2 NOVEMBER 2006
464
Desgewenst kunnen daarbij door fracties amendementen en moties worden ingediend. Na iedere
spreker is er gelegenheid voor discussie met de raad (maximaal 5 minuten).
De VOORZITTER
U heeft de reactie van het college gehoord. We beginnen nu aan de tweede termijn. De afspraak is,
zoals met u ook overeengekomen rondom de inrichting en de behandeling van het begrotingstraject,
dat u vijf minuten kunt reageren en de daarop volgende vijf minuten de gelegenheid krijgt tot interrup
ties en een aanvullend gesprek wanneer daartoe de behoefte bestaat. Het woord is aan de heer
Haarhuis, Partij van de Arbeid.
De heer HAARHUIS
Voorzitter, collega's, aanwezigen. Ik zou tegen de SP willen zeggen dat we toch ook een kwijtschel-
dingsbeleid hebben als het gaat over de stijging van de kosten van het levensonderhoud en de pro
blemen die mensen met hun inkomen hebben. Voor een groot deel zijn de problemen met de lage
inkomens natuurlijk niet hier lokaal veroorzaakt. Ik vind dat we met ons kwijtscheldingsbeleid een heel
serieuze tegemoetkoming doen aan mensen met een laag inkomen. Met betrekking tot het fonds
Maatschappelijke Ontwikkeling (FMO) had ik nog even willen ingaan op wat de heer Arbouw daarover
gezegd heeft. De FMO vinden we juist zo belangrijk, omdat het ook de samenhang in de stad ver
sterkt. Als je kijkt naar de komst van de WMO zijn er ook een hele hoop instellingen die betrokken
gaan raken bij de uitvoering van die wet. Er komen nog meerdere tranches waarin nog verder ge
vraagd wordt naar de versterking van de effectiviteit van het beleid, en dat zal ook weer nadrukkelijk
vragen om een hele hoop nieuwe samenwerking in de stad. Het lijkt ons dat instellingen die positief
daartoe bereid zijn, ook op dat punt met elkaar voorstellen kunnen doen. Dus in zoverre denken wij, in
aanvulling op wat mevrouw Heerkens zei - wat bijna niet aan te vullen valt - dat we in die zin ook de
impuls willen geven aan instellingen om op dat gebied goed te gaan samenwerken waardoor zij een
positief effect van de WMO kunnen versterken. Ik kom
De heer ARBOUW
Maar, mijnheer Haarhuis, dan gaat u dus het fonds Maatschappelijke Ontwikkeling wéér koppelen met
de WMO. De vraag is of dat juist is. Ik denk het dus niet.
De heer HAARHUIS
Het gaat om het fonds Maatschappelijke Ontwikkeling. Dat is uitdrukkelijk bedoeld, en u weet dat ook,
zo staat het in de uitgangspunten en in het programakkoord, voor projecten op het snijvlak van de
WMO en de Wet werk en bijstand. Als je daarin met elkaar dingen kunt bereiken, dan denk ik dat je de
samenhang in de samenleving in buurten en wijken op een uitstekende manier versterkt. Ik hoef de
woorden van mevrouw Heerkens niet te herhalen. Als daar goede impulsen voor gegeven kunnen
worden, en je kunt die beter faciliteren, op allerlei gebieden is dat nodig, dan lijkt ons een budget dat
je daarvoor beschikbaar hebt voor de komende jaren, en dat hoeft niet eens voor de komende vier
jaar te zijn, dat kan ook nog langer zijn, toch een uitstekende investering. Wij zijn het daar niet over
eens. Ik hoop dat u in de gebeurtenissen van het komend jaar, als de besteding daadwerkelijk ge
beurt, overtuigd zult raken door de projecten die u daarin zult zien terugkomen. Voorzitter, ik ga nu
toch even naar de moties. Wat betreft de verschuiving van de venstertijd naar 23.00 uur, en wellicht is
dit een bevoegdheid van het college, zijn wij toch van mening dat we dat heel graag in de commissie
willen bespreken, omdat we dat toch ook zien als een beleidswijziging. Ook het initiatief van de be-
zoekerspassen is, vinden wij, goed in de motie geformuleerd. Dus op dit moment zien wij geen reden
om daar anders tegenaan te kijken. De Ginnekenweg-Noord en de motie die het CDA daarover in
dient. Voor ons gaat het hiermee toch een andere kant op dan we graag zouden willen zien. Met de
bewoners van de Ginnekenweg-Noord, met de heer Elbertse en zijn collega's hebben wij afgespro
ken, en daar waren ze ook tevreden over, dat we alles wat er op die Ginnekenweg-Noord bestaat aan
plannen en ideeën graag in de commissie willen bespreken en goed met elkaar afwegen: wat is het
probleem, wat willen we oplossen? Sowieso is dit in onze ogen de volgorde van werken die deze raad
moet volgen. Daarna gaan we kijken welke uitvoering gewenst is, of we het daarover met de bewo
ners eens zijn, en vervolgens gaan we geld zoeken. We moeten het niet omkeren en zeggen dat één
miljoen lang niet genoeg is en dat er verschrikkelijk veel geld bij moet. Wij willen eerst op een ordelijke
manier kijken wat we willen doen, en dan zijn wij ook bereid om te kijken op welke manier je dat moet
financieren. Want ook wij zijn van mening dat we met de vorige motie over de Ginnekenweg hebben
aangegeven dat het ons ernst is met de veiligheid en de andere knelpunten die