14 SEPTEMBER 2006
372
AMENDEMENT
met betrekking tot het voorstel van burgemeester en wethouders over de Verordening voorzieningen
maatschappelijke ondersteuning.
Ondergetekenden, de heer P. Ernst en mevrouw M. Overboom, leden van de raad van de gemeente
Breda;
gelet op het bepaalde in artikel 36 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en overige
werkzaamheden van de gemeenteraad;
stellen de raad voor om te besluiten als volgt:
De gemeenteraad van Breda, in vergadering bijeen op 14 september 2006;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de Verorde
ning voorzieningen maatschappelijke ondersteuning;
overwegende dat:
voorliggende conceptverordening bedoeld is om alle inwoners van Breda zoveel mogelijk te laten par
ticiperen;
voorliggende conceptverordening onderscheid maakt tussen sportvoorzieningen voor gehandicapten
in het algemeen en sportvoorzieningen voor mindervalide gehandicapten;
dit onderscheid als onredelijk en ongewenst wordt beschouwd;
dit onderscheid aldus op dit punt een afwijking rechtvaardigt van het bij de totstandkoming van voor
liggende conceptverordening gehanteerde uitgangspunt het bestaande beleid voort te zetten en niet te
verruimen;
dit onderscheid niet is te ondervangen met een limitatieve opsomming van andere concrete voorzie
ningen dan sportrolstoelen;
het wenselijk is dat de door gehandicapten aan te vragen voorzieningen beperkt blijven tot sportvoor
zieningen;
BESLUIT:
De ter vaststelling voorliggende ontwerpverordening te wijzingen als volgt:
Artikel I.
Aan artikel 4.2 van de verordening een derde lid toe te voegen met als tekst:
3. Een ondersteuningsaanvrager kan ook in aanmerking worden gebracht voor een andere voorzie
ning, als de ondersteuningsaanvrager zonder deze voorziening niet in staat is tot sportbeoefening
voor zover het de beoefening betreft van een sport bij een sportvereniging die is aangesloten bij een
koepelorganisatie, die deel uitmaakt van NOCTNSF.
Artikel II.
Aan artikel 4.1 van de verordening wordt als sub d toegevoegd:
d. Het verstrekken van een persoonsgebonden budget of een naturaverstrekking van een andere
voorziening als bedoeld in artikel 4.4, lid 3, dan wel een aanpassing daaraan.
Artikel III.
Aan artikel 4.2 van de verordening een vierde lid toe te voegen met als tekst:
