2 NOVEMBER 2006 465 De heer MARCIC Mijnheer Haarhuis, mag ik dan vragen: stel dat dan uit dat gesprek met alle omwonenden komt dat het 3,5 miljoen euro kost. Wat vindt u daarvan? De heer HAARHUIS Dat zou kunnen De heer MARCIC Kan dat dan ook? De heer HAARHUIS Dat zou kunnen, maar het kan ook zijn dat andere bewoners weer tegen het model zijn dat bewoners op dit moment voorleggen. In die zin vinden wij sowieso dat je moet kijken wat de beste oplossing is. Er zijn ook verkeerskundigen die ons allerlei zaken voorhouden. Dan kan het ook een miljoen kosten, dan kan het ook twee miljoen kosten. Daar doen wij nu geen uitspraak over. Dat vinden wij ook niet de goede volgorde van werken. Wij hechten eraan om te zeggen: wat is het probleem, hoe gaan we het oplossen, wat kost het? En dan gaan we met elkaar zoeken naar de middelen die daarvoor nodig zijn. Mevrouw OVERBOOM Mijnheer Haarhuis, ik wil toch even de suggestie wegnemen dat mensen die te maken hebben met de Ginnekenweg-Noord tegen het voorstel zouden zijn. Ik heb nog daadwerkelijk niemand gehoord die er niet voor zou zijn. Of, laat ik het zo formuleren: ik heb nog niemand gehoord die ertegen is. De heer HAARHUIS Ik hoor heel verschillende geluiden. Dus in die zin vinden wij het ook ordelijk om te zeggen: kom er maar mee naar de commissie, we gaan er eens goed met elkaar over spreken. De heer ARBOUW Mijnheer Haarhuis, ik vind het wel mooi, hoor. We hebben het net even over het fonds Maatschappe lijke Ontwikkeling gehad. Bij de Ginnekenweg-Noord heeft u een heel logische gedachtegang, zo van: wat is het probleem, goed analyseren, kijk wat de mogelijkheden zijn, en dan pas geld ervoor reserve ren. En bij het FMO doet u het precies andersom. U pakt 10 miljoen, zet het weg, we mogen er niet meer aankomen, en u gaat er daarna een probleem bij verzinnen. De heer HAARHUIS Neen, dat is onjuist. Wat wij zien, is dat er in deze stad heel veel dingen goed gaan, dat we een inge wikkelde wetgeving te verhapstukken hebben op het punt van de maatschappelijke ondersteuning en dat dat allerlei effecten gaat hebben op die samenleving. Wij vinden het daarom zeer verantwoord om daarvoor een budget te reserveren. We weten al dat die uitgaven hartstikke gewenst en nodig zijn, en we gaan samen met bewoners, precies zoals we dat ook doen bij de Ginnekenweg-Noord, kijken wel ke inzet daar nou voor nodig is en op welke punten we een extra impuls kunnen geven om de samen hang in de samenleving nog verder te versterken. Ik zie daar geen verschil tussen. De heer ARBOUW Maar u weet ook niet of dat 5 miljoen is of 10 miljoen, toch? De heer HAARHUIS Wat? De heer ARBOUW U weet niet of het 5 miljoen is wat u dan voor dat werk nodig hebt of 10 miljoen. Dus waarom blokkeert u dan 10 miljoen? De heer HAARHUIS Als je kijkt naar de knelpunten die er in deze stad zijn, en als je naar de buurten en wijken kijkt, dan zou het mij niet verwonderen dat er wellicht nog een veelvoud aan mogelijkheden is om dat budget uit te geven, dus daar maak ik me helemaal geen zorgen over. De heer ARBOUW Maar uitgeven is het probleem natuurlijk nooit. Dat is helder.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2006 | | pagina 49