22 JUNI 2006 272 meer missen zowel in het programakkoord als in deze kadernota, als een politiek signaal van deze raad dat wij economie zeer belangrijk vinden voor deze stad, op deze wijze in te vullen. Ik hoor de argumenten: ja, dat komt wel, we zullen die discussie later voeren. Maar ik denk datje die net zo goed nu kunt voeren. Misschien kan de heer Haarhuis een kleine aanzet geven. De heer HAARHUIS Voorzitter, niet op het punt zoals de heer Arbouw dat wil. Er is natuurlijk in deze raad een groot aantal voorstellen gedaan die uiteraard ook vertaald moeten worden in geld. De begroting stellen we vast in november. Ik maak me sterk dat de voorstellen die nu al op tafel liggen via moties, via andere zaken, ook via de schriftelijke bijdragen, ook een beslag kunnen leggen op de middelen, waardoor het niet nodig is om dat per se in twee of drie tranches te verdelen en te zeggen: dat gaat daar naar toe en dat gaat daar naar toe, maar dat we bij de begroting met elkaar zeer zeker verder discussiëren over de besteding. De economische impulsnota. U suggereert dat wij niets of weinig willen doen aan de eco nomie. Daarover hebben we al een uitgebreid debat gevoerd. De onderwerpen die op dit moment aan de orde zijn, ga ik niet nog een keertje noemen. We hebben gezegd dat wij verwachten dat het college de impulsnota die er nu ligt met het budget dat er nu bij zit, eerst gaat verwerken. Ik denk dat de juiste volgorde is: wat komen we absoluut tekort, en daarover kunnen we het wellicht eens worden, wat kost het, en vervolgens gaan we het met elkaar ter beschikking stellen. Dat lijkt ons een goede werkwijze. Dat is overigens ook de werkwijze die u van ons verlangt met het fonds Maatschappelijke Ontwikke ling, waarvan u ook zegt dat het te vaag is. Dat willen we met elkaar zo snel mogelijk opheffen en helder maken. Ik denk dat het goed is om diezelfde werkwijze te volgen met de impulsnota economie. De heer ARBOUW Het verschil is dat we van de impulsnota al weten dat daar een geldtekort op zit. Maar goed, daar komen we dan te zijner tijd wel op terug. Voorzitter, amendement 3 over de Grote Kerk. Ik ben blij met de steun van de PvdA, die zegt dat deze raad de Grote Kerk nooit of te nimmer zal laten vallen. Maar wat mij dan toch verbaast, is dat de uitwerking in deze beantwoording van het college toch wel afwijkt van de beantwoording die we in eerste instantie hebben gekregen voor de behandeling van de kader nota. Ons idee is, en dat werd bevestigd vanuit het stichtingsbestuur, dat dat probleem tot pakweg 2012 wel degelijk aan de orde is. Het gaat om 42 duizend euro. Als je zo'n stichting uit de brand kunt helpen, ervoor kunt zorgen dat zij haar werk, dat heel goed werk is, ook kan doen, en je hebt er als raad een budget voor om die steun ook uit te spreken, dan zie ik eigenlijk geen enkele reden om dat niet te doen en zo lang te wachten - met eventueel alle problemen van dien. De planontwikkeling Via Breda. Ik heb de reacties van het CDA en de PvdA gehoord. Het zorgpunt van de VVD is dat we dus, ook middels de beantwoording van het college, nog steeds geen zekerheid hebben over de gelden, de provinciale subsidie van 10 miljoen, de BIRK-toezegging van de minister van VROM. Dus we zetten hem op het spel. Dat wil ik toch even als zorgpunt aan uw raad kenbaar maken. Dat risico loopt u dus doelbewust. Ten aanzien van de financiering heb ik al in mijn eerste bijdrage op dinsdag aangegeven dat het natuurlijk een kwestie van keuzes maken is. Ik heb al aangegeven dat ik geen onderbouwing zie voor die 10 miljoen voor het fonds Maatschappelijke Ontwikkeling. Dat had dus ook best 6 miljoen kunnen zijn en dan zou je 4 miljoen hebben om over die periode te verdelen. Dus dat geld vinden, is geen probleem, mijnheer Haarhuis. Het is een kwestie van keuzes maken. Wij leggen die keuzes an ders dan u die legt. De heer HAARHUIS Voorzitter, ik constateer dat ook en ik constateer dat het onderscheid tussen ons wellicht ook bepa lend is voor de wijze van samenstelling van dit college. De heer ARBOUW Ja, precies. De heer HAARHUIS Ik respecteer uw keuze, maar wij hebben andere keuzes gemaakt. Dat klopt. De heer ARBOUW Daar komen we elkaar de komende tijd nog regelmatig tegen, denk ik. Wat betreft het fonds Maat schappelijke Ontwikkeling ben ik wel blij dat de heer Haarhuis het inmiddels ook op die wijze noemt en niet: fonds maatschappelijke ondersteuning, wat de vorige keer foutief in de motie was verwoord, want wij willen dat echt goed uit elkaar houden. Ontwikkeling is toch wat anders dan ondersteuning. Dat zijn twee heel andere potten met heel andere doelstellingen. Die vermenging zouden we niet moeten wil-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 11