14 SEPTEMBER 2006
356
De VOORZITTER
Het woord is aan de heer Akinci, GroenLinks.
De heer AKINCI
Wat word je daar somber van, hè? Verkiezingen. Zo'n gedoe allemaal. Stemmen in een willekeurig
stemlokaal. De vraag daarbij is: waar heb je het nu over? Heb je het nu over het feit dat we opkomst
bevorderend bezig willen zijn, of gaat het erom dat we als gemeente ook een dienstverlenende en
servicegerichte organisatie willen zijn die het de mensen zo makkelijk mogelijk wil maken om hun
stem uit te brengen? Voor veel mensen is stemmen in een willekeurig stemlokaal, dus stemmen bui
ten hun eigen wijk omdat ze daar toevallig werken of omdat ze daar langskomen, misschien niet de
reden om ineens te gaan stemmen. Voor een heleboel mensen kan het wel een reden zijn in de zin
dat het deze keer eindelijk eens een keer niet zo heel veel moeite kost. Dus wat dat betreft, zijn we
ontzettend voorstander van het experiment Stemmen in een Willekeurig Stemlokaal. Het past ook veel
meer bij de digitale tijd van tegenwoordig en over een tijdje kan het met die stemregisters ook allemaal
ontzettend makkelijk. Dat is nu nog even een gedoe, het is een beetje wennen, maar met wifiverbin-
dingen gaat dat straks allemaal bijna automatisch. Daar ben ik niet zo bang voor, nog los van het feit
dat we wel moeten. Er is één ding waar ik me wel een beetje zorgen om maak. Het is net door de heer
Szablewski al genoemd. Tot de laatste verkiezingen konden mensen die om wat voor reden dan ook
hun stemkaart kwijt waren geraakt - omdat ze die bij het oud papier hadden gegooid of tussen de
folders niet gezien hadden, en daar pas op de dag zelf achter kwamen nadat ze de radio aanzetten en
dachten: hé, het zijn verkiezingen, laat ik eens naar het stembureau gaan, en daarna dachten: waar
heb ik dat ding nou gelaten? Ja, nergens te vinden dus - gewoon op de dag zelf naar het stembureau
gaan en aan de voorzitter van het stembureau vragen: mag ik een nieuw kaartje van je? Ik ben zelf
meerdere malen voorzitter van zo'n stembureau geweest. Dan probeerde ik altijd met mijn mooiste
handschrift zo'n kaartje uit te schrijven. Dat kan dus straks niet meer. Je moet er een dag van tevoren
achter komen dat je je stemkaart kwijt bent. En ja, hoeveel mensen komen daarachter? Dus hoeveel
mensen worden straks door dit stemmen in een willekeurig stemlokaal gedupeerd, omdat ze niet meer
op de dag zelf nog een pas kunnen aanvragen bij het stembureau? Ik denk dat we dat goed moeten
inventariseren. Dit is niet de reden om tegen dit experiment te zijn, maar we moeten wel kijken hoe
veel mensen er straks worden gedupeerd. Ik kan me herinneren dat ik in mijn stembureau de laatste
keer een stuk of dertig stemkaarten heb uitgeschreven op een kiezersaantal van achttienhonderd en
nog wat, dus dat is bijna anderhalf procent. We moeten dat gewoon goed in de gaten houden. Daar
om is het ook van eminent belang dat we goed moeten communiceren dat mensen die stemkaart niet
weggooien. We moeten misschien ook proberen die op zo'n moment te verspreiden dat die niet tus
sen de folders kan zitten en dat heel duidelijk is: dit is een stemkaart, die moet je bewaren. Het moet
er ook veel officiëler uit zien dan dat zwart-wit kopietje dat we de afgelopen keren altijd kregen. Er
moet een soort watermerkje in, of - weet ik veel - het moet iets zijn met folie of iets dergelijks, maar
het moet er belangrijk uit zien, het moet opvallen. Ik wil het college dan ook een suggestie doen. We
gaan investeren in die communicatie. Doe er, op het moment dat die stemkaarten bij de mensen thuis
worden bezorgd, een koelkastmagneetje bij met de datum 22 november. Dat magneetje gaat op de
koelkast en de mensen kunnen hem niet kwijt raken. Dan mobiele stembureaus, waar de motie van
mevrouw Boelema over gaat. Doen we dat nu deze keer wel of niet? Het voorstel is daar onduidelijk
over. Het college moet er nog een beslissing over nemen. Er staat niet in dat we het niet doen, er
staat ook niet in dat we het wél doen. Ik kan me voorstellen dat, nu het makkelijker is om overal te
stemmen, het rendement van een mobiel stembureau ook hoger is. Je hoeft er niet meer bij na te
denken. Het is logisch dat je overal kunt stemmen en dus óók bij een station en dus óók bij een wa
renhuis - voor mijn part. Dus ik denk dat het in die zin wel heel waardevol is om, nu we het stemmen
in een willekeurig stemlokaal invoeren, ook met het experiment van die mobiele stembureaus nog
even door te gaan. Ik ben heel benieuwd wat de reactie van het college daarop is. Tenslotte moeten
we alles in het werk stellen om het voor zoveel mogelijk mensen makkelijker te maken en ze in de
gelegenheid te stellen om op 22 november en straks bij de provinciale verkiezingen te gaan stemmen.
En als ik dan één stemadvies mag geven: laat het GroenLinks zijn.
De VOORZITTER
Als ik de fracties goed beluister, bent u het op zich eigenlijk wel eens met het voorstel in algemene zin,
maar spitst het zich toe op het wel of niet plaatsen van de mobiele stembureaus. Dat in het bijzonder.
Daarnaast begrijp ik dat voor een aantal van u ook de kosten tot zorg leiden. Het is wel zo dat men
aanvankelijk had gewild dat het stemmen nu in een wetsontwerp geregeld zou zijn ter voorbereiding
op de Tweede Kamerverkiezingen van volgend jaar en die van Provinciale Staten. Door de vervroeg-