14 SEPTEMBER 2006 357 de verkiezingen is dat dus niet verwerkt, maar het zal wel een wetsontwerp worden dat door een vol gende Kamer afgetikt gaat worden. Dan gaat het erom: wat zijn de mogelijkheden rondom de mobiele stembureaus? Daarmee zijn wat wisselende resultaten en ervaringen, maar ik moet u ook zeggen dat vanuit Binnenlandse Zaken in een recentelijke evaluatie is aangegeven dat die toch enige mate van positiviteit hebben. Met andere woorden, dat je daar wel goed naar moet kijken. Wij hebben vijf mobie le stembureaus. Ik begrijp de motie en de geest van de motie. Ik zou eigenlijk aan de indieners willen vragen om mij dit binnen de geest van die motie de komende week nader te laten uitwerken. Wij zijn op dit moment aan het bekijken of het mogelijk is dat een van die mobiele stembureaus richting station gaat, en mogelijk richting ziekenhuis, zonder dat dit afbreuk doet aan de andere activiteiten. Ik wil dat serieus bekijken omdat dit mogelijk haalbaar is, maar ik wil het wel even goed kunnen bezien en u daarover informeren in de volgende vergadering van de commissie Bestuur. Daarbij wil ik ook reke ning houden met het totale kostentraject. Ik vind overigens de suggestie van de heer Akinci best een nuttige. We hebben ook afgesproken dat wij bij de communicatie en de berichtgeving nadrukkelijk aandacht gaan besteden aan de mogelijke verandering en wat die met zich meebrengt. Ik zeg u toe die suggestie daarbij sympathiek te bekijken, want dat zou nuttig kunnen zijn. Wat de fraudegevoelig heid van stempassen betreft, hebben wij inmiddels een mogelijke oplossing daarvoor. Die zou zich niet kunnen voordoen. Het is ook zo dat wij een nadrukkelijke persoonlijke brief aan alle burgers willen richten. Dat betekent dat ik denk dat we toch moeten bezien om in de geest van die verandering daar aan te werken. Tegelijkertijd moeten we de serviceverlening naar al onze burgers optimaal houden, daarbij in ons achterhoofd hebbend dat dit verhaal ook nadrukkelijk werkelijkheid gaat worden, omdat de Kamer in de volle breedte daaraan toch steun heeft gegeven en naar mijn mening ook zal blijven geven. Dat betekent vooral: hoe gaan wij nu die vijf mobiele stembureaus inzetten, en kan dat? Ik wil in redelijkheid bezien of we dat waar kunnen maken en dan zou naar mijn mening een oplossing denkbaar kunnen zijn. Dat betekent dat ik eigenlijk inhoudelijk nog even de tijd vraag om daar goed naar te kijken en u daarover dan ook te informeren, omdat ik begrijp dat u op zich met het besluit kunt instemmen, zij het dat ik bij het CDA dat daartoe minder de behoefte heeft een nuancering hoor, maar een groot deel van de raad zegt: wij willen toch ook dat pad nadrukkelijk op gaan. De suggestie van de heer Szablewski over een enquêteformulier wil ik zeker bezien, maar ik vraag mij af of de verkie zingen daarvoor de goede opmaat vormen. Wat betreft een mobiel bureau burgerzaken denk ik dat dit onderdeel zou moeten uitmaken van de hele dienstverleningsactiviteiten. Daar zijn wij mee bezig. Ik zelf denk dat we dan toch meer in de digitalisering komen en de mogelijkheden die daartoe zijn in plaats van een mobiele bus. Maar dat komt ongetwijfeld op een ander moment bij u terug. Dus ik wil in de geest van de motie de komende weken kijken wat daarin onze mogelijkheden zijn en u in de com missie Bestuur het definitieve antwoord laten weten. Daarbij wil ik ook meewegen recente cijfers van de evaluatie van Binnenlandse Zaken, die een beeld geven dat de dilemma's zoals geschetst toch minder in aantal zijn, en ik vind dat ik dat ook mee moet wegen. Dat is mijn antwoord in eerste termijn. TWEEDE TERMIJN De VOORZITTER Wie van u voor de tweede termijn? Mevrouw Van Maanen en mevrouw Boelema. Het woord is aan mevrouw Boelema. Mevrouw BOELEMA Dank u wel, voorzitter. Ik wil eerst even reageren op het verhaal van de Partij van de Arbeid. Ik vind er nogal wat somberte uit spreken. Dat vind ik heel erg jammer, want als er iemand somber zou moeten zijn over de uitkomst van 22 november, dan zouden wij het hier met z'n tweeën wel moeten zijn. Ik vind dus dat u geen reden voor somberte heeft. Daarom vind ik het ook jammer dat u zo'n negatief verhaal schetst van de burger die iets zou moeten doen met dat stemrecht. De maatschappij is ook veranderd. U heeft het erover dat u ergens rijen ziet staan in ontwikkelingslanden. Misschien was dat vroeger bij ons ook zo en in nieuwe democratieën. Ja, dat heeft u gezegd. Zo heeft u het geken schetst en dat beeld dat u gekenschetst heeft, neem ik dan over. Dat vind ik jammer. We moeten toch mee met de moderne tijd? Ik denk dat dit een goede handreiking is om de mensen toch wat makkelij ker naar de stembus te krijgen, en ook vanuit het oogpunt van dienstlening. We hebben allemaal onze mond vol over: de gemeente moet dit en die moet meer met de burger communiceren, en nu komt er eens een keer een goed voorstel van ons - en de gemeente neemt het over, want volgens mij, als ik de burgemeester zo beluister, gaat hij de motie overnemen - en dan denk ik: dat moet je toch juist steunen? Wij hebben hier onze mond vol over de burgerenquête, en dit moet beter en dat moet beter. Als we nu de kans hebben om de dienstverlening te verbeteren, grijp die dan ook. Volgens mij kwam dat verhaal over de dienstverlening bij de burgerenquête uit uw mond, dus wat dat betreft, matcht dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 14