20 JUNI 2006 214 hebben in de vorm van reconstructie en gebiedsplannen. In het op te stellen meerjarenprojectenpro gramma moet de raad dan integraal kunnen afwegen waar zich de rode en de groene contouren van de stad bevinden. In de tussentijd hopen we dat het college aan de slag gaat met het verevenings fonds voor groenontwikkeling, zoals de Provincie dat van ons, de gemeente Breda, heeft gevraagd. Wij willen als het gaat om de ontwikkelingen in Teteringen nadrukkelijk vragen om een pilotproject voor gratis openbaar vervoer tussen Oosterhout en Breda. Vandaag was het al een chaos en hoe dat morgen zal zijn of volgende maand is nog onbekend. Stel dat we er straks in de herfst achter komen dat de huidige maatregelen, zolang aan die Oosterhoutseweg gewerkt wordt, onvoldoende zijn. Tegen die tijd zal het dan te laat zijn om nog in aanmerking te komen voor provinciale financiering van zo'n pilotproject met gratis openbaar vervoer. Wij hebben straks in tweede termijn dan ook een motie hier over. Over de Ginnekenweg is er al een aantal opmerkingen gemaakt. Ik ga die niet herhalen, hooguit dat ook wij de opmerking ondersteunen dat er daar iets moet gaan gebeuren. Er zijn verschillende ideeën over wat voor moties of amendementen daarover moeten worden ingediend. Ik heb er het volste vertrouwen in dat deze raad daarover vandaag, of anders binnen twee dagen, nog nader tot elkaar komt. Ten slotte, maar daar neem ik iets meer tijd voor, wil ik stilstaan bij onze opmerking in de schriftelijke bijdrage over horecadiscriminatie en discriminatie op de werkvloer. De gemeentelijke overheid moet daarin echt haar eigen verantwoordelijkheid nemen en dat betekent dat er niet alleen, als het gaat om stageplaatsen, met het onderwijs gepraat moet worden, maar ook met het bedrijfsle ven, met de Kamer van Koophandel. Het kan niet zo zijn dat als wij van iedere inwoner van dit land eisen om in te burgeren, de taal te leren, de wetten te kennen en de normen en waarden over te ne men, en dat tegelijkertijd bij het vinden van werk, het toegewezen krijgen van een stageplaats of zelfs tijdens het uitgaan diezelfde allochtonen worden gediscrimineerd, aan de zijlijn blijven staan zelfs. En ondertussen vragen wij ons af hoe het kan dat zoveel jongeren van allochtone afkomst zich niet thuis voelen in Nederland waar hun religie en cultuur de laatste tijd, landelijk in ieder geval, helaas, en dat zeg ik met spijt, worden geridiculiseerd. Rara, hoe kan dat? Discriminatie van allochtonen mag in Bre da niet langer worden getolereerd. Die moet fel worden bestreden, desnoods met onorthodoxe maat regelen als het gaat bijvoorbeeld om horecadiscriminatie of discriminatie op de werkvloer. Laat ik, en dat verrast u misschien, Ayaan Hirsi Ali parafraseren. Ik ben Selguk, zoon van Nurettin, zoon van Hikmet, zoon van Mehmet, maar bovenal een inwoner van Nederland, van Breda, waar ik mij geac cepteerd voel en waar ik thuis ben. En dat zou voor iedereen in deze stad moeten gelden. De VOORZITTER Dank u zeer. Het woord is aan de heer Vergroesen namens de Socialistische Partij. Ik had het van daag per omissie verwisseld. Ga uw gang. De heer VERGROESEN Voorzitter, leden van de raad. In deze kadernota schrijft het gemeentebestuur: de financiële ruimte is op sommige terreinen minder groot. Dat roept dan onmiddellijk de vraag op: op welke terreinen is de financiële ruimte dan groter geworden? Dat zullen er weinig of geen zijn. We zitten immers met de erfenis van de periode 2002-2006. Toen heeft men een voorschot genomen op toekomstige inkom sten en met de effecten daarvan worden we nu geconfronteerd. Armoedebeleid heeft volgens deze kadernota prioriteit en een sterk economisch beleid staat centraal. We gaan er dus maar van uit dat beide speerpunten zijn, maar wat bovenaan staat, blijft vooralsnog onduidelijk. Er wordt nog steeds geloofd dat het hebben van betaald werk de oplossing is voor vele, zo niet alle problemen. Maar waarom? Zonder vrijwilligerswerk draait onze samenleving niet. Het hebben van inkomen uit arbeid van minimum tot ruim modaal betekent echt niet dat er geen geldzorgen zijn. De stijgende woonlasten en andere kosten zorgen ervoor dat mensen met moeite de eindjes aan elkaar kunnen knopen. Wat de SP in deze kadernota mist, zijn heldere meetbare doelen, het streven om alle genoemde onder werpen goed, adequaat, kwalitatief hoogstaand, enzovoorts, uit te voeren. Welnu, dat streven op zich is nobel. Maar hoe moeten we dat meten, en hoeveel zorgvuldiger is zorgvuldig ten opzichte van on zorgvuldig? Zo is er al gauw sprake van verbetering, terwijl er misschien nauwelijks iets bereikt is. Voorzitter, beleidsmatig. De gemeente Breda heeft een armoedebeleid dat de toets der kritiek kan doorstaan. Maar voor hoelang nog? Bezuinigingen van de rijksoverheid zetten dat onder druk. De SP vindt dat bij een goed armoedebeleid, en hier komt het eerste meetpunt, de voedselbanken overbodig zijn. Maar dat zien we de eerste jaren echt niet gebeuren. Wij verwachten eerder dat er meer bij zullen komen. Minder uitkeringen. Het lijkt goed, maar wat als men geen uitkering krijgt? Nog afgezien van de periode die men op een uitkering moet wachten. Dat wordt voor die mensen een financiële ramp. Achter de fagade van die voordeuren stapelen de problemen zich op. Daar krijgen we ooit een keer de rekening van. Bij de onderwijshuisvesting in 2002-2006 is de helft van de inhaalslag gemaakt. Dat was gewoon goed, maar nu is er veel minder geld en we vragen ons af hoe het dan verder gaat. Als we

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 8