14 SEPTEMBER 2006 380 meegaan met uw sympathieke benadering van het hele probleem. Daar worden wij straks nog op afgeserveerd. Ik vind - u zegt eigenlijk zelf al dat het zo'n ingewikkelde materie is, dat het zo belang rijk is en daarover móét vandaag beslist worden - dat het amendement er gewoon eerder had moeten liggen. Ik vind het echt heel erg zonde, want, wie weet, hadden we anders wel meegestemd, maar nu dus niet. Los daarvan nog even de politieke implicaties. U begrijpt wel dat wij op dit moment heel erg voorzichtig zijn met alles wat ons op schrift tegemoetkomt, dat wij dat heel goed willen lezen, nóg een keer willen lezen, willen bepraten met de fractie, en dan een standpunt innemen. De heer JACKSON Mijnheer de voorzitter, De VOORZITTER Mijnheer Jackson. De heer JACKSON De heer Ernst vroeg mij iets en mijn wethouder gaf daar een fantastisch antwoord op, maar ik wilde daar eigenlijk zelf ook nog iets over zeggen. Mag dat nog? De VOORZITTER Neen, niet meer. Neen, u heeft in twee termijnen gesproken. Dat moment had u. De heer Marcic, CDA. Ga uw gang. De heer MARCIC Ik heb even een technische opmerking over het amendement, mocht het worden aangenomen. On danks dat er drie dagen aan gewerkt is, staat er volgens mij onder nummer 6 een foutje. Er wordt verwezen naar lid d maar dat zou sub d moeten zijn. Misschien kan dat even gecheckt worden. De VOORZITTER Goed, ook dat is een punt. Ik geef het woord aan mevrouw Overboom, D66. Mevrouw OVERBOOM Voorzitter, wij blijven achter het amendement staan. De heer Ernst heeft de opmerking over de rechtsongelijkheid gemaakt en er zijn meer openeinden, het is een volledige openeinderegeling. Dat wil niet zeggen dat je daarom maar met geld moet smijten, maar het beeld is toch, en ik vind dat de heer Ernst dat terecht opmerkt, dat de consequenties beperkt zijn, en ik denk dat je in dat geval rechtsongelijkheid en het beeld daarvan in ieder geval moet voorkomen. De heer JACKSON Even nog een interruptie op de opmerking van mevrouw Overboom over die rechtsongelijkheid. Er wordt gesproken over individuele voorzieningen. Wij constateren dat er bij het maken van een collec tieve regeling voor deze groep individuele voorzieningen mogelijk zijn. Voor individuele voorzieningen wordt gebruikgemaakt van een collectieve regeling. Dus er is absoluut geen rechtsongelijkheid. Mevrouw OVERBOOM Ik wil u daar nog even op wijzen. Stel dat u bij een balie komt en dat men u zegt: o, bent u onvoldoen de gehandicapt of visueel gehandicapt? U komt niet in aanmerking. Maar een mindervalide wel. Dat is niet uit te leggen aan degene die bij de balie staat. Ik zou daar niet voor verantwoordelijk willen zijn. De heer JACKSON Neen, en daarom gaat u met ons mee, verwacht ik, op 4 oktober om dit te regelen in een collectieve regeling. De VOORZITTER Het woord is aan wethouder Heerkens. Wethouder HEERKENS Voorzitter, de discussie begint mij nou zo langzamerhand te verbazen. We hebben de startnotitie ge had. Dat was de kaderstelling van de raad. Vervolgens heeft u mij gezegd: een-op-een omklappen met kleine aanpassingen. Dat geef ik de heer Ernst na. Dat is zeker gebeurd, maar wat we in de prak tijk deden, is geformaliseerd. Maar als u hier nu z'n punt van maakt, dan snap ik niet waarom u ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 37