22 JUNI 2006
273
len. U heeft ons standpunt over dat fonds gehoord. Wij hebben er grote problemen mee, met name
met het reserveren, het nu al vastzetten van dat geld. Natuurlijk is het logisch dat je op termijn de ech
te discussie gaat doen over hoe je het dan precies gaat verdelen, hoe je het precies gaat inzetten. U
heeft ons voorstel gezien dat we daarmee meer in de richting van werkgelegenheid, buurtbudgetten
en dat soort zaken zouden moeten willen gaan. Ten aanzien van het sportcentrum, voorzitter, moet
mij toch weer van het hart dat ik het helemaal eens ben met mevrouw Boelema die zegt dat het wat
merkwaardig is zoals het loopt. In de commissie
De heer LIPS
Bij interruptie, voorzitter. U heeft een heel ander standpunt dan in de vorige raadsperiode.
De heer ARBOUW
Neen, helemaal niet. Waar het om gaat, is hoe het gaat. Bij die commissievergadering hebben twee
fracties in de raad geprobeerd om het naar zich toe te trekken. Uiteindelijk was de conclusie van die
avond dat de wethouder direct na de zomer met een concreet voorstel gaat komen waarin hij ook
bereid is om naar die publiek-private samenwerking te kijken, waarvan ik overigens weet dat daar
voldoende kansen voor zijn en als je dat op de juiste wijze doet, schat ik die zeer hoog in. Maar geef
dan het college ook de gelegenheid om dat op een fatsoenlijke manier in te vullen, want dat moet je
natuurlijk wel op een omzichtige manier doen in de stad. Het principiële punt van deze motie is, en
daar hebben wij problemen mee, dat je een werkgroep gaat samenstellen bestaande uit college,
raadsleden en ambtenaren. Ik vraag mij af hoe we die rollen dan gaan scheiden. Probeer het nou
zuiver te houden. Als je kaderstellend bezig wilt zijn en een aantal opdrachten wilt meegeven, dan is
dat prima, maar als we nu een soort gezamenlijke werkgroep maken, dan lijkt het bijna of we naar het
monistisch stelsel gaan.
De heer HAARHUIS
Mijnheer de voorzitter,
De heer ARBOUW
Dus ik ben het met de kritiek van mevrouw Boelema op hoe het allemaal gaat, zeker eens.
De heer HAARHUIS
Voorzitter, het is niet onze beleving dat we daarvan weer een monistisch verhaal willen maken. Waar
wij op wijzen - vooruit, dat doe ik nu nog een keer - is dat de problematiek van de breedtesport, die u
ook kent en met ons gedeeld heeft, buitengewoon ingewikkeld is, en dat het proberen te benutten van
de goede kansen heel kwetsbaar, heel moeilijk is en een ragfijn besluitvormingsnetwerk vraagt. Het is
het proberen met elkaar, ook met deze nieuwe raad, die gecompliceerde materie nog eens goed te
delen, en dan te kijken welke stappen we verder kunnen zetten. Wij denken dat het helemaal geen
kwaad kan om daaraan met een werkgroep uit deze raad nog eens te werken, zonder dat we al weten
welke dingen vruchtbaar, wenselijk en haalbaar zijn, maar dat spreekt u nu helemaal niet aan.
De heer ARBOUW
De VVD is voorstander om het gewoon op een normale manier te doen: het college komt met een
voorstel en in de commissie nemen we die informatie tot ons en vinden we er iets van. Dan, voorzitter,
het fietsbeleid. Het fietsbeleid maakt integraal deel uit van het verkeer- en vervoersplan. Wat wij jam
mer vinden is dat we dat nu dus uit elkaar gaan halen. De VVD is voorstander om het verkeer- en
vervoersplan in zijn geheel als integraal deel te bespreken en te bekijken, dus wij zullen deze motie in
ieder geval niet steunen. Dat brengt ons bij de Ginnekenweg-Noord, voorzitter. Ik heb het voorstel van
het college gelezen, dat door het CDA omgevormd is tot een eigen motie. Het probleem dat wij ermee
hebben, is dat de problematiek aan de Ginnekenweg niet beperkt is tot alleen maar fietsers en voet
gangers. Het is een groot probleem dat raakt aan de verkeersdrukte, de snelheid van het autoverkeer,
het parkeren, te weinig plek om te parkeren, en het laden en lossen wat daar veelvuldig gebeurt
waardoor fietsers niet normaal door kunnen fietsen. Het gaat dus ook om verkeersveiligheid. Dat los je
niet op als je alleen maar op deze wijze wat prioriteit geeft aan voetgangers en fietsers en die integra
le aanpak omzeilt. Uiteindelijk leidt dat tot een oplossing waarvan de mensen daar zullen zeggen: dit
werkt niet.