2 NOVEMBER 2006 440 diverse amendementen opgesteld. Op de besteding van de financiële ruimte die er is, kom ik dadelijk even terug. De heer Haarhuis heeft de amendementen al aangekondigd. Wij willen hier op dit punt toch even ingaan op een onderwerp dat door u allen al is aangestipt en waarover we toch nog wel het een en ander zouden willen zeggen, namelijk communicatie. Het lijkt een afgekloven onderwerp, maar helaas komt het telkens weer terug. Terecht kopt BN/DeStem van gisteren, woensdag, immers dat de vragen rondom communicatie en dienstverlening als een rode draad door onze behandeling van de commissies liepen. Breda '97 heeft ook al vele malen daarover gesproken, met name nog uitvoerig bij de laatste kadernota. Het blijft kennelijk een ongrijpbaar onderwerp. De vraag is of we wel goede ana lyses maken en dus ook de goede oplossing bedenken. Ik wil het alleen hebben over communicatie. Dienstverlening hoort daarbij, maar is toch wel een apart verhaal. Alle politieke partijen, lokaal of lan delijk, willen de burger meer en beter betrekken bij hun beleid. Het aantal werkgroepen, klankbord groepen, steungroepen, of hoe ze ook heten mogen, groeit met de dag. Dat ervaren we allemaal. Maar waarom werkt het dan niet? Waarom blijven die burgers klagen dat ze niet gehoord worden, dat ze van niks weten, dat ze op hun tenen zijn getrapt? Wij opperen de suggestie dat de rollen van de verschillende partijen niet helder en duidelijk zijn. Inspraak op beleid in welke vorm dan ook blijft in spraak. Inspraak verdedigt meestal een deelbelang. Daar moet naar geluisterd worden, daar moet iets mee worden gedaan. Het is dodelijk voor inspraak als de inspreker niet terug hoort wat er met zijn inspanning is gebeurd. Daaraan ontbreekt het te vaak. Want ook 'neen, omdat is een goed ant woord. Maar de verantwoordelijkheid voor het uiteindelijke besluit ligt hier, in deze raad. Daarbij wor den alle belangen afgewogen. Ook dat proces lijkt voor menige inspreker niet duidelijk. Daarom pleit Breda '97 er nog maar eens voor om in alle gevallen waar het insprekers betreft, of het nu gaat over individuele personen, over belangengroepen of over wijk- of dorpsraden, klip en klaar te zijn over die rolverdeling en altijd terug te koppelen. We vragen het college dan ook om deze analyse eens na drukkelijk mee te nemen. Het verhaal over dienstverlening, mijnheer de voorzitter, sluit hier natuurlijk bij aan. Het college is daar volop mee bezig. Een burger wordt immers nijdig als hij niet het antwoord krijgt dat hem is toegezegd, als hij niet wordt teruggebeld ondanks een belofte, en als afspraak geen afspraak is. Dan zegt die burger, ik citeer: de overheid deugt niet. En dat heeft als onherroepelijk ge volg dat het vertrouwen in de overheid, en dus ook in de politiek, taant. Als de dienstverlening niet op orde is, is het dweilen met de kraan open. We hopen dat wethouder Willems die kraan stevig dicht kan draaien, want het moet beter. Het is a hell of a job, dat hebben we ervaren, ondanks vele goedwillen de ambtenaren. We wensen hem zeker op zijn verjaardag maar ook de komende jaren daarbij veel succes. Ik wil nog even ingaan op de amendementen die mede namens Breda '97 zijn ingediend. Het eerste amendement zal de economische impulsnota betreffen. Want het zou een misverstand zijn, dames en heren, als men dacht dat de economie bij Breda '97 op de laatste bladzijde staat. De eco nomische impulsnota bevat een aantal, een groot aantal mag ik wel zeggen, goede aanzetten tot in novatieve projecten. We willen dan ook in het bijzonder wijzen op de accountfunctie onderwijs, be drijfsleven. Die aansluiting daarvan is al jaren een bron van zorg. Hoewel de oorzaak daarvan niet primair op het gemeentelijke bordje ligt, kan gemeentelijke inzet wel bijdragen tot de oplossing daar van. We denken daarbij overigens niet alleen aan het hbo, maar ook aan het mbo als grote toeleve ranciers van jonge krachten op een zeer divers terrein. Een goede invulling van die accountfunctie is een mes dat aan twee kanten snijdt. Meer arbeidsparticipatie voor jongeren enerzijds en betere toe rusting voor de jongeren in het bedrijfsleven zelf, waar het bedrijfsleven weer voordelen van heeft. We gaan ervan uit dat het college in dit opzicht met interessante voorstellen zal komen. Het tweede amendement zal betreffen een extra voorziening, een extra impuls in datgene wat zich in de Haagse Beemden zal afspelen. We hebben in ons programma extra aandacht voor de jeugd gevraagd. Jonge ren die om welke reden dan ook geen raad weten met zichzelf, geen raad weten met hun tijd, zorgen onherroepelijk voor overlast en ergernis bij anderen. Zo'n situatie kan maar al te gemakkelijk escale ren en dan is Leiden in last. De VOORZITTER Wilt u afronden, mevrouw Vossenaar? Mevrouw VOSSENAAR-BLOKDIJK Dat zal ik doen, voorzitter. Door samen met de jongeren en met de betrokken wijkorganisaties te zoe ken naar faciliteiten die deze groepen een zinvol tijdverdrijf bieden, is in veel gevallen een goede op lossing gevonden. In de Haagse Beemden dreigt men de grip op groepen jongeren te verliezen. Voor het te laat is, moeten we iets daaraan doen. En daarvoor hebben we nu de kans, zeker als we een slag kunnen maken door een multifunctioneel gebruik van een op te richten sportfaciliteit of wat dan ook, en dat ook in het licht van de brede school. Dank u, voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 24