360
14 SEPTEMBER 2006
De VOORZITTER
Ik heb de beantwoording gedaan en ik wil nu de balans opmaken. Ja? We hebben in twee termijnen
gesproken. Ik kijk of de indieners van de motie hun motie handhaven, ja of neen. Mevrouw Boelema.
Mevrouw BOELEMA
Dank u, voorzitter. Wat dat betreft, heb ik me ook beraden. Wij kunnen dat heel goed zelf, mijnheer
Szablewski. Ik vind het heel fijn dat u met ons meedenkt. We laten de motie boven de markt hangen,
want we geloven erin dat de burgemeester streeft naar een goede oplossing. We zien uit naar de re
sultaten in de commissie. Maar we houden haar wel aan.
De VOORZITTER
Akkoord. Uw raad kan instemmen met het voorstel en de gedane toezeggingen? Uiteraard komt er
een deel terug in de commissie met de aanvullende vraag. Dan is aldus besloten.
Akkoord met het voorstel van burgemeester en wethouders.
3. AANVULLING OP HOOFDSTUK 15 VAN DE "LEGESVERORDENING BREDA 1997" IN VER
BAND MET HET AFHANDELEN VAN AANVRAGEN VERGUNNINGEN TIJDELIJKE VERHUUR EX
ARTIKEL 15 LEEGSTANDSWET.
Aan de raad wordt voorgesteld leges te gaan heffen voor het afhandelen van vergunningen voor tijde
lijke verhuur van leegstaande woningen in afwachting van sloop.
De VOORZITTER
Aan de orde is agendapunt 3, aanvulling op hoofdstuk 15 van de Legesverordening. Wie van u? De
heer Gouka van de SP. Nog andere leden van uw raad? Ga uw gang, mijnheer Gouka.
De heer GOUKA
Voorzitter, het lijkt zo'n eenvoudig stuk - afhameren en doorgaan - maar toch hebben wij nog andere
bedenkingen. In de commissievergadering over dit onderwerp hebben we onder andere aandacht
gevraagd voor de grote aantallen woningen die de komende jaren tijdelijk verhuurd zullen gaan wor
den. Het geeft aan dat we, als de plannen doorgaan, ook in Breda met een nieuw fenomeen rekening
zullen moeten gaan houden, en wel met 'de sloopnomaden'. Dat zijn mensen die noodgedwongen van
het ene slooppand naar het andere, later te slopen, pand moeten verkassen. Zij zullen al die tijd geen
rechten hebben. Zij blijven afhankelijk van de goedwillendheid van anderen. Ik heb met wethouder
Schoenmakers nog enig overleg gehad en dat heeft me wel enigszins gerustgesteld, omdat ik de
overtuiging heb dat hij zijn uiterste best zal doen om de problemen zo klein mogelijk te laten zijn. Maar
helaas is het ook zo dat niet alleen de wethouder bepalend is in dit soort zaken. Voorzitter, niet slopen
dan wel zeer beperkt slopen, zou het probleem direct kunnen oplossen. Ik ga er niet van uit dat daar
een grote meerderheid voor te halen is. In de stukken lezen we dat het de bedoeling is dat er circa
2700 woningen tot en met 2014 op de nominatie staan om gesloopt te gaan worden, en dat is meer
dan tien procent van het bestand van de corporaties. Het gaat nagenoeg natuurlijk allemaal weer om
betaalbare woningen die gaan verdwijnen. We krijgen dan ook direct weer een ander probleem in
beeld, want in diezelfde periode wordt ongeveer eenzelfde hoeveelheid betaalbare woningen terug
gebouwd. Let wel, het gaan om plannen en we weten uit ervaring dat plannen hier in Breda zelden of
nooit uitkomen. Het is nu al bekend dat we tot 2014 niets doen aan de huidige woningnood. Integen
deel, we weten nu ook dat die verder zal oplopen. En je zult maar starter zijn in deze stad. Voorzitter,
in onze gedachte kan dit niet en mag dit niet. Ik denk dan ook dat we zo spoedig mogelijk een volks
huisvestingsdebat moeten houden. Ik kijk dan ook naar de commissievoorzitter, mevrouw Overboom,
om daarin het voortouw te nemen. Zij zit nu te praten, maar ik hoop dat ze het wel meeneemt. Heeft u
het gehoord, mevrouw Overboom? Neen, helaas. Zal ik het nog een keertje herhalen voor u? Mijn
verzoek aan u is om het voortouw te nemen om een breed gedragen volkshuisvestingsdebat zo spoe
dig mogelijk te organiseren. Ik ben uiteraard bereid om ook bouwstenen daaraan bij te dragen.
Mevrouw OVERBOOM
Ik wil er ook met de commissie nog op terugkomen.
De heer GOUKA
Heel graag. Dank u. We hebben een jarige in ons midden en die heeft vandaag ook met een heel
klein stukje in de krant gestaan. Het is zo dat Breda gelukkig in het bezit is van nog vijftig hectare land