26 OKTOBER 2006
399
Wethouder WILLEMS
In aanvulling op mijn collega Oomen nog enkele woorden over de MER waar ook wat vragen over zijn
gesteld. Ik heb op 3 oktober u het toetsingsadvies van de toetscommissie over de milieueffectrappor
tage doen toekomen. Dat was in zijn algemeenheid een positief advies met wel enkele aanbevelingen
voor de toekomst. Velen van u hebben daarnaar verwezen. En het zal duidelijk zijn dat bij de verdere
uitwerking van de plannen deze aanbevelingen zeer serieus zullen worden genomen. We hebben ook
met de MER-commissie afgesproken dat bij de volgende bestemmingsplannen die zullen komen, of
dat nou een artikel 19, een structuurplan of een bestemmingsplan is, wij deze telkens weer ter kennis
zullen brengen aan de MER-commissie, zodat we samen met u kunnen bezien of wij rekening hebben
gehouden met de aanbevelingen die zij in hun toetsingsrapport aan ons hebben gedaan. In zijn alge
meenheid komen die aanbevelingen, die adviezen, die dus geen afbreuk doen aan hun positieve oor
deel, neer op: let op de verkeersontsluitingen en op het voorkomen van sluipverkeer, en kijk ook naar
de kwaliteit van de huidige wegen. Ze hebben zelfs in hun advies aangegeven dat onze huiver voor
een verkeersoplossing naar Lijndonk/Tervoort door het groenblauwe raamwerk minder negatief be
oordeeld zou moeten worden dan wij dat oorspronkelijk in onze plannen gedaan hebben. Wij zullen
dus bij de uitwerking ook wel met die aanbeveling rekening houden. Maar tegelijkertijd, dat groen
blauwe raamwerk moeten we zo ongestoord mogelijk ontwikkelen en zo weinig mogelijk met verkeer
belasten, en er zijn voorbeelden waarin je dat toch op een heel fatsoenlijke manier kunt doen. Maar
als je een nieuwbouwwijk nog ten oosten van Bavel gaat ontwikkelen, Lijndonk/Tervoort, dan moet je
daar natuurlijk wel kunnen komen en vandaar ook weer weg kunnen gaan, zowel met het openbaar
vervoer, we hebben dat al eerder ook in de commissie besproken, als met de auto en met de fiets.
Dus die verschillende modaliteiten zullen we op een fatsoenlijke manier moeten accommoderen om
ook tegemoet te komen aan de wensen die u daarover hebt uitgesproken, en tegelijkertijd moeten we
ervoor zorgen dat er geen onbedoeld en ongewenst sluipverkeer op wegen komt waar we dat niet
willen. We hebben overigens in de MER wel aangegeven dat er te zijner tijd mogelijk een verbinding
ligt met de afwikkeling van het verkeer rond Dorst en de Bavelse Berg. Die plannen waren op het mo
ment dat wij de MER opstelden nog niet zover dat wij die verbinding konden leggen, maar we hebben
wel altijd gezegd: als die ontwikkelingen verder helder worden, dan zullen wij daar in de toekomstige
planvorming uiteraard ook rekening mee houden. En dan doen we niet alsof we alleen maar met Ba-
vel bezig zijn, dan zijn we dus ook bezig met de consequenties van wat er gebeurt ten noorden van
Bavel en ten noordwesten van Bavel. Er is nog gevraagd naar het groenblauwe raamwerk. We zijn
toch al een heel eind in de financiering van dat verhaal, en we zijn met allerlei partijen nog in gesprek,
omdat dat niet iets is wat we in ons eentje kunnen doen als gemeente Breda. We zijn niet alleen met
grondeigenaren, maar ook met het Waterschap en de landschapsbeheerorganisaties bezig om over
die financiering verder helderheid te krijgen, en dat ziet er op het ogenblik eigenlijk vrij gunstig uit.
Maar een definitieve afwikkeling van dat plan kun je pas doen als je het hele bouwvolume in Breda-
Oost in beeld hebt, want dat geeft ook een beetje aan welk financieel draagvlak je hebt voor het totale
plan. Net als uw raad, waarschuwt de MER-commissie ervoor datje die financiering wel gelijk op moe
ten laten lopen met de rest van het plan. En dat betekent dus dat bij de uitwerking van de volgende
bestemmingsplannen wij u ook de uitwerking van het groenblauwe raamwerk en de fasering daarvan
verder zullen voorleggen. En ook op dat punt, wat betreft het groenblauwe raamwerk, ligt er uitdrukke
lijk een relatie met de ontwikkeling van de Bavelse Berg, want dat is eigenlijk als het ware een uitloper
van die ecologische verbindingszone die loopt tot aan de A27. Ten slotte, voorzitter, was er nog een
opmerking. Ik zit daar even naar te zoeken. Bereikbare woningen, daar ging die niet meer over. Ik
dacht dat ik nog een opmerking in mijn hoofd had, maar die is mij blijkbaar niet zo bijgebleven. Mis
schien dat er in de tweede ronde nog aandacht voor gevraagd wordt. Het komt erop neer dat wij ei
genlijk bij de volgende bestemmingsplannen pas meer integraal op de adviezen van zowel uw com
missie als van de toetscommissie in zullen kunnen gaan, en dat we in feite met dit plannetje dat daar
al een beetje op vooruitloopt, dat ook niet in de weg zitten. Maar dat betekent dat we nog wel een hele
weg te gaan hebben om al die zeker goedbedoelde en belangrijke adviezen in de bestemmingsplan
nen straks te realiseren.
De VOORZITTER
Wie van u wenst een tweede termijn? Mevrouw Van Hasselt, VVD. Andere leden nog? Mevrouw Boe-
lema en de heer Hardorff. Het woord is aan de heer Hardorff.
TWEEDE TERMIJN