2 NOVEMBER 2006
454
SCHORSING
De VOORZITTER
De vergadering wordt heropend. Uiteraard wederom welkom aan de kijkers.
2. REACTIE NAMENS HET COLLEGE
Het college krijgt gelegenheid te reageren op de bijdragen van de fracties in 1e termijn uitgesproken.
Het college staan hiervoor maximaal 30 minuten ter beschikking.
De VOORZITTER
Nu is aan de orde de reactie namens het college. Daarna volgt de inbreng voor de tweede termijn van
de fracties. Vervolgens zal er een schorsing plaatsvinden van om en nabij 20 minuten, waarna het
college zal reageren op de amendementen en moties. Ik zal met de beantwoording aanvangen, niet
eerder nadat ik de heer Van Agt welkom heb geheten. Hoewel hij enigszins geblesseerd is, is hij toch
hier aanwezig, en dat wordt zeker op prijs gesteld. U heeft een bijzondere positie vanavond. U zit, en
ik weet niet of u zich daar goed bij voelt, op de uiterst rechterflank.
De heer AKINCI
In de amusementswereld zeggen ze dan altijd: break a leg, maar dat is in dit geval misschien niet heel
erg toepasselijk.
De VOORZITTER
Dames en heren, leden van de raad. Het college neemt de opmerkingen van de diverse fracties met
betrekking tot de kwaliteit, de belevingswaarde van de communicatie buitengewoon serieus. Deze
week is er ook al uitgebreid over gesproken in commissies. Ook vorig jaar heeft het de nodige aan
dacht gehad. Ik denk dat je niet alleen kunt blijven volstaan met te spreken in termen van beterschap
beloven in de attitude van politici, ambtenaren en raadsleden, want ook dat leidt tot een zekere cirkel
waarin we verkeren. Dat betekent dat het toch van belang is dat we goed moeten communiceren. Dat
is een absolute voorwaarde, wil je ook draagvlak kunnen creëren voor de uitvoering van het beleid. Er
is natuurlijk een beleidsprogramma waarin nadrukkelijk die ambitie is neergelegd, een ambitie die dit
college ook onverkort zal willen handhaven, maar daarbij hoort ook een goede communicatie. Dat
betekent dat we een tandje moeten bijzetten. Dat is een. Maar daarnaast, en dat zit in de pijplijn van
de rekenkamer, wil ik u nadrukkelijk voorstellen om de rekenkamer te vragen, en ik heb dat ook tijdens
de schorsing nog even gesondeerd met de voorzitter van de rekenkamer, om zo snel mogelijk te star
ten met een onderzoeksrapport rondom de communicatie in de volledige breedte maar ook in de diep
te. Daarvoor zijn nodig, denk ik, de nodige interviews met raadsleden, collegeleden en ambtenaren en
ook alles wat aan documenten daarvoor relevant is. We vragen de rekenkamer om met dat onderzoek
te komen en dat ook te voorzien van aanbevelingen. Dat rapport kan zo nodig in een speciale raads-
bijeenkomst worden besproken, waarin we deze thematiek kunnen bespreken en ook voorzien van de
diverse politieke opvattingen, waarbij zo nodig ook betrokken wordt de best practice van andere ste
den van vergelijkbare omvang. Ik denk dat het een goed voorstel is om een onafhankelijk instituut als
de rekenkamer te verzoeken dat ter hand te nemen, zodat we dan ook concreet weten waar we staan.
Mocht u zich daarin ook kunnen vinden, dan zou ik dat als portefeuillehouder de komende tijd verder
gestalte willen geven en zo nodig nog rondom de onderzoeksopzet, et cetera en eventuele bijkomen
de betekenis, met de commissie Bestuur daarover spreken. Dat met betrekking tot communicatie,
omdat ik denk dat het nodig is en er ook een brede behoefte is om te weten waar we over spreken,
wat het nu is, wat de analyses zijn en de diagnose, en hoe we met elkaar tot de noodzakelijke verbe
teringen kunnen komen. Er is een aantal opmerkingen gemaakt over de veiligheidsmonitor, gerela
teerd aan Geeren-Noord. Ik heb u gezegd dat eind dit jaar dat integraal rapport over de veiligheids
monitor aan de orde komt en dan zullen wij daarover spreken. Ik hecht er wel aan om vanavond toch
iets op te merken over een beeld dat gecreëerd wordt door recente berichtgeving over Geeren-Noord,
want er werd wat rondom die berichtgeving gesuggereerd. Vandaag zijn er drie jongeren aangehou
den die bij de gewelddadige inbraak betrokken zijn geweest. Overigens is daarbij ook een jongen
aangehouden die betrokken is bij een andere inbraak. Het gaat om bekenden en om oudere jeugd die
tot een harde kern behoren. Er is in het geheel geen sprake van intimidatie en bedreiging van bewo
ners door een groep Marokkaanse jongeren. Inmiddels heeft de wijkagent een uitgebreid gesprek
gehad, ook met het betreffende gezin. Daarover ben ik geïnformeerd dat de situatie, hoe vervelend
die ook is, goed is opgepakt. Men is positief over die aanpak, maar het beeld dat gecreëerd is alsof
het in een bepaalde richting zat, is mogelijk van een andere betekenis. Ik hecht eraan om u op deze