14 SEPTEMBER 2006
363
De heer GOUKA
Voorzitter, vaak wordt gedacht: och, het is maar een voorbereidingsbesluit, en dan ben je geneigd om
daarmee maar gewoon akkoord te gaan, want de bedoeling is toch om ongewenste ontwikkelingen
tegen te gaan? Wel, voorzitter, deze keer is het anders. Deze keer is de ontwikkeling die voorgestaan
wordt voor de SP ongewenst. In de commissie heb ik aangehaald dat nogal wat partijen voorstander
zijn van differentiatie. Door de meesten wordt dan bedoeld dat op de mooiste plaatsen dure woningen
moeten komen, en dat zij die wat minder te besteden hebben, moeten vertrekken dan wel niet in
aanmerking komen. Mijn vraag aan wethouder Oomen was om op deze plaats ook woningen voor de
wat minder draagkrachtigen te bouwen. Als antwoord heb ik gekregen dat het hele plangebied, dus
zeg maar: heel Teteringen, kon voldoen aan de norm van dertig procent betaalbaar, en ook dat de
raad zijn verantwoordelijkheid moet nemen en moet denken aan de ondernemers die daar willen gaan
bouwen. Voorzitter, allereerst merk ik op dat we in Teteringen niet voldoen aan de norm van dertig
procent betaalbaar. Zoals de plannen gepresenteerd zijn, komen we aan achtentwintig procent. U zult
ongetwijfeld denken: ach, die twee procentjes, waar praten we over? Maar het zijn juist de gebieden
waarover we het nu hebben waar die twee procentjes zeer belangrijk kunnen zijn. Let wel: het zijn
plannen, ik heb dat daarnet ook al aangehaald, en in de praktijk halen we zelden de plannen die we
voorstaan. En laten we ook eerlijk zijn, dertig procent is op dit moment in Breda ook nog veel te laag.
Toen dit college aantrad, waren we zeer verheugd dat er een bouwplan in Bavel bijgesteld kon wor
den en dat het mogelijk was om op die mooie locatie ook betaalbaar te bouwen. Daar waren we blij
over en dat zijn we nog. Als het college en de raad vinden dat gedifferentieerd bouwen zo'n goede
zaak is, dan ligt hier weer zo'n gouden kans. Als u die kans voorbij laat gaan, dan bent u voor mij on
geloofwaardig als het over differentiatie gaat. Voorzitter, en dan de uitspraak van de wethouder dat we
onze verantwoordelijkheid moeten nemen en we in het verlengde hiervan aan de ondernemers moe
ten denken die daar willen gaan bouwen. Allereerst merk ik op dat zowel het college als de raad een
eerste verantwoordelijkheid heeft om aan de bewoners te denken, niets meer maar ook niets minder.
Als een ondernemer wat langer moet wachten, omdat hij niet wil bouwen wat eigenlijk wenselijk is,
dan is dat de keuze van die ondernemer. Ik kan overigens die ondernemers verzekeren dat zij wat ons
betreft direct kunnen bouwen als zij hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en niet gaan
voor de winstmaximalisatie maar ook eens een keertje denken aan waar zij ook goed in kunnen zijn,
namelijk hun sociale verantwoordelijkheid nemen. Al met al verzoek ik het college dringend om zijn
standpunt te wijzigen en ervoor te zorgen dat ook op deze mooie locatie mensen met een wat kleinere
beurs mogen en kunnen gaan wonen.
De VOORZITTER
Het woord is aan wethouder Oomen.
Wethouder OOMEN
Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, in de richting van mevrouw Haagh zou ik het volgende namens het
college willen zeggen, en ik hoop niet dat de heer Arbouw dan al te zwaar teleurgesteld is. Het gaat
om het doorgaande verkeer, want daar is steeds over gesproken. Met betrekking tot de verkeerspro
blematiek, en de heer Willems heeft het al meerdere malen uitgesproken, praten we over oplossingen
op de langere en oplossingen op de kortere termijn. Die op de langere termijn refereren aan Teterin
gen wanneer het na tien jaar af is en toegerust is op de nieuwe toekomst. De oplossingen op de korte
re termijn hebben betrekking op vragen van bewoners van Teteringen aan het college om te komen
met concrete voorstellen. Er zijn de afgelopen dagen al wat voorstellen en initiatieven uitgesproken. U
vraagt aan het college hoe wij daarmee omgaan. Ik heb al gezegd dat wij als college van B en W pro
beren met de Dorpsraad en ook met anderen, bijvoorbeeld met verkeersdeskundigen woonachtig in
Teteringen, en onze eigen deskundigen om de tafel te gaan zitten om te kijken of we een oplossing
kunnen bedenken. Er zijn verschillende suggesties gedaan. Ik wil daar niet op vooruit lopen, want het
college zoekt met betrekking tot dit punt draagvlak om met een gezamenlijk standpunt naar buiten te
kunnen komen over wat de mogelijkheden zijn en hoe we het willen aanpakken. En aan het onmoge
lijke, ik heb het al meer gezegd, is niemand gehouden. Met andere woorden, we kijken dus heel seri
eus naar uw opmerkingen, en zodra we iets te melden hebben en iets kunnen zeggen over wat het
eerste contact heeft opgeleverd, zullen we daarover nog uitvoerig in de commissie spreken. Ik kijk
even naar mijn collega Willems of hij het met mij eens is.
Wethouder WILLEMS
Ja, we hadden dit eigenlijk al in de beantwoording aan de heer Arbouw toegezegd, dus dat kunnen we
alleen nog maar herhalen. De andere vraag, of wij in de commissie met een verkeerssimulatie kunnen