20 JUNI 2006 254 De heer AKINCI Het is voor een deel virtueel geld en het is voor een deel geld dat een resultaat is uit een onderuitput ting, begrotingstechnisch, die volgend jaar nog uitgegeven moet worden aan projecten waarvan we allang hebben gezegd dat het daaraan uitgegeven moet worden, én het is voor een deel geld dat we wettelijk aan reserves hebben moeten staan om eventuele financiële problemen op te lossen. Op het moment dat u dat geld uitgeeft en er gebeurt ook maar één ding wat we niet helemaal verwacht heb ben, dan is het klaar met deze gemeente. En dat geld wilt u uitgeven? Ik ben blij dat u niet een absolu te meerderheid in deze raad heeft. Onverantwoord. De heer HAARHUIS Voorzitter, ik wilde er graag De heer AKINCI Want dan wordt er geen enkele stoeptegel meer gerepareerd in deze stad. De heer HAARHUIS Voorzitter, ik wilde er graag aan toevoegen dat de heer Snier namens het college een compleet over zicht heeft gegeven van al die reserves, waar ze allemaal heen moeten, waar ze voor bestemd zijn, wat voor verplichtingen erachter liggen. En het idee dat u nu naar voren brengt, dat dat geld er alle maal wél is, dat dat allemaal zomaar besteed kan worden en dat u dat zomaar vergelijkt met een schouwburgproblematiek, dat is echt wijzen naar oude problemen in het verleden. Het is gewoon niet zo. Dat geld is er niet, en dat moet u ook niet volhouden. De heer BOER Maar het kan ook niet zo zijn dat je jaar in jaar uit begrotingen aanneemt waarbij er elke keer bij de rekening twintig miljoen overblijft, want dan zit er gewoon ruimte in het hele systeem. Daar moet een keer naar gekeken worden en dat doe ik dus op basis van ervaringen uit het verleden. Er kan anders gefinancierd worden dan het op dit moment gebeurt. Ik heb het verhaal over wat u doet met de wijk en dorpsraden, want daar verwees u naar, nadat ik het gelezen had nog eens een keer goed gelezen. U komt ook tot de conclusie dat daar geen geld voor is. Dat had u op de hoorzitting moeten zeggen. U had meteen tegen iedereen die daar aanwezig was en probeerde voor geld te zorgen voor datgene wat de wijk- en dorpsraden wilden, moeten zeggen: heren en dames, er is gewoon geen geld voor wat jullie willen. Wij hebben wel geld, want er wordt wel geld vrijgemaakt voor andere doelstellingen, en dat vinden wij belangrijker dan wat de wijk- en dorpsraden te zeggen hebben. Dat had u moeten zeg gen en dat is de eerlijkheid waarom de heer Gelens gevraagd heeft. De heer HAARHUIS Voorzitter, ik vraag de heer Boer nu voor de tweede keer vanavond om de bijdrage die wij hebben ingediend ook daadwerkelijk te lezen, want De heer BOER Ja, dat heb ik gedaan. Dat heb ik nadrukkelijk op uw verzoek nog even gedaan. De heer HAARHUIS ...de Partij en de Arbeid, en wij zijn niet de enigen, heeft ook aangegeven dat er grenzen zijn aan onze financiële middelen, waardoor aan sommige wensen slechts zeer gedeeltelijk kan worden tege moetgekomen. Dat vind ik van een eerlijkheid getuigen en dat hebben we expres gedaan om de buurt- en wijkraden die ingesproken hebben, ook op een zorgvuldige te woord te staan en van repliek te dienen. Ik vind het werkelijk onzin dat u nu zegt dat je dat in de hoorzitting moet doen. Daar was de hoorzitting helemaal niet voor. We hebben ons daar keurig gehouden aan de afspraak. De heer BOER Maar dat klopt toch precies met wat ik in de eerste termijn gezegd heb? Dat wij onze mond moesten houden, terwijl iedereen wist dat er geen geld was. U wilt toch niet zeggen dat u na de hoorzitting pas wist dat er eventueel geen geld was? Dat wist u al tijdens de hoorzitting. De heer HAARHUIS Ik ben het met u eens dat we nog eens kunnen praten over de werkwijze bij een hoorzitting, of we het niet anders kunnen doen. Dat ben ik met u eens, maar nu hebben we ons gehouden aan de procedu re en we gingen daarna in de schriftelijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 48