20 JUNI 2006
215
het toch over onderhoud hebben, dan kijk ik ook naar sportaccommodaties, buurthuizen enzovoorts,
want bezuinigen op onderhoud is kosten verschuiven naar de toekomst óf kapitaalvernietiging. Met
cultuur lijkt het de goede kant op te gaan. Het Huis der Kunsten en andere locaties zijn echt een ver
betering. Maar ook hier heeft de SP behoorlijke twijfels. In het verleden is er veel blijven liggen. Wij
vragen ons af: wanneer komt daar de inhaalslag? In mijn derde alinea had ik het over heldere meetba
re doelen. Wij hadden een vraag gesteld over de Mezz, en dat antwoord noem ik dan gewoon wazig.
Daar kan ik echt helemaal niks mee. Maar het is wel cultuur. De woningbouw. Dit college heeft geko
zen voor dertig-dertig-dertig, het systeem dat we hadden vóór 1997. Op zich is dat te prijzen. Het
werkte toen. Alleen, er zit nog een groot vuiltje onder de mat. In de afgelopen tien jaar is dat niet ge
beurd, met dramatische gevolgen voor de betaalbare woningbouw. Kunnen we daar een keer een
inhaalslag verwachten of moeten de burgers leren leven met een wachttijd van vier, vijf jaar of nog
langer? Want ik denk dat de wachttijd voor een betaalbare woning ook een objectief meetpunt is.
Fietspaden en stoepen. Dat hoort ook bij het onderhoud van de stad, maar was jarenlang een stief
kindje. Wij wachten de plannen, of beter gezegd: de resultaten van die plannen eerst af. En dan eco
nomie. Breda is geen eiland. Maak serieus werk van regionale samenwerking, want dat kan ook een
oplossing zijn voor bedrijventerreinen. Bij de buren is nog steeds bij ons in de buurt. Dienstverlening.
Hét onderwerp op de hoorzitting. We hebben heel goede ambtenaren, we hebben heel hardwerkende
ambtenaren en toch komt dit verhaal weer terug. Er wordt nu een nieuwe vorm van dienstverlening
voorgesteld. Wat moeten we ons daarbij voorstellen, of is het een vlucht vooruit? Zouden we niet lie
ver eerst gewoon doen wat we zeggen en duidelijk zeggen wat we gaan doen? Daarmee wordt al een
heleboel bereikt. Fatsoen is internationaal. Als je iemand een antwoord toezegt, doe het dan ook, en
laat die hoorn niet liggen. Financieel. Er is niet zoveel geld. Na de verdeling die het college heeft ge
maakt in de kadernota, is er ongeveer 450 duizend euro vrij beschikbaar. Dat is 11,5 duizend per
raadslid. Daarvan zouden we per raadslid een speelplekje voor kinderen of een paar bankjes in een
park kunnen betalen, al dan niet voorzien van een naamplaatje met de naam van de schenker erop.
Het is geen geld: 450 duizend euro. De SP zal geen moties indienen over dat geld. Besteed het alstu
blieft waar het het hardste nodig is.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Vossenaar, Breda '97.
Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK
Dank u, voorzitter. Deze Kadernota 2007 is het product van een college dat amper twee maanden in
deze samenstelling aan het werk is. Vanzelfsprekend bevat het huidige beleid tal van elementen die al
in de vorige periodes zijn ingezet, want de wereld houdt nog steeds niet op als het verkiezingen zijn.
Op die elementen is Breda '97 noch in haar schriftelijke bijdrage noch nu ingegaan. Het is veel inte
ressanter om te zien dat de kadernota een nieuwe toon aangeeft die, hoe kan het ook anders, aansluit
bij de filosofie van het coalitieakkoord. Die nieuwe toon hebben we hard nodig. Het moet de toon zijn
van nieuwe communicatie. Wij willen de toon van het gesprek, van overleg, van redeneren met de
burgers, van uitleggen en overtuigen. We kunnen dat niet alleen op het bordje van de ambtenaren
leggen. Het is al meer gezegd. Dat is ook een opgave voor ons als raad en daarvoor moeten we gefa-
ciliteerd worden. Alle partijen en alle insprekers op de hoorzitting hebben het hier eigenlijk over, en dat
is beslist niet de eerste keer. Het wordt dus hoog tijd dat er iets zichtbaar wordt van alle goede voor
nemens die in het verleden op dit punt zijn gemaakt. Wij zijn dan ook uitermate benieuwd naar het
programma dienstverlening dat ons eind dit jaar zal worden aangeboden, zoals het college meldt in
antwoord op onze vragen. Maar als kanttekening: dienstverlening betekent nog niet altijd communica
tie. Een enkel onderwerp uit onze schriftelijke bijdrage wil ik hier even nader toelichten, omdat het in
de lijn ligt van wat ik zojuist zei. Ik wil wat kwijt over de Vinex-locatie-Teteringen en in het verlengde
daarvan over de toekomstige uitbreiding Bavel. Voor de goede orde, we hebben het hier nadrukkelijk
over algemeen stedelijk belang. Er moet gebouwd worden, en snel ook. Dat behoeft geen betoog. De
overgrote meerderheid van de bevolking in de randdorpen heeft daar ook alle begrip voor. Voor wat
betreft Teteringen, diezelfde bevolking kan maar niet loskomen van het idee dat de bezwaren die ten
gevolge van de verdubbeling van het aantal woningen ontstaan, voor het gemeentebestuur van Breda
niet tellen. Men voelt zich voortdurend met een kluitje in het riet gestuurd. Dat gevoel, niet mee te
tellen - ach, het zijn de dorpen maar, wat zeuren ze toch - dat dreigt weer te gaan overheersen, en
dat is gevaarlijk. De ambtelijke staf valt niets te verwijten. Zij geven veel keurige en correcte voorlich
ting. Politieke aandacht, serieuze afweging van door mensen aangedragen ideeën, en dan hebben we
het echt niet over een weg door de Vuchtpolder, dat is wat mensen vragen. Als de projectwethouder in
een individueel geval ter plekke komt en gemaakte afspraken bevestigt, is dat een goede zaak, maar
daarmee is het algemeen vertrouwen niet terug. Daarvoor is meer nodig. Het antwoord op de vraag