent dat we het ook graag anders willen gaan aanpakken. Dat weet u net zo goed als ik. De heer BOER Wij juichen het toe als u zegt dat er minder gebouwd moet worden, et cetera et cetera, maar dat is niet wat dit college wil. Dat heb ik ze nog niet horen zeggen, maar ik hoop van harte dat ze met u mee gaan. De heer ARBOUW Mijnheer Van Yperen, misschien toch nog een paar punten. Vanaf 20 april bent u aan het bewind, zoals ze dat dan noemen, en het is nu 20 juni. Intussen zijn er natuurlijk wat slagen gemaakt in dat dossier, dus ik vind het wat te makkelijk om alleen maar naar het vorige college te kijken. Sterker nog:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 24