20 JUNI 2006
209
ment de visie achter de Kadernota 2007 toe te lichten. Desgewenst kan het college reageren op de
voorafgaand aan deze vergadering ingediende schriftelijke bijdragen van de fracties. Het college krijgt
daarvoor om en nabij 15 minuten de tijd. De beantwoording zal in eerste instantie plaatsvinden bij
monde van wethouder Snier. Vervolgens vindt de opinievorming in eerste termijn plaats. Iedere fractie
heeft daarvoor 5 minuten. Desgewenst kunnen we in de tweede termijn tot een verdere gedachtewis
seling komen, zodat u op elkaar kunt reageren. Dat is ook het moment om zonodig moties en amen
dementen in te dienen.
Nadere toelichting door het college
Een van de leden van het college krijgt de gelegenheid om namens het college in een korte statement
de visie achter het voorstel toe te lichten.
De VOORZITTER
Ik geef het woord aan wethouder Snier.
Wethouder SNIER
Dank u wel, voorzitter. Het coalitieakkoord Kiezen voor elkaar is de basis voor de eerste kadernota
van dit college. Gezien het korte tijdsbestek dat lag tussen het sluiten van het coalitieakkoord en het
tot stand komen van de kadernota, was het niet mogelijk om de voornemens uit het coalitieakkoord nu
al volledig door te vertalen in concrete voorstellen. Dit geeft de mogelijkheid om in te spelen op actue
le maatschappelijke ontwikkelingen en het geeft de raad de mogelijkheid om zijn kaderstellende rol in
te vullen. 2006 zal gebruikt worden om voornemens uit het coalitieakkoord samen met de raad en de
stad verder uit te werken. Bij de verdere invulling van de kaders moeten we gezamenlijk keuzes ma
ken, zodat we ook eikaars inbreng kunnen versterken. De voornemens en afspraken in het coalitieak
koord, waarbij contact met burgers en dienstverlening aan de burgers en bedrijven in Breda centraal
staan, zijn hierbij voor ons leidend. Het college heeft nadrukkelijk de opdracht op zich genomen om
open en persoonlijk het contact met de diverse partijen in de stad aan te gaan, en om nieuwe paden
te betreden. Daarom heeft het college ervoor gekozen om van dienstverlening een speerpunt te ma
ken. Onder andere met nieuwe digitale mogelijkheden en andere vormen van communicatie kan hier
aan dan ook invulling worden gegeven. Een onderdeel van deze uitwerking is ook zeker de cultuur
binnen de ambtelijke organisatie, maar het college wil wel benadrukken dat de kritiek op de attitude
van de ambtenaren niet uitvergroot moet worden en niet uitvergroot mag worden. Er wordt een hoop
werk verzet binnen de kaders die de wetgever heeft neergezet, maar ook binnen de kaders die de
raad meegeeft. Naast de kaderstellende rol heeft de gemeenteraad ook een controlerende rol. Het
college voert een fundamentele discussie over de opzet van de programmabegroting, ook om deze rol
goed te kunnen ondersteunen. In opmaat naar de begroting zijn het coalitieakkoord en de kadernota
leidend voor het verder invullen van de prioriteiten. Het college zal daarbij concreet aangeven welke
maatschappelijke effecten nagestreefd worden, welke prestaties zullen worden geleverd en of de
daartoe beschikbare middelen zo effectief mogelijk kunnen worden ingezet, om juist die doelen te
behalen die wij met elkaar ook heel duidelijk en transparant afspreken. Een integrale afweging, samen
met de raad, van diverse belangen is daarbij dus het essentiële uitgangspunt. Alleen op die manier
kan goed verantwoording afgelegd worden over een zorgvuldige besteding van de middelen. Tot slot
nog wat financiële opmerkingen. Er is door een aantal fracties gesproken over kansen die er zouden
bestaan. Wij zouden in ieder geval toch graag nog een keer heel goed willen benadrukken dat er niet
alleen kansen liggen in nieuw geld. Bij het coalitieakkoord is er duidelijk voor gekozen om zowel in de
exploitatie- als in de investeringsruimte geld droog te houden - om het maar even zo te zeggen. 450
duizend euro exploitatieruimte in 2007 en 7,5 miljoen investeringsruimte voor de hele coalitieperiode.
Die kansen liggen dus wat ons betreft niet alleen in dit nieuwe geld. De kansen liggen ook zeker bin
nen de middelen die wij nog nader met elkaar moeten gaan besteden, waarvoor we nog nadere priori
teiten moeten afspreken. Ik noem bijvoorbeeld het fonds Maatschappelijke Ontwikkeling en de structu
rele verhoging van het budget voor cultuur met 9 ton. Er zijn ook een aantal vragen en opmerkingen
gemaakt ten aanzien van het meerjarenperspectief. We concluderen dat er een perspectief is dat ge
zond is. Als u kijkt naar de ruimte die we in 2007 op dit moment in de exploitatie over hebben van 450
duizend euro, dan ziet u ook in de kadernota dat dat in de loop van de periode oploopt naar bedui
dend hogere bedragen. Ook het weerstandsvermogen heeft een gezond perspectief. De vrije ruimte in
de algemene reserve loopt, zoals u ziet in de kadernota, op van 3 miljoen in 2007 naar maar liefst 19
miljoen in 2010. De risicoblokkering. Daar handhaven wij in de komende vier jaar in deze coalitieperi
ode de provinciale norm van 15 miljoen euro, terwijl tegelijkertijd het risicovolume, zou je kunnen zeg
gen, afgenomen is. Als je de risico's die op dit moment voorzien worden, vergelijkt met het jaarverslag