22 JUNI 2006
276
Noordoost, naar de daadwerkelijke praktische invulling van wat die veiligheidsregisseur gedaan heeft,
dan is er al sprake van een brede invulling in die wijk. Dat betekent dat het niet alleen maar gelimi
teerd is tot veiligheid. Dit is ook, denk ik, het voorstel van het college om de wijkregisseurs met name
wat breder in te zetten voor meerdere onderwerpen en niet alleen op dat veiligheidsaspect. Dus wat
ons betreft is er geen enkele reden om terughoudend te zijn. Daar waar nodig zou je zo'n regisseurs
functie ook zeker elders in de stad kunnen inzetten en hoefje niet te wachten totdat je weer een eva
luatie gedaan hebt. Dat levert alleen maar vertraging op.
De heer ÜQERLER
Voorzitter,
De VOORZITTER
Mijnheer Ügerler, ga uw gang.
De heer ÜQERLER
We hadden destijds, toen de heer Arbouw wethouder Integrale Veiligheid was, het voorstel gedaan in
de Haagse Beemden een veiligheidsregisseur aan te stellen. Hij was degene die het voorstel tegen
hield.
De heer ARBOUW
Neen, voorzitter, ik heb altijd in de commissie uitgedragen dat ik daar een groot voorstander van was,
maar het probleem was toen hoe wij het zouden kunnen financieren. Het college zag op dat moment
geen mogelijkheid om dat direct te faciliteren. Dat was de opinie van het college destijds. Dan, voorzit
ter, de motie van D66 over het fonds Maatschappelijke Ontwikkeling. We hebben het daar dus over
die ad-hoccommissies. De WD is geen voorstander van ad-hoccommissies. Wij zien liever dat de
onderwerpen in de reguliere commissies behandeld worden. Dat geldt eigenlijk ook voor een andere
motie. Als je de motie over het programma buitenruimte leest, dan zeggen wij dat het best een logisch
verhaal is, maar wij willen dat niet limiteren tot de buitenruimte. Dat willen we voor al die onderwerpen
laten gelden. Dus wat ons betreft is dat iets wat we sowieso vanuit de commissie Bestuur en vanuit
het audit-comité moeten oppakken. Dan de motie over de programmabegroting. Eigenlijk kun je er niet
tegen zijn als het gaat over de BBV. Dat vinden we iets waarnaar we met z'n allen zouden moeten
streven, ook naar aanleiding van het rapport van de rekenkamer. Maar de vraag is wat de meerwaar
de is als we dat in deze motie met elkaar vinden. De werkgroep communicatie. Daarvoor geldt eigen
lijk hetzelfde. Ik heb dat al eerder aangegeven. Ik heb liever geen ad-hoccommissies. Ik zou het on
derwerp communicatie gewoon in de reguliere commissie Bestuur willen behandelen. Ik denk dat dat
de plek is waar we dit soort onderwerpen zouden moeten aanpakken. De motie van Leefbaar-Breda
over het programma dienstverlening. Ook wij vinden die motie overbodig. De motie over de onder
houdskosten. Wij snappen die niet zo goed, mijnheer Boer, dus we moeten er nog maar eens een
keer over spreken wat u daar nou precies mee bedoelt. Motie 14 over de dorps- en wijkraden. Wij
zouden eigenlijk, en dat heeft wethouder Snier min of meer al in de commissie toegezegd, het belang
nog eens willen benadrukken van een verdere versnelde toelichting aan de raadscommissie over hoe
nu precies die 21 miljoen, dat jaarresultaat, naar de verschillende plekken is gegaan, en of we dat de
volgende keer ook op die wijze zouden moeten uitvoeren. Dan ten aanzien van de VVV. Wij denken
dat de vraag van de VW een gerechtvaardigde vraag is. Het eindrapport van Marktplan Adviesgroep
B.V. is daar heel helder in. Die concludeert ook dat er echt een tekort zit op de subsidie van de ge
meente. Het gaat, gezien wat we nu te verdelen hebben bij de kadernota, om een bedrag dat zeker
ook te doen is. Je zou daarmee het probleem van de VVV kunnen oplossen, dus wij vinden het een
uitstekend voorstel. Tot zover, voorzitter.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Ik zou het volgende met u willen afspreken. U gebruikt royaal de vijf minuten en u be
nut eigenlijk nu al de tijd voor het geven van opvattingen rondom de moties en amendementen. Dat
betekent dat ik voorstel dat de collegeleden zo nodig nog een korte reactie geven. Een aantal van u
heeft daar al om gevraagd. U bent dan in de gelegenheid om vanaf uw plaats nog een puntige opvat
ting te formuleren. Het woord is aan de heer Vergroesen, fractievoorzitter SP.
De heer VERGROESEN
Dank u, voorzitter. Voorzitter, voordat ik aan de amendementen of de moties begin, wil ik even in her
innering brengen dat wij dinsdagavond constateerden dat er 450 duizend euro vrij beschikbaar was.
Die andere bedragen waren reeds ingevuld in de kadernota. Ik neem aan dat de kadernota onge-